Amanogarnalen (Caridina japonica)

Amanogarnalen (Caridina japonica)

Amanogarnalen (Caridina japonica)

Opruimingspatrouille in het aquarium, op de goede manier

De één zal “van die beestjes” nooit in zijn aquarium laten, anderen kunnen zich geen aquarium zonder garnalen voorstellen. Hoe man ook tegenover de filigraandiertjes staat, zeker is dat ze in het aquarium – net zoals in de natuur – een belangrijke rol spelen bij het behoud van het ecosysteem. Onvermoeibaar zoeken ze met hun zachte grijpertjes de bodem af naar iets eetbaars. Voerresten, afgestorven plantendelen en zelfs dode vissen staan op het menu. Maar het hoofdonderdeel van hun dieet zijn algen. Deze eigenschap heeft hun erg veel populariteit verschaft. Ondertussen zijn amanogarnalen (Caridina multidentata) steeds vaker in de handel te vinden, en zijn deze ijverige helpers uit veel aquaria niet meer weg te denken.

Het uiterlijk van de amanogarnaal

Het lichaam van de amanogarnaal is doorzichtig-transparant met kleine puntjes. Afhankelijk van de kwaliteit van het water schijnen de dieren met een groene of zelfs rode gloed. Volgroeide vrouwtjes zijn ca. 7 cm lang met ongeveer 2 cm lange poten. De mannetjes zijn hier optisch nauwelijks van te onderscheiden, omdat ze alleen maar een stukje kleiner zijn.

Amanogarnaal © mikhailg / stock.adobe.com
Amanogarnaal

Het houden van de amanogarnaal

Qua waterwaarden zijn “amano’s” niet erg veeleisend. Waterhardheid van 2° tot 20° dH en temperaturen van tussen de 23° en 27°C verdragen ze probleemloos. In sommige bronnen wordt er zelfs uitgegaan van extreme waarden tussen de 15° en 28°C. De pH-waarde mag, wanneer mogelijk, niet boven de 7,5 uitkomen, omdat de dieren dan snel lethargisch worden en overduidelijk niet lekker in hun vel zitten.

De waterwaarden in een aquarium dat door amanogarnalen bewoond wordt moet vooral één ding zijn: constant. De garnalen verdragen flinke schommelingen helemaal niet. Vandaar raden wij je aan, het water liever vaker en dan wat minder per keer (ca. 30%) te verversen, zodat de waterwaarden zo stabiel mogelijk blijven. Noemenswaardig is bovendien dat amanogarnalen van zuurstofrijk water houden.

Amanogarnalen zijn vredelievende diertjes, die probleemloos met even grote vreedzame vissen samen kunnen leven. Bij roof- of grotere vissen moet je goed uitkijken dat de weerloze garnalen niet als welkome snack gezien worden. Amanogarnalen voelen zich het meest comfortabel in groepen. Er moeten minstens 10 amano’s in een aquarium zitten. In aquaria waar meerdere soorten in samenleven blijven amano’s vaak onopvallend. Ze zitten tussen planten of op de bodem en zoeken de omgeving af naar voedsel. Zwemmend doen ze aan doorschijnende, kleine geesten denken, die sereen door het water zweven. Amanogarnalen zijn sowieso niet alleen de perfecte gezondheidspolitie, maar ook fascinerende wezens waar je urenlang naar kunt kijken.

Amanogarnaal in aquarium © Grigory Bruev / stock.adobe.com
Amanogarnaal in aquarium

Voeding

Amanogarnalen zijn al tevreden met relatief kleine aquaria, met ca. 30 cm lange kanten, dat niet al te fel verlicht is en met enkele verstopplekken gedecoreerd is. Mochten er in het aquarium geen algen zijn, kun je de garnalen bijvoeren met algentabletten of ander algenvoer, zoals voor meervallen verkrijgbaar is, omdat de diertjes anders wegkwijnen. Een andere mogelijkheid is de verlichting langer aan te laten staan, zodat er wat algen als voedsel voor de garnalen groeien. Ook ander voer, zoals vlokkenvoer, bevroren voer en zelfs klein levend voer eten ze graag. Algen mogen echter absoluut niet missen, want die zijn de hoofdvoeding van de garnalen.

Hoe oud worden amanogarnalen?

Amanogarnalen worden in aquaria duidelijk ouder dan in het wild. De levensverwachting van amanogarnalen is 6 tot 8 jaar als ze goed verzorgd worden.

Het kweken van amanogarnalen

Het kweken van amanogarnalen is in tegenstelling tot het houden van vrij complex. Terwijl de volwassen garnalen oorspronkelijk uit zoetwatergebieden komen, ontwikkelen de larven zich in brakwater. In de natuur drijven de larven met de stroming mee richting zoutwatergebieden zodra het ei uit gekomen is. Zodra de garnalen volwassen zijn keren ze terug richting de zoetwatergebieden. Als gevolg hiervan zijn er twee verschillende bakken nodig om de amanogarnalen te kweken.

Kweken van amanogarnalen
Kweken van amanogarnalen

Zo werkt het kweken:

  • Plaats eerst het vrouwtje in de aparte (nog zoetwater) bak voordat de larven uit het ei komen
  • Nadat alle eitjes zijn uitgekomen, plaats je de moeder terug in de originele bak geplaatst
  • Nu moet de tweede bak met speciaal zeewater worden gevuld, zodat de garnalen zich volledig kunnen ontwikkelen
  • Na 40 dagen zijn de garnalen groot genoeg en kunnen ze geplaatst worden in de originele bak.

Als alternatief kun je de garnalen laten uitkomen in een zoetwatertank en ze dan voorzichtig verplaatsen naar de voorbereide brakwatertank.

Alle producten met betrekking tot de aquaristiek, zoals visvoer, aquaria of aquariumplanten, zijn te vinden in de zooplus online shop.

Onze meest behulpzame artikelen
8 min

Axolotl

Sinds een paar jaar geleden is de Mexicaanse salamandersoort Axolotl een regelrechte trend. De vriendelijke blik op zijn gezicht en de opvallende kleuren maken het dier tot een echte blikvanger in ieder huis. Hoewel de axolotl als erg exotisch wordt gezien,  is het diertje relatief makkelijk te verzorgen. In dit artikel kun je alles over deze vissensoort leren.

9 min

Clownvis (Annemoonvis)

De clownvis, hoewel deze vis ook wel bekend staat onder de naam anemoonvis, is die laatste naam eigenlijk de aanduiding van het geslacht Amphipiron. De twee soorten lijken heel erg op elkaar, maar moeten biologisch gezien uit elkaar worden gehouden: enerzijds de driebandanemoonvis (Amphiprion ocellaris), die het bekendste is, anderzijds de perculaclownvis (Amphiprion percula). De anemoonvisjes zijn van nature gevestigd in de Stille en Indische Oceaan en zijn niet met uitsterven bedreigd.

9 min

De kogelvis

De familie van de kogelvissen (Tetraodontidae = viertandige) bestaat uit 25 onderfamilies met in totaal zo’n 200 soorten. Met een grootte van net twee centimeter is de dwergkogelvis (Carinotetraodon travancoricus) het kleinste lid van de familie. De reuzenkogelvis is – zoals de naam waarschijnlijk al verraadt – beduidend groter: deze kan een doorsnede van wel 1,20 meter hebben. Kogelvissen zijn vertegenwoordigers van de hoogontwikkelde beenvissen. In dit artikel lees je alles over de kogelvis.