Twee Discusvissen
De naam van deze vis geeft al een hint over zijn uiterlijk: discusvissen hebben de vorm van een ronde schijf, zoals die in de Olympische sport wordt gebruikt. Deze zwemmende schijf fonkelt in prachtige kleuren. De oorspronkelijk uit het Zuid-Amerikaanse Amazonegebied afkomstige discusvis is inmiddels een blikvanger in ieder aquarium geworden. Ze worden in groepen van zo’n vijf tot acht dieren gehouden, wat eventueel tot hogere kosten kan leiden.
Discusvissen: cichliden met vlakke torso’s
Met hun vlakke cirkelvormige lijfjes vallen discusvissen nogal buiten de norm in de cichlide-familie. Hun schubben kunnen verschillende kleuren hebben. Prachtig glimmend, vaak in neonachtig geel, blauw en rood, trekken ze de aandacht van iedereen die voorbijkomt. Onder het hoge, edele voorhoofd zit een platgedrukt mondje, waarvan de lippen vaak wat opgezet lijken. De rug en buik van het visje worden gesierd door vinnen die met hun kleuring niet zelden een opvallend contrast met de rest van het lijfje vormen. In vergelijking met deze sierlijke vinnen zijn de staartvinnen meestal eerder klein en smal. Erg bijzonder zijn de stemmingsbanden, die op het lijf aan de oppervlakte komen. Hun intensiteit fluctueert afhankelijk van de gemoedstoestand van de vis en zijn belangrijke indicatoren voor stress en onrust. Discusvissen worden gemiddeld ongeveer 16 centimeter lang – gekweekte dieren kunnen tot wel 20 centimeter bereiken.
Het discus-spectrum
In de negentiende eeuw betoverde de discusvis de eerste Europese wetenschappers annex ontdekkers in Brazilië. Op dat moment werd de discus voorzien van het label ‘echte discus’. Zijn uiterlijk was de klassieke vorm met gelige dwarsstrepen, een witte ondergrond en een grote zwarte streep in de lengte – dit gaat om het klassieke uiterlijk van de discusvis, niet van de werpschijf. Later doken er steeds meer soorten van dit dier op. Voornamelijk de kleuring van de vinnen en de schubben, zo merkten de wetenschappers snel, varieerden per omgeving sterk. Tegenwoordig wordt ervan uitgegaan dat discusvissen niet precies genoeg in verschillende (onder-)soorten kunnen worden opgedeeld, omdat ze op basis van hun typische kenmerken niet exact van elkaar kunnen worden afgegrensd. Zelfs binnen één soort wijken het aantal schubben, de kleuring en de vinstralen soms zelfs sterk van elkaar af. Toch onderscheiden veel ervaringsdeskundigen vier verschillende soorten discusvissen die in het wild voorkomen: de Heckeldiscus in rood en blauw met vijf strepen, de bruine discus met verschillende tinten bruin op het lijf, de groene discus uit Peru en de blauwe discus. De Heckeldiscus is in thuisaquaria het moeilijkst te houden, omdat hij bijzondere eisen stelt aan het water: dit moet extra zacht en warm zijn, met een lage pH-waarde. Kwekers hebben het soortenspectrum uitgebreid, onder de vele nieuwe (kleur-)variaties kunnen nu ook een blauw-turquoise en een “Blue Diamond” discusvis met fabelachtige glinstereffecten worden geschaard. Daarnaast zijn de gelige soorten “Pigeon Blood” en “rood-turquoise” erg geliefd als huisdieren.
De discutabele “Koning van de Amazone”
Vanaf het moment van ontdekking wordt de discusvis door biologen als “Koning van de Amazone” erkend. Net als vrijwel iedere menselijke monarchie wordt ook deze echter niet universeel gesteund. Andere claims komen terecht op kaaimannen, anaconda’s of de jaguar. In tegenstelling tot deze andere soorten verovert de discusvis de harten van de iedereen die naar ze kijkt door zijn elegant doch sereen schitterende discuslijf. Deze vis bewoont de zoete wateren van de Amazone, de delta van deze rivier en andere rivieren in het Amazonesysteem zoals de Rio Negro en de Rio Madeira. Het verspreidingsgebied strekt zich helemaal uit tot in Peru. Tegenwoordig zijn deze glinsterende cichliden in zo goed als alle zijrivieren van de Amazone te vinden. In het wild komen vissen van de verschillende ‘soorten’ en visfamilies maar weinig samen, daarom verschillen ze ook zo per regio – het gaat wel nog steeds om dezelfde soort. Als het de bedoeling is om de vissen in aquaria te houden, worden discusvissen vaak gekweekt en via dierenspeciaalzaken of online-handelaren in omloop gebracht. Het grootste voordeel hieraan is dat je het dier in de winkel zelf kunt bestellen en je je uitgebreid kunt laten informeren.
