Een mooi aangelegde vijver is de trots en het plezier van veel tuinliefhebbers. Geen wonder, want het biedt een bijzondere plek om te ontspannen, vooral in het warme seizoen. Als vissen daarbij ook nog bekeken kunnen worden, is het tuingeluk perfect! Of het nou gaat om Goudvissen, Koi of Goudzeelt. Wij stellen je vijf populaire vijvervissen en hun gewoonten voor.
Waar je op moet letten bij het plannen van je siervisvijver
Iedereen die ooit een visvijver in de tuin heeft gepland en aangelegd, weet dat de optimale leefomstandigheden voor de toekomstige vijverbewoners al in deze beginfase worden gecreëerd. De diepte, de grootte en de ligging van het waterlichaam zijn immers bepalend voor de latere uitzetting van de vis.
Vooral de diepte van de vijver is belangrijk en mag op het diepste punt niet minder dan 120 centimeter bedragen. Want alleen dan kunnen vissen zonder problemen in je tuinvijver overwinteren. Bij het bezetten van de vijver met vissen speelt ook de grootte een essentiële rol. Een vijvervis van tien centimeter lang heeft minstens 50 liter water nodig. Grote vijvervissen of levendige soorten hebben aanzienlijk meer vrije ruimte nodig dan kleinere soorten. Een grote en diepe vijver biedt ook ideale toevluchtsoorden voor de vissen en maakt het ook mogelijk verschillende vissoorten te combineren. Als je overweegt meer dan twee vissoorten te combineren, is het raadzaam vooraf een deskundige te raadplegen.
Misschien sta je op het punt jouw siervisvijver te plannen en klopt je hart al voor een speciale vissoort. Dan kun je hier meer te weten komen over de behoeften en bijzonderheden van populaire vijvervissen.
Welke vis past bij jouw vijver?
Als je droomt van een tuinvijver met vissen moet je eerst weten welke soorten zich thuis zouden voelen in de vijver? Hoeveel siervissen kunnen er in totaal in je tuinvijver leven? En welke vijvervissen gaan samen? Als je twee vissoorten direct wilt samenbrengen, moet je ervoor zorgen dat ze dezelfde eisen stellen aan water, vijverplanten en voedsel en dat ze goed met elkaar overweg kunnen. Schoolvissen voelen zich bijvoorbeeld alleen op hun gemak binnen de groep. Inheemse vijvervissen kunnen zich beter aanpassen aan de plaatselijke omstandigheden dan exotische vissen.
Een grote verscheidenheid aan siervissen voor de tuinvijver wacht op je in de dierenwinkel. Zeer populair zijn vooral de kleurrijke kweekvormen van goudvissen of koi. Naast deze zeer bekende vissen zijn er echter nog andere interessante inheemse vijvervissen. Lees hieronder meer.
Koikarpers (Nishikigoi): de koning van de tuinvijver
De fascinerende kleurrijke schubben van de koi variëren van wit tot rood tot zwart. Het is een kweekvorm van de karper en de oudste siervissoort ter wereld. De oorspronkelijke herkomst is niet precies duidelijk. Het kweken van de koi begon in Japan in de 18e eeuw. Het werd populair in de negentiende eeuw. Koi is het Japanse woord voor karper, Nishikigoi staat voor brokaatkarper.
Vandaag de dag zijn er ongeveer 16 hoofdsoorten en meer dan 100 ondersoorten, die allemaal verschillen in patroon en kleurvariatie. Een van de meest populaire is de Kohaku, een witte koi met rode patronen. De edele broedkarper kan tot een meter lang worden als hij goed wordt gehouden en gevoed. Hij leeft graag in gezelschap en voedt zich zowel met plantaardig als dierlijk voedsel. Met zijn sierlijke bewegingen en kleurrijkheid is de koi een uiterst aantrekkelijk gezicht in elke Aziatische vijver en doet hij zijn naam als de koning der vijvervissen alle eer aan.
Bijzondere kenmerken
Geen natuurlijk gevoel van verzadiging, matig voeren is noodzakelijk voor de gezondheid van de vissen, meestal zeer vertrouwensvolle dieren, winterhard.
Moeilijkheidsgraad: gevorderd (veeleisend in het voeren, bedreigd door het koi-herpesvirus, regelmatige controle van de waterwaarden noodzakelijk).
Latijnse naam: Cyprinus carpio.
Herkomst: China, Japan, Zwarte Zee.
Lengte: tot 100 centimeter.
Leeftijd: tot 70 jaar (bij goede verzorging en voeding).
houden: in een school (gezelligheidsdieren).
Koivijver: met voldoende ruimte en een goede filtering heeft een Koi minstens één bak water nodig. 1.000 liter water.
