Krabben

krabben in aquarium

Welke krabben kan ik houden?

De bekendste krabbensoorten die in het aquarium (eigenlijk in aquaterraria) gehouden kunnen worden zijn de zogenaamde vampierkrabben (goeosesarma) en de wenkkrabben (uca). De vampierkrab schaart zich onder de zoetwaterkrabben en kan dankzij zijn kleine lijfje perfect in een aquaterrarium gedijen.

In tegenstelling tot de antropomorfe vampier komt dit diertje oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië (specifiek Sulawesi). Daar leeft dit de vampierkrab in de buurt van rivieren en meren, terwijl de wenkkrab op vrijwel iedere tropische kustregio van de Atlantische en Stille Oceaan te vinden is. Omdat de laatste dus gewend is aan zeewater, kost het wat meer moeite om een wenkkrab te houden. Zodra het zout wateraquarium echter opgezet is, zal blijken dat de wenkkrab niet al te veel andere moeilijke eisen aan zijn aquarium stelt.

Beide soorten hobbelen overwegend op het land rond, daarom hebben ze ook in hun aquarium een groter landdeel nodig. De combinatie van een land- en een waterdeel is echter van vitaal belang.

Het spannendst aan het houden van krabben is hun sterk ontwikkelde sociale en communicatieve gedrag. Daarnaast zijn de beestjes nog op veel gebieden niet uitvoerig bestudeerd en toveren ze jouw aquarium zo in tot een fascinerende natuurdocumentaire.

Hoe zien ze er uit?

Bij de eerste blik op de vampierkrab valt onmiddellijk hun felle paarse of oranje tot rode kleur op. Volwassen diertjes zijn met een totale lengte van gemiddeld 10 tot 30 mm relatief klein, uitschieters voor beide geslachten kunnen tot wel 50 mm groot worden. Het pantser bovenop hun lijfje, de carapax, heeft een ruwer oppervlak en lijkt van bovenaf bijna vierkant. De soms felgele ogen van de geosesarma – waardoor hij zijn vampier-reputatie verworven heeft –  zijn lang en komen op hun steeltjes bijna tot aan de carapax. De twee geslachten zijn van elkaar te onderscheiden door naar het onderlijf te kijken: de segmenten hiervan zijn bij mannetjes beduidend smaller dan bij vrouwtjes.

Wenkkrabben zijn er in verschillende kleuren en zijn met hun 8 tot 35 mm ongeveer net zo klein. Opvallend is de gigantische schaar bij de mannetjes, die tot wel 50% van het lichaamsgewicht kan uitmaken. De andere schaar en beide scharen bij vrouwtjes zijn veel kleiner.

Beide bovengenoemde krabbensoorten behoren tot de orde van tienpotigen en je hoeft geen rekenwonder te zijn om te weten dat dat vijf paar poten zijn: het eerste paar poten is met scharen uitgerust die dienst doen als werktuig voor gevechten, communicatie, voedingsopname en uiteraard papier knippen. De andere vier worden gebruikt om zich op voort te bewegen.

Hoeveel soorten zijn er?

In 2009 jaar beschaving zijn er 43 soorten geosesarma-krabben ontdekt. Voorheen werden ze nog onder de familie van de kwadraatkrabben (grapsidae) geschaard, tegenwoordig horen ze bij de familie van de mangrovekrabben (sesarminae).

De feloranje “mandarijnkrab” (geosesarma notophorum) is veruit de bekendste ondersoort en is in Europa een van de makkelijkst verkrijgbare soorten vampierkrabben.

Van de uca-krabben zijn er tegenwoordig 92 ondersoorten geïndexeerd, deze worden tot de familie van de ocypodidae gerekend.

Beide soorten horen bij de overkoepelende infraorde van de krabben (brachyura), de orde van de tienpotigen (decapoda) en de klasse van de hogere kreeftachtigen (malacostraca).

Hoe ziet de natuurlijke leefomgeving van de krabben eruit?

De geosesarma-krab is, zoals eerder in dit artikel beschreven, voornamelijk verspreid over Zuidoost-Azië, daar zijn er op veel eilanden zelfs endemische soorten. Dit komt doordat de larven van deze soort zich niet meer in het water ontwikkelen en zo niet door de stroming verspreid kunnen worden.

De uca-krab komt voor aan de kusten van warme en tropische zeeën, waar ze graag in mangrovebossen of slijk- en zandwad vertoeven. Net zoals de vampierkrab is de wenkkrab nacht- of schemeractief.

Beide soorten organiseren zich in hun natuurlijke omgeving in koloniën, maar in de paartijd barsten er soms heftige territoriumconflicten uit.

Hoe moet ik een aquariumkrab voeren?