Hier voeden de dieren zich van
Jonge diertjes krijgen hun voedingsstoffen in eerste instantie van de huid van hun ouders. Zodra de larven een leeftijd van ongeveer vier weken bereiken, beginnen ze ook andere dingen te eten. In de vrije natuur voeden de vissen zich meestal met algen en afgestorven plantendelen. Dit wordt aangevuld met kleine ongewervelde diertjes als muggen, wormen en larven. Precies zoals bij mensen doet verandering van spijs eten. Absolute klassiekers zijn granulaat- en vlokkenvoer, dat echter niet in te grote hoeveelheden mag worden gegeven. Juist als er te veel granulaatvoer gegeven wordt, kan dit tot verstoppingen in de darm leiden met ten slotte de dood tot gevolg. Vlokken moeten van tevoren worden ingeweekt, zodat ze niet pas in de vissenmaag opzwellen. Voor discusvissen zijn droogvoermengsels van visfilet en garnalen ideaal. Het is aan te raden om het discusdieet aan te vullen met astaxanthine of bèta-carotine, zodat de vissen hun opvallende rode kleur kunnen krijgen. Daarnaast zijn deze stoffen nodig om zo het stressniveau van de zwemmende werpschijven terug te dringen en ze zich beter kunnen voortplanten. Als alternatief voor droogvoer kan er vriesvoer worden gebruikt. Hiermee worden vooral muggenlarven, garnalen, artemia en krill bedoeld. Daarnaast worden discusvissen ook vaak met runder- of kalkoenhart gevoerd. Deze moeten absoluut vetarm en fijngehakt zijn. Door hart te eten kunnen de visjes hard groeien, maar kleuren ze niet zo intensief. Extra schaaldieren en bijvoorbeeld paprika kunnen voor deze rode kleurstof zorgen. Zoals boven is vermeld, moet de afwisseling in het dieet niet worden vergeten: het is ook zinvol om af en toe levend voer in het aquarium te gooien. Wormpjes, schaaldiertjes en rode muggenlarven wakkeren het jachtinstinct aan en dragen bij aan het algemene welzijn van de vissen. Bovendien is het raadzaam om mineraalstoffen en vitamine B12 door het voer te mengen. Voedingsvezels helpen er bovendien bij om de vertering aan te zwengelen en daarmee overvoeren te voorkomen. Veel van deze voedingsvezels of ballaststoffen zijn in de schalen van schaaldieren te vinden. Tijd voor een maal is het driemaal daags – geef steeds kleine porties. Jongere vissen kunnen tot wel vijf keer per dag worden gevoerd.
Houden in het aquarium: alles wat je moet weten
Alles – of in ieder geval het houden van discusvissen – begint met de aanschaf van een geschikt aquarium. Omdat de discusvis zich meestal in een groep op zou moeten houden, is meer plaats steeds goud waard. Plan per vis zo’n 60 liter water in. Dat wil zeggen dat je bij een groep van drie vissen al bijna een aquarium van 200 liter in huis moet halen. Het is echter vrij gebruikelijk om vier tot vijf dieren in een groep te houden. Hier zul je ongeveer 300 liter voor nodig moeten hebben. In dat geval moet er met een minimale aquariumlengte van 15 centimeter rekening gehouden worden. Overigens, hoe groter het aquarium is, hoe stabieler het geheel moet zijn. Door de verhoogde waterdruk moet het glas vanaf 400 liter minimaal twaalf millimeter dik zijn. Een stevige onderbouw van steen is ook essentieel.
De hele constructie kan het beste in een rustige hoek van de woonkamer worden opgebouwd, waar de dieren niet al te veel worden gestoord. Aanhoudende stress kan uiteindelijk tot aandoeningen of zelfs de dood voeren. De verkeerde soort licht is een extra factor die onrust kan veroorzaken. In hun land van herkomst leven de discusvissen dicht bij de donkere bodem van de Amazonerivier. Wie wild gevangen dieren houdt, moet hier absoluut rekening mee houden bij het verlichten. Gekweekte vissen zijn iets beter aan een felle en heldere omgeving gewend. Wij raden je toch aan om vooral gedempte neonlampen met een hoger aandeel rood licht te gebruiken. Door de verlichting in- en uit te schakelen kan bovendien het dag-nacht-ritme gereguleerd worden. Schakel het licht in het aquarium na twaalf tot veertien uur voor enige tijd uit en laat de nachtrust indalen.