Waterwaarden: optimale watertemperatuur van 20°C- 24°C, in de winter niet lager dan 4°C, in de zomer niet hoger dan 26°C.
Voedsel: speciaal koivoer met een aangepaste eiwit-vetverhouding, zoals drijvende voedingssticks of voerparels.
Socialisatie: niet alle vissen kunnen omgaan met de eigenaardigheden van de Koi. Vaak zul je in de koivijver goudvissen, goudzeelten of voorns tegenkomen, die het goed met elkaar kunnen vinden.
Oldie but Goldie: goudvissen, de favoriete klassiekers onder de vijvervissen
Goudvissen zijn de op één na oudste siervissoorten ter wereld en zijn ook in aquaria populair als felgekleurde blikvangers. De karperachtige vis komt oorspronkelijk uit China. Hier werden ze gefokt uit een subsoort van de kroeskarper. De eenvoudige goudvis heeft een gestroomlijnd lichaam en zijn schubben zijn goud-oranje van kleur.
Er zijn verschillende fokvormen die verschillen in postuur, vinlengte en vorm, alsmede in de kleurslagen oranjerood, goud, wit, zilver of zwartgevlekt. Populaire goudvissenrassen zijn sluierstaart, sarasa en komeetstaart. Goudvissen worden beschouwd als gezellig, vreedzaam en niet veeleisend om te onderhouden. De robuuste omnivoren verblijven hoofdzakelijk in de middelste waterlagen en graven graag naar voedsel op de zandbodem.
Bijzondere kenmerken
Geen natuurlijk gevoel van verzadiging, snelle reproductie, veel ruimte nodig: een goudvis van 10 centimeter ongeveer 500 liter water, winterhard.
Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk.
Latijnse naam: Carassius auratus.
Herkomst: China.
Lengte: tot 35 centimeter.
Levensverwachting: 20-30 jaar.
Houden van goudvissen: kleine groep van minimaal 3 dieren.
Visvijver: moet een minimale vijverdiepte hebben om te kunnen overwinteren: 100 centimeter.
Waterwaarden: optimale watertemperatuur van 16°C-24°C.
Voedsel: zowel droogvoer, diepvriesvoer, levend voer of groenvoer kan worden gegeven.
Socialisatie is mogelijk.
De goudzeelt: overdag schuw, vreedzaam met andere vijvervissen
De goudgeel gekleurde goudzeelt is een gekweekte vorm van de olijfgroene wilde vorm en leeft uitsluitend in tuinvijvers en vijverkwekerijen. Afgezien van de kleur lijken de gouden zeelt en de wilde Europese soort op elkaar. De zeelt behoort oorspronkelijk tot de karperachtigen.
Als je goudzeelten als vijvervissen wilt houden, moet je weten dat deze vissoort voornamelijk tijdens de schemering en in de nacht actief is. Overdag verblijft de goudzeelt voornamelijk in de onderste waterlagen, beschut tussen de vijverplanten en laat hij zich slechts zelden aan de oppervlakte zien en aanschouwen. Goudzeelten geven de voorkeur aan een zanderige, modderige bodem, waar ze op zoek gaan naar ongewervelde bodemdieren zoals slakken of wormen. Met voeren en veel geduld kan de goudzeelt af en toe wat meer vertrouwen krijgen en dichter naar de oppervlakte worden gelokt.
Goudzeelten zijn vreedzame vijverbewoners en kunnen goed samenleven met andere, ook kleinere vissoorten.
Bijzondere kenmerken
Zeer goed bestand tegen een laag zuurstofgehalte in het water, winterhard.
Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk.
Latijnse naam: Tinca Tinca.
Herkomst: Europa.
Lengte: 20-40 centimeter, maximaal 60 centimeter.
Levensverwachting: 15-20 jaar.
Houden van goudzeelten: kleine groepen van minimaal 5 dieren.
Visvijver: rijke beplanting, maximaal 5 vissen per 1.000 liter water.
Waterwaarden: watertemperatuur van 12°C tot 26°C.
Voedsel: weekdieren en planten.
Socialisatie: mogelijk met de meeste vijvervissen.
De ruisvoorn: een blikvanger onder de inheemse vijvervissen
De mooie ruisvoorn is een vreedzame schoolvis die graag verblijft in de oeverzone, die rijk is aan vegetatie. Binnen de karperfamilie behoort hij tot het soort van de rode karper. De ruisvoorn is ook bekend onder de naam blankvoorn, maar verschilt van deze siervissoort door verscheidene kenmerken. Zo is de iris van de ruisvoorn goudgeel, terwijl de iris van de blankvoorn rood is.
