Dosering en wijze van toediening:
Oraal inbrengen. Het diergeneeskundig middel moet met of na wat voeding gegeven worden. Om een correcte dosis te berekenen moet het lichaam zo precies mogelijk bepaald worden. Dat moet om te vermijden dat er te weinig gedoseerd wordt.
Aanbevolen minimale dosis: 0,5 mg milbemycinoxime en 5 mg praziquantel per kg worden eenmalig dagelijks oraal ingebracht. Afhankelijk van het lichaamsgewicht van de hond is de praktische dosering als volgt:
Lichaamsgewicht: |
Tabletten: |
5 – 25 kg |
1 tablet |
> 25 – 50 kg |
2 tabletten |
> 50 – 75 kg |
3 tabletten |
Werkzame stoffen per tablet voor honden: milbemycinoxine 12,5 mg, praziquantel 125 mg.
Wanneer ook preventie tegen hartwormaandoeningen plaatsvindt en tegelijkertijd een lintwormbehandeling noodzakelijk is, kan het diergeneeskundige middel het diergeneeskundige middel ter voorkoming van monovalente hartwormaandoeningen vervangen. Ter behandeling van angiostrongylus vasorum-infecties moet mibemycinoxime vier keer over een week verspreid toegediend worden. Wanneer een gelijktijdige behandeling tegen cestoda raadzaam is, wordt aangeraden het diergeneeskundig middel eenmalig toe te dienen en dan het monovalente diergeneeskundige middel dat alleen milbemycinoxime bevat, de drie overgebleven wekelijkse behandelingen voort te zetten.
In endemiegebieden verhindert de toediening van het diergeneeskundige middel iedere vier weken een angiostrongylose. waarbij het aantal onrijpe volwassen (L5) en volwassen parasieten verminderd wordt, wanneer een gelijktijdige behandeling tegen cestoda raadzaam is.
Voor de behandeling van thalezia callipaeda moet mibemycinoxime over twee behandelingen gedurende twee dagen verspreid worden. Wanneer een gelijktijdige behandeling tegen cestoda raadzaam is, kan het diergeneeskundige middel het monovalente product door milbemycinoxime alleen vervangen.
Farmaceutische vorm: tabletten voor honden: geel-witte tabletten met bruine vlekken en een ronde, lichte bikonvexvorm.
Bijzondere waarschuwingen voor iedere doeldiersoort:
Een parasietenresistentie voor een bepaalde soort van anthelminthica kan zich ontwikkelen na vaak, herhaaldelijk gebruik van een anthelminthicum van deze soort.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor het toedienen:
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor het toedienen bij dieren:
Studies met milbemycinoxime laten zien dat de veiligheidsmarge bij sommige Collies of verwante rassen kleiner is dan bij andere rassen. Bij deze honden moet de aanbevolen dosering precies gevolgd worden.
De verdraagzaamheid van het diergeneeskundige middel bij jonge puppy´s van deze rassen is niet onderzocht. De klinische symptomen bij Collies komen overeen met die van de algemene hondenpopulatie met een overdosis.
De behandeling van honden met een hoog aantal circulerende microfilariae (larven) kan soms leiden tot overgevoeligheidsreacties, zoals bleek slijmvlies, braken, trillen, zwaar ademen of overmatige speekselvloed. Deze reacties zijn door het vrijkomen van eiwitten uit dode of stervende microfilariae veroorzaakt en het is geen directe toxische werking van het diergeneeskundige middel. Het gebruik bij honden met microflaremie (bloedlarven) wordt daarom niet aanbevolen.
In gebieden met risico op hartworm of wanneer bekend is dat een hond uit zo´n risicogebied komt, is het raadzaam voor het toedienen van het diergeneeskundige middel een dierenarts te raadplegen om de aanwezigheid van een al bestaande dirofilaria immitis-infectie uit te sluiten. Wanneer er een besmetting met dirofilaria immitis vastgesteld wordt, moet de hond voor het toedienen van het diergeneeskundige middel tegen volwassen parasieten behandeld worden.
Echinococcosis (infectie met echinococcus-soorten of lintwormen) houdt risico´s in voor mensen.
Als er een echinokokkose gediagnosticeerd wordt, moeten specifieke richtlijnen voor de bandeling, nazorg en bescherming voor mensen nageleefd worden. Raadpleeg experts of instituten op het gebied van parasitologie. Er zijn geen studies gedaan naar sterk verzwakte honden of mensen met een sterk beperkte nier- of leverfunctie. Het product wordt voor die dieren niet aanbevolen of enkel aan de hand van de baten/risicobeoordeling van de bevoegde dierenarts. Een lintworminfectie is bij honden jonger dan 4 weken oud ongewoon. Daardoor is behandeling van dieren jonger dan 4 weken oud met een combinatiepreparaat waarschijnlijk niet nodig.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor degene die het diergeneeskundige middel aan dieren toedient:
Na gebruik handen wassen.
Als er per ongeluk een tablet wordt ingenomen, vooral wanneer dit bij een kind het geval is, ga dan direct naar de dokter en neem de bijsluiter of het etiket mee.
Halve tabletten moeten weer in de geopende folie teruggestopt worden, die weer in het doosje bewaard moet worden.
Overdosis (symptomen, noodmaatregelen en tegenmiddel), indien noodzakelijk:
Geen gegevens beschikbaar.
Wisselwerking met andere geneeskundige middelen en andere wisselwerkingen:
Er zijn geen wisselwerkingen waargenomen, wanneer de aanbevolen dosis van macrocyclische lactoneselamectines tijdens de behandeling met de combinatie van milbemycinoxime en praziquantel in de aanbevolen hoeveelheid toegediend werden. Bij gebrek aan meer studies is voorzichtigheid geboden, wanneer het diergeneeskundige middel samen met andere macrocyclische lactonen toegediend wordt. Zulke sutdies worden ook niet op drachtige dieren gedaan.