In principe zijn krabben omnivoren, maar vampierkrabben lijken toch de voorkeur te geven aan vleeskost, waar ze ook zelf op jagen. In aquaria krijgen ze weliswaar vaak plantaardig voer aangeboden, geosesarma-krabben nemen dit echter maar zelden aan. In een aquarium kunnen ze prima met vriesvoer, groenten, granulaat, tablettenvoer en vlokreeftjes worden gevoerd. Af en toe kunnen ze ook wel van een regenworm of slak genieten, van levend voer dus.

De wenkkrab is daarentegen minder kieskeurig, hij accepteert zowel plantaardige als dierlijke voeding, dat ook in het wild (voornamelijk droge stukken van moerassen) op zijn menu staat.

Speciaal krabbenvoer is in dierenwinkels te krijgen. Daarbij moet er voornamelijk op gelet worden dat er genoeg veel kalkhoudende voeding, zoals sepiaschelpen, wordt gehaald, omdat de krabben regelmatig vervellen.

Hoe moet ik krabben in mijn aquarium houden?

Bij het houden van krabben in een aquarium moet er met een aantal dingen rekening gehouden worden: ten eerste is het belangrijk om te weten dat zowel de vampierkrab als de wenkkrab semi-terrestrisch zijn – ze leven dan wel in de buurt van het water, maar begeven zich hoofdzakelijk op het land. Vandaar is het essentieel dat hun aquaria zowel delen met zoet water als genoeg land hebben (daarom dan ook de aanduiding aquaterrarium). Omdat ze niet kunnen zwemmen, moeten ze het land op kunnen klimmen en moet het waterdeel vlak zijn (max. 2-3 cm diep). Hier is het ook belangrijk dat de krabbetjes ook goed uit het water kunnen klimmen, omdat ze naast kieuwgaten ook een longachtig ademsysteem hebben – als ze niet goed het water uit kunnen komen lopen ze anders het risico op verdrinking!

Het is bovendien erg belangrijk dat de diertjes genoeg verstopplekken hebben. Ten eerste is dit een goede basis voor hun natuurlijke territoriale gedrag en maken ze de voortplanting mogelijk, omdat ze het vrouwtje een plek bieden om te broeden. Ten tweede kunnen de krabben hier kort na het vervellen in schuilen, omdat ze in deze periode weerloos zijn.

Als verstopplekken zijn bladeren, mos en kleine holletjes, zoals kruikjes of tunnels, geschikt. Als planten kunnen de ondertussen vrijwel niet van echte te onderscheiden kunstplanten gebruikt worden, omdat echte planten al snel door de krabben geconsumeerd of op andere manieren aangetast worden.

Aangezien krabben zich ook graag ingraven, is een bodem van turf, zand of schorssnippers perfect.

Bij het houden van krabben in een aquarium moet er bovendien op gelet worden dat beide soorten zich het prettigst voelen wanneer ze samen met soortgenoten worden gehouden. Dat wil niet zeggen dat ze graag met andere soorten worden gehouden, maar onder elkaar zijn ze vreedzaam. Omdat ze uitgebreid met elkaar communiceren mogen ze ook nooit alleen, maar moeten ze altijd in groepen worden gehouden. Ze zijn juist uniek door hun uitvoerige sociale en communicatieve gedrag, en alleen zouden ze al snel wegkwijnen.

Als je krabben samen met vissen houdt, bestaat er weer het gevaar dat deze door de krabben gevangen worden. Ook het houden van krabben in combinatie met amfibieën is sterk af te raden: ook die vallen vaak ten prooi aan de krabben. Samenvattend is het samenstellen van een samenleving erg moeilijk en niet aan te raden.

Omdat de diertjes vooral in de kwetsbare tijd na het vervellen soms tot kannibalisme overgaan, is het noodzakelijk om genoeg verstopplekken in het verblijf te zetten. Hier kunnen de krabbetjes zich in terugtrekken totdat hun pantser weer helemaal hersteld is.

De richtlijn die aan te houden is voor het houden van krabben in optimale omstandigheden, is een aquarium van 100 L. Hierbij is het erg belangrijk om eventuele vluchtwegen goed af te sluiten – de krabbetjes zijn behendige klimmers en kunnen snel ontkomen. Mocht een krab toch een keer ontsnappen, kun je het beste een vlak schaaltje met water neerzetten. Wordt het hem te droog, komt hij naar het water en kun je het diertje eenvoudig weer in het aquarium zetten.

Bij de geosesarma-krabben ligt de temperatuur idealiter tussen de 22° en 26°C, de pH-waarde tussen de 6,5 en 8 en de waterhardheid tussen de 10 en 20 °dGH.

De wenkkrab gedijt in zout tot brak water met een temperatuur van 18° tot 23°C, een pH-waarde van ongeveer 7,2 of hoger en een hoge waterhardheid. Dit diertje kan niet voor langere tijd in puur zoet water leven. Eventueel kun je voor de wenkkrabben eb en vloed simuleren, omdat ze uit hun natuurlijke omgeving aan de getijden zijn gewend, en ze zich bij eb graag ingraven.