Voor tropische vissen is er niet aan hoge temperaturen te ontkomen. Waarden rond de 29°C zijn optimaal. Zodra deze onder de 27°C uitkomen, kunnen de dieren zenuwachtig worden. De pH-waarde van het water moet in totaal tussen 6 en 7 liggen. Bij gedomesticeerde wilde dieren kan de pH-waarde zelfs tot 5 afdalen. Hoe hoger de pH-waarde is, hoe slechter de ontlasting van de vissen, die ammonium afzondert, wordt afgebouwd en zo kan het water vergiftigd raken. Een waterhardheid van 4 tot 14° dH wordt aangeraden. De carbonaathardheid moet minimaal bij 3°, maximaal 12° liggen.
Om jouw vissen een schoon habitat te kunnen bieden, kan er absoluut niet van een filter worden afgezien, temeer vanwege het grote watervolume. Filterinstallaties die gebaseerd zijn op actieve kool, dat schadelijke stoffen uit het water haalt, hebben relatief weinig water nodig. Via een buis wordt het water dan met zuurstof verrijkt. In die buis kunnen ofwel bio-ballen ofwel lavastenen worden gelegd. In sommige gevallen kan er ook turf in een van de filterkamers worden gebruikt. Een gedeeltelijke waterverversing blijft evenwel nodig. Wekelijks moet er ongeveer twintig tot dertig procent van de inhoud van het aquarium worden ververst. Alternatief kan er ook een prijzige pompinstallatie gebruikt worden, die het aquarium constant voorziet van vers water.
Voor de aanschaf van de discusvissen moet het aquarium eerst “gebruiksklaar” worden. Gedurende een tijdspanne van zo’n twee weken vormen zich bacteriekoloniën die voor de biotoop essentieel zijn en later schadelijke stoffen in het water afbouwen. Pas als het habitat volledig leefbaar is, kunnen de vissen in het aquarium intrekken. Waterplanten horen hier natuurlijk ook bij. Het kan echter nogal moeilijk zijn om de juiste exemplaren te vinden, die ook bij de tropische watertemperaturen goed kunnen gedijen. Bemesting en CO2-voorziening zijn absoluut noodzakelijk.
Zoals eerder als vermeld is, houdt de discusvis zich het liefst in kleinere groepen van tot acht dieren op. Dit is belangrijk, zodat er een natuurlijk groepsdynamiek en -hiërarchie kan ontstaan en de vissen goed in hun vel zitten. Het optimale aantal vissen ligt bij vijf tot acht, maar in individuele gevallen kan er ook een groepje van drie dieren worden samengesteld. Discusvissen kunnen prima samen met andere soorten in hetzelfde aquarium leven, denk hier bijvoorbeeld aan labyrintvissen (zoals de Siamese kempvis en de paradijsvis), barbelen, algeneters en baarzen uit Afrika.
.
Gezondheid: zo duurzaam zijn discusvissen
Discusvissen zijn verbazingwekkend robuust. In het wild kunnen ze tot wel tien jaar oud worden, in aquaria kunnen ze zelfs de bijbelse leeftijd van zestien jaar bereiken. Bij de meest voorkomende aandoeningen horen aluminiumvergiftigingen en schimmelinfecties, deze kunnen echter door goede waterfiltering worden voorkomen. Niet zo heel vaak haken lernaea-wormpjes zich in de vissenschubben vast. Een probleem dat veel vaker voorkomt is de witte stip-ziekte, die door een parasiet wordt veroorzaakt. In geval van infectie moet de betroffen vis zo snel mogelijk worden geïsoleerd. De infectie is namelijk heel erg besmettelijk en heeft meestal een dodelijke afloop. De ziekte is te herkennen aan de karakteristieke en naamgevende witte stippen op het lijf en opgezwollen kieuwen. Innerlijke aandoeningen reiken van waterzucht via bandwormen tot evenwichtsstoringen.
Waar kun je discusvissen aanschaffen?
De eerste halte is natuurlijk de dierenspeciaalzaak om de hoek. Hier kun je je uitgebreid laten informeren over het houden van deze vissen en kunnen er daarnaast verschillende soorten op verzoek worden besteld. De meeste winkels kennen hun klassiekers en hebben daarom vaak discusvissen voorradig. Bovendien is er een erg breed online-aanbod, dat van minder serieus aanbod op eBay tot aan grote online-vishandels varieert.