Guppy (poecilia reticulate)

guppy

Verzorgen van guppy’s? Een kind kan de was doen!

Guppy’s zijn een van de populairste vissoorten in zoetwateraquaria wereldwijd. Ze planten zich ook in gevangenschap zonder problemen voort, hebben geen ingewikkelde verzorging nodig en zijn daarom ideaal voor beginnende aquariumbezitters. Guppy’s zijn kleurrijke diertjes die het niemand kwalijk nemen als ze een keertje verkeerd behandeld worden. De energieke en actieve visjes komen voor in veel verschillende vormen en kleuren.

Het uiterlijk van de guppy

De guppy is tussen de drie en vijf centimeter lang. De vrouwtjes zijn normaal gesproken groter en ronder dan de mannetjes. In gevangenschap kunnen de visjes tot wel vijf jaar oud worden, terwijl ze in het wild meestal niet ouder dan twee jaar worden. Guppy’s zijn levendbarend. De vrouwtjes zijn relatief onopvallend en hebben een wit-zilvere schubachtige huid. De mannetjes zijn veel feller gekleurd, hebben langere vinnen en staarten. De staartvin kan spits toelopen, waaiervormig of schopvormig zijn. De naamgeving van de ondersoorten richt zich ook naar de vorm van de staart. Bovendien kan de staart nog in veel verschillende kleuren voorkomen. Individuele kweekexemplaren kunnen zonder meer erg opvallen, maar hebben weinig gemeen met het uiterlijk van guppyvrouwtjes in het wild. Mannetjes zijn in de vrije natuur daarentegen ook kleurrijk en komen voor in verschillende varianten.

De verschillende soorten en hun bijzonderheden

In 1856 werd in de wateren voor Trinidad een visje gevangen, dat naar de Duitse onderzoeker Albrecht Günther werd gestuurd om geclassificeerd te worden. Sindsdien is de systematiek totaal onveranderd gebleven. De namen uit de ontdekkingstijd van 1859 zijn tegenwoordig niet meer geldig. Guppy’s horen bij de familie van de beenvissen en daaronder tot de onderfamilie van de levendbarende tandkarpers (poeciliidae). In de categorie straalvinnigen horen ze bij de ondercategorie neopterygii. Ondertussen zijn er nieuwe soorten op speciale kleuren en staartvormen gekweekt. De meeste guppysoorten onderscheiden zich onderling vooral door de verschijningsvorm van hun staarten. Zowel kleur als vorm kunnen ook binnen de kweeksoorten verschillen. Voor kwekers zijn kruisingen tussen verschillende soorten niet aan te raden, omdat daarbij meestal de mooie kleur verloren gaat.

De guppy’s met grote vinnen zijn onder te verdelen in dubbelzwaard, vlaggenstaart, waaierstaart, ladderstaart, bovenzwaard, onderzwaard en driehoekstaart. De ondersoorten bij de guppy’s met kleine vinnen zijn nadelstaart, spadestaart, speerstaart en rondstaart. De Endler guppy is een speciale groep binnen de guppy’s. Het is een erg jonge aquariumvis, die in 1975 door prof. John A. Endler in Venezuela is ontdekt. Qua uiterlijk en lichaamsbouw verschilt hij duidelijk van ‘gewone’ guppy’s en is in 2005 als zelfstandige soort erkend, nadat hij lange tijd als ondersoort werd gezien. Typisch voor dit dier is de groene kleur waar de onderkant van de staart uit ontspruit en daarvoor een oranjekleurige band. Hij is niet moeilijk om te houden en is dol op een helder, goed met planten gevuld aquarium.

Geboortegronden en verspreidingsgebied van guppy’s

De guppy is geen bedreigde diersoort en staat daarom ook niet onder bescherming. Omdat voortplanting één van de favoriete hobby’s van het visje lijkt te zijn en omdat hij zo vaak in aquaria wordt gehouden, noemen mensen hem ook wel miljoenenvisje. De guppy is verspreid over een gigantisch gebied dat zich uitbreid van de noordelijke Amazone via het hele noordoosten van Zuid-Amerika tot aan de Kleine Antillen. Guppy’s leven in de randgebieden van vrijwel alle wateren, ook in het brakke water van riviermondingen. Diep water mijden ze en leven in plaats daarvan liever in beekjes en in de buurt van rivieroevers. De visjes zijn overdag actief en zijn meestal op middelbare- en oppervlaktediepte te vinden. Guppy’s zijn taaie dieren en passen zich erg goed aan hun omgeving aan. Na een aantal generaties kunnen ze zelfs in temperaturen rond de 12°C gedijen. Vanwege hun robuustheid en om muggenplagen binnen de perken te houden zijn guppy’s over de hele wereld in het wild uitgezet. Men hoopte op die manier de ziekten die steekmuggen overdragen te beteugelen. Van dit nuttige effect maken bijvoorbeeld ook thermen gebruik.