De ruisvoorn heeft ook grote glanzende zilverkleurige schubben en is gemakkelijk te herkennen aan zijn opvallende rode vinnen. De ruisvoorn voedt zich hoofdzakelijk met waterplanten, wat het moeilijk kan maken om hem in een tuinvijver te houden. Dit komt omdat ze de vijverplanten in een mum van tijd opeten. De ruisvoorn is een gezellige oevervis, maar hij wordt ook beschouwd als zeer schrikachtig. Dus de beste manier om de mooie kant van deze vissen te observeren is met kalmte en geduld.
Bijzondere kenmerken
Gevoelig voor de karperluis, winterhard.
Moeilijkheidsgraad: normaal.
Latijnse naam: Scardinius erythrophthalmus.
Herkomst: Europa.
Lengte: 20-40 centimeter.
Leeftijdsverwachting 15-20 jaar.
Houden in kleine groepen van minimaal 10-15 vissen.
Visvijver: diepe en ondiepe zones, aanplant van grassen en robuuste en dikbladige planten.
Waterwaarden: watertemperatuur van 10°C tot 20°C.
Voedsel: vijverplanten.
Socialisatie: kan goed opschieten met vissoorten die soortgelijke eisen stellen.
Vetje: vreedzame, kleine schoolvissen
Het vetje is een kleine vijvervis. Hij houdt zich bij voorkeur op aan de kust, waar hij in zwermen tussen de planten leeft. Zwemmend op het wateroppervlak is de zilverachtig glinsterende vijvervis met de blauwachtige lengtestreep goed waar te nemen. Hier eten ze kleine ongewervelden, zoals vliegen of muggen. Vroeger geloofde men dat vetjes in de modder werden geschapen, zonder ouders. Vetjes zijn zeer vreedzame dieren en kunnen ook goed overweg met andere vijvervissen.
Waterwaarden: watertemperatuur tussen 10°C en 20°C.
Voedsel: levend voedsel: kleine muggenlarven, zoöplankton, algen, droogvoer.
Socialisatie: is mogelijk.
Conclusie: eerst plannen, dan vijvervissen kopen
Naast de hier genoemde soorten vijvervissen is er natuurlijk een breed scala aan andere inheemse of zelfs exotische vijvervissen die graag in de tuinvijver ravotten. Tot de grote vijvervissen behoren bijvoorbeeld ook de sterlet uit de steurfamilie, de winde, die speciaal voor vijvers werd gefokt, of de shubukin, een kleurrijke Japanse siervis. Als je de voorkeur geeft aan kleine vijvervissen, dan zijn levendige scholende vissen zoals de bittervoorn, elrits of stekelbaars misschien iets voor jou.
Zoals je kunt zien, is er een grote verscheidenheid aan vissoorten. Zij verschillen niet alleen in vorm en kleur, maar ook in de eisen die zij aan hun leefomgeving stellen. Sommige vissen zijn bijzonder gemakkelijk te houden, andere vereisen iets meer verzorging. Vreedzame vissen kunnen ook goed overweg met andere vissoorten en een paar soorten zijn nogal slecht geschikt voor socialisatie. Dus voordat je een beslissing neemt en een vijvervis koopt, raden wij aan om eerst na te gaan welke vis bij je past.
Het is in ieder geval zeker dat de gewenste vijverbewoner binnenkort door jouw vijver zwemt.
Wij hopen dat je lang plezier zult hebben van je gezonde en gelukkige zoetwatervissen.
In de zomer kun je de goudvissen verwennen in de tuinvijver. Maar in de herfst vragen de meeste eigenaars van een vijver zich af hoe ze hun vissen gezond en stressvrij de winter door laten komen. In onze stapsgewijze handleiding vind je belangrijke tips over de verzorging en meer informatie over hoe je goudvissen goed overwinteren.
Een mooi aangelegde vijver is de trots en het plezier van veel tuinliefhebbers. Geen wonder, want het biedt een bijzondere plek om te ontspannen, vooral in het warme seizoen. Als vissen daarbij ook nog bekeken kunnen worden, is het tuingeluk perfect! Of het nou gaat om Goudvissen, Koi of Goudzeelt. Wij stellen je vijf populaire vijvervissen en hun gewoonten voor.
Vissen vullen een tuinvijver met leven – zodat ze kunnen groeien en gedijen, hebben ze een geschikte voedingsbodem nodig. Maar in een kunstmatig aangelegde vijver en bij een hoge visdichtheid ziet het dieet er vaak meer dan karig uit. Vanaf ongeveer 12°C moeten de vissen daarom bijgevoerd worden, zodat de longloze schepseltjes van alle broodnodige vitaminen en mineralen worden voorzien. In dit artikel lees je alles over het onderwerp: vijvervissen voeren.