De watertemperatuur moet in verhouding zijn met de temperatuur van de lucht, daarom is het belangrijk dat het aquarium is afgedekt – dus niet alleen vanwege de vluchtgevaarlijkheid. De luchtvochtigheid mag daarbij niet worden vergeten! De vampier- en wenkkrab komen, net als de meeste andere krabbensoorten, uit een tropisch klimaat en hun kieuwenachtige luchtwegen hebben een hoge luchtvochtigheid nodig om niet uit te drogen.

Wat voor levensverwachting kan ik bij krabben in een aquarium verwachten?

Vampierkrabben worden doorgaans zo ongeveer vier jaar. Deze dieren zijn eenvoudig te houden, mits er een paar basisregels worden nageleefd (zie boven). De wenkkrab wordt ongeveer twee tot drie jaar en is eveneens geschikt voor beginners. Bij beide krabbensoorten is het belangrijk om ze regelmatig van kalk te voorzien, omdat ze vervellen.

Kunnen ze in het aquarium worden gekweekt?

Als de bovengenoemde omstandigheden worden aangehouden en er vooral genoeg verstopplekken worden aangeboden, is het zonder meer mogelijk om de krabben te kweken.

Hier is een bepaald aantal mannetjes voor nodig (en daarmee een aquarium van passende grootte), omdat de vrouwtjes bij de partnerkeuze erg kieskeurig zijn.

Vrouwelijke vampierkrabbetjes leggen in vergelijking met andere soorten relatief grote eieren met een doorsnee van ongeveer 1 mm en verdwijnen voor de broedzorg langere tijd in hun holletje. De larven ontwikkeling zich bij de vampierkrabben in relatief korte tijd, zo komen geheel ontwikkelde minikrabbetjes (van slechts een paar millimeter groot) in bruine camouflagekleuring uit het ei.

Als je het paargedrag van de wenkkrab meemaakt vallen in één keer alle puzzelstukjes wat zijn naam betreft op hun plaats: het mannetje wenkt met een bovenmatig grote schaar en lokt zo vrouwtjes naar zich toe. Na het paren legt het vrouwtje de eitjes als eiballetjes, die ze aan de onderkant van het pantser vastmaakt. Hier blijft ze voor ongeveer twee weken mee in haar verstopplek aan land, totdat ze de eitjes in het water loslaat, zodra die klaar zijn om uit te komen. Daar komen de larven dus uit hun behuizinkjes gekropen en blijven nog twee weken in het water. Nadat ze het larvestadium in het water succesvol hebben afgerond, komen de jonge krabben weer aan land (zie ook boven de noodzaak van een land- en waterdeel).

Waar vind ik krabben om in mijn aquarium te houden?

Deze soorten krabben kun je in iedere goed uitgeruste dierenwinkel verkrijgen. Weliswaar bieden ook online-handelaars krabbetjes via expresspost aan, maar het is beter voor de diertjes om deze direct bij de speciaalzaak te halen. Ze kosten ongeveer €5 tot €10 per diertje.

Onze meest behulpzame artikelen
8 min

Axolotl

Sinds een paar jaar geleden is de Mexicaanse salamandersoort Axolotl een regelrechte trend. De vriendelijke blik op zijn gezicht en de opvallende kleuren maken het dier tot een echte blikvanger in ieder huis. Hoewel de axolotl als erg exotisch wordt gezien,  is het diertje relatief makkelijk te verzorgen. In dit artikel kun je alles over deze vissensoort leren.

9 min

Clownvis (Annemoonvis)

De clownvis, hoewel deze vis ook wel bekend staat onder de naam anemoonvis, is die laatste naam eigenlijk de aanduiding van het geslacht Amphipiron. De twee soorten lijken heel erg op elkaar, maar moeten biologisch gezien uit elkaar worden gehouden: enerzijds de driebandanemoonvis (Amphiprion ocellaris), die het bekendste is, anderzijds de perculaclownvis (Amphiprion percula). De anemoonvisjes zijn van nature gevestigd in de Stille en Indische Oceaan en zijn niet met uitsterven bedreigd.

9 min

De kogelvis

De familie van de kogelvissen (Tetraodontidae = viertandige) bestaat uit 25 onderfamilies met in totaal zo’n 200 soorten. Met een grootte van net twee centimeter is de dwergkogelvis (Carinotetraodon travancoricus) het kleinste lid van de familie. De reuzenkogelvis is – zoals de naam waarschijnlijk al verraadt – beduidend groter: deze kan een doorsnede van wel 1,20 meter hebben. Kogelvissen zijn vertegenwoordigers van de hoogontwikkelde beenvissen. In dit artikel lees je alles over de kogelvis.