Voeding in natuur en aquarium

Guppy’s zijn alleseters en niet erg kieskeurig qua dieet. Dat geldt zowel in het wild als in aquaria. Toch hebben ze voorkeuren en zijn vooral dol op voer dat in de buurt van het water vliegt. Levend voer is ideaal om de dieren van alle belangrijke voedingsstoffen te  voorzien. Af en toe zoeken guppy’s ook stenen en wortels af op algen of knabbelen aan wat zachte planten. In minder dan 45 minuten is het voedsel verteerd. Daarom moeten aquariumbezitters vaak, maar weinig voeren. Wekelijks één dag vasten is goed voor de gezondheid van de visjes. Droogvlokken zijn het voedsel dat het vaakst wordt gegeven, omdat er erg makkelijk mee om te gaan is. De vlokken liggen met een wateraandeel van 80% erg dicht bij het natuurlijke voer en bevatten de ideale combinatie voedingsstoffen. Als de verpakking is geopend, vergaan de mineralen en vitaminen echter relatief snel. Daarom zou het droogvoer binnen drie maanden op moeten zijn. Vlokken zijn na ongeveer 40 minuten in het water opgelost, terwijl granulaat op zijn minst vier uur in het water blijft drijven. Daarom geven veel bezitters liever granulaat. Ook vriesvoer is prima geschikt om in aquaria te geven, maar mag geen tekenen van vriesbrand vertonen. Het moet bevroren gegeven worden. Levend voer komt het dichtst in de buurt van de natuurlijke eetgewoontes van guppy’s, maar is wat lastiger om mee om te gaan. In het wild jagen guppy’s op kleine jonge visjes, op insecten die in het water leven, op muggen- en insectenlarven, op spinnen, op kleine diertjes die op het water zijn gevallen en op slakjes en wormpjes. Bij het voeren in een aquarium moet je nooit meer voer geven dan de groep binnen vijf minuten op kan eten.

Het houden van guppy’s in een aquarium

Guppy’s eten vaak hun nakomelingen op. Daarom raden wij je aan om meer vrouwtjes dan mannetjes te houden. Deskundigen bevelen aan om drie vrouwtjes voor ieder mannetje te houden. In ieder aquarium horen waterplanten. Deze stabiliseren de samenleving en dienen als plekken om zich in terug te trekken. Bovendien maken ze de voedingsbodem uit, die voor jonge guppy’s een belangrijke voedselbron is. Deze waterplanten moeten robuust en tegen verschillende zoutgehaltes zijn. Guppy’s houden zich in alle hoeken van het aquarium op, daarom moet iedere laag worden beplant. Planten op de bodem van het aquarium gebruiken guppy’s voornamelijk als verstopplaats. Ook tussen drijvende planten aan het wateroppervlak verstoppen ze zich graag. Mossen filteren schadelijke stoffen uit het water. Sterke vermenigvuldiging van de planten is echter niet wenselijk, omdat er anders te weinig licht in het aquarium doordringt. Te veel mos schaadt ook de pH-waarde. Het aquarium heeft niet per se bodemgrond nodig om te zorgen dat de guppy’s goed in hun vel zitten. In een decoratief woonkameraquarium is een laagje zand en grind echter mooier. Guppy’s houden niet van stroming. Ook hectische en druk rondzwemmende huisgenoten hebben ze liever niet. Om deze visjes voor langere tijd te houden zou het minstens 60 centimeter lang moeten zijn. Guppy’s zijn groepsdieren, zijn dol op gezelschap. Ze moeten daarom in groepen van minstens vijf diertjes worden gehouden. Het kweken van guppy’s in een aquarium is doodeenvoudig. Voor een worp van 25 jonge visjes is een aquarium van 25 liter meer dan genoeg. Bij grote worpen van 60 of meer jonkies is een aquarium van minstens 80 liter inhoud aan te raden. Guppy’s wennen er erg snel aan als er regelmatig voer wordt gegeven, daarom leveren ook grote aquaria met minder visjes geen enkel probleem op. Omdat ze in grotere aquaria ook meer bewegen, bouwen ze een grotere spiermassa op. Ook in ruimtelijk beperktere omstandigheden ontwikkelen de visjes zich goed, mits het water vaak genoeg wordt ververst. Als de guppy’s een leeftijd van ongeveer drie maanden hebben bereikt, zijn ze geslachtsrijp. Om jonge guppy’s te kweken moet hun echter een groter aquarium ter beschikking staan. Een quarantaineaquarium is geschikt om de pasgeboren diertjes tijdelijk in onder te brengen, omdat het risico op besmetting van de ‘oude’ vissen altijd blijft bestaan. Als het tijdelijke aquarium klein is, kun je de nieuwe visjes beter in de gaten houden. Leg bovenop het aquarium altijd een afdekplaat, die ook de voerplaats bedekt. Juist hier verzamelen de guppy’s zich in groten getale en is er een kans dat er eentje uitspringt om zich uit de drukte te bevrijden.

Gezondheid en verzorging

Door te veel kweken kunnen sommige guppy’s die in de speciaalzaak verkrijgbaar zijn verzwakt zijn. Vandaar is het raadzaam om je bij het kopen tot een gekwalificeerde specialist te wenden. De visjes verdragen de veranderde samenstelling van het water vaker niet. De volgende generatie is aan de kwaliteit van het water gewend en is daarom vaak veel robuuster. Een aantal soorten zijn veel vatbaarder voor visziekten als muil- en vinrot of witte stip. De muil- en vinrot is een schimmel die de bek of vinnen aantast en sterk beschadigt. Bij vinrot zien de vinnen er melkachtig en gerafeld uit. Een niet ongewone oorzaak is te zelden het water verversen. Het water moet worden gereinigd en met jodiumvrij keukenzout worden gezout. De witte stip-ziekte is terug te voeren op infectie door parasieten. Vissen met een goede lichamelijke gesteldheid kunnen deze ziekte ook zonder behandeling doorstaan. Daarna zijn ze immuun voor parasieten. Geïnfecteerde dieren moeten niet in quarantainebakken worden gezet, want het water is ook geïnfecteerd. De parasieten kunnen door uv-straling met een speciaal uv-lichtaccessoire uitgeroeid worden. Als alternatief kunnen de dieren met medicijnen worden behandeld. De therapie duurt dan twee tot drie weken en moet exact volgens de voorschriften verlopen. Aangezien de guppy zich aan kan passen, kan hij met veel andere vissen in het aquarium worden gezet. Of hij goed in zijn vel (of in dit geval schubben) zit, weet je meteen als ze zich voortplanten. Hoe sterker het immuunsysteem van de diertjes, hoe groter de bescherming tegen ziekten is. Dat ideaal kun je bereiken door voor optimale levensomstandigheden te zorgen.

Waar kun je guppy’s verkrijgen?

Guppy’s, de populaire bontgekleurde siervissen, kun je in gekwalificeerde dierenspeciaalzaken of online verkrijgen. Afhankelijk van de aanbieder kan het aanbod wisselen. Guppy’s zijn simpel in de verzorging en kunnen zonder moeilijkheden in een aquarium worden gehouden. Ze wennen snel aan het voer en omdat ze overdag actief zijn, zijn ze ook interessant om naar te kijken. Hun verschillende gedragspatronen te doorgronden is ook voor kinderen spannend en niet al te ingewikkeld. Tegelijkertijd leren ze hierdoor erg veel over de diertjes. In het ideale geval koop je minstens een groep van vijf of zes guppy’s, omdat de visjes anders zullen vereenzamen. De keuze aan guppy’s in de speciaalzaak is gigantisch. Guppy’s kunnen zich erg goed aan hun omgeving aanpassen en houden platy’s, meervallen, karperzalmen, slakken en garnalen graag gezelschap.

Onze meest behulpzame artikelen
8 min

Axolotl

Sinds een paar jaar geleden is de Mexicaanse salamandersoort Axolotl een regelrechte trend. De vriendelijke blik op zijn gezicht en de opvallende kleuren maken het dier tot een echte blikvanger in ieder huis. Hoewel de axolotl als erg exotisch wordt gezien,  is het diertje relatief makkelijk te verzorgen. In dit artikel kun je alles over deze vissensoort leren.

9 min

Clownvis (Annemoonvis)

De clownvis, hoewel deze vis ook wel bekend staat onder de naam anemoonvis, is die laatste naam eigenlijk de aanduiding van het geslacht Amphipiron. De twee soorten lijken heel erg op elkaar, maar moeten biologisch gezien uit elkaar worden gehouden: enerzijds de driebandanemoonvis (Amphiprion ocellaris), die het bekendste is, anderzijds de perculaclownvis (Amphiprion percula). De anemoonvisjes zijn van nature gevestigd in de Stille en Indische Oceaan en zijn niet met uitsterven bedreigd.

9 min

De kogelvis

De familie van de kogelvissen (Tetraodontidae = viertandige) bestaat uit 25 onderfamilies met in totaal zo’n 200 soorten. Met een grootte van net twee centimeter is de dwergkogelvis (Carinotetraodon travancoricus) het kleinste lid van de familie. De reuzenkogelvis is – zoals de naam waarschijnlijk al verraadt – beduidend groter: deze kan een doorsnede van wel 1,20 meter hebben. Kogelvissen zijn vertegenwoordigers van de hoogontwikkelde beenvissen. In dit artikel lees je alles over de kogelvis.