Veel schildpaddenliefhebbers zijn nog steeds onverminderd betoverd door één van de oudste levende diersoorten, zelfs al zijn het geen dieren om mee te knuffelen. Daar staat tegenover dat deze reptielen vaak erg oud worden en je bij het houden onder de juiste omstandigheden meer dan jarenlang zullen begeleiden. In dit artikel kom je alles te weten over de schildpad.
Hoe ziet een schildpad er uit?
De meest kenmerkende eigenschap van een schildpad komt al duidelijk in zijn naam naar voren. Aangezien deze beestjes reptielen zijn, in tegenstelling tot hun gedeeltelijke – amfibische! – naamgenoot de pad, moet het hier dan wel gaan om het typische schild. Dit pantser bestaat zowel uit bot als uit verbeende huid en is voor en achter voorzien van openingen voor de kop, hals, staart en poten. Door de zogenaamde groeiringen op het schild te bestuderen, kunnen echter alleen de groeifasen die het dier al heeft doorgemaakt worden afgelezen, niet zijn leeftijd.
Hun leerachtige en waterdichte huid beschermt schildpadden optimaal tegen uitdroging en verwondingen. De huid mist echter zweetklieren, zodat ze felle middagzon moeten vermijden om niet oververhit te raken.
Er zitten geen tanden in de bek van dit miljoenen jaar oude reptiel. Dit heeft echter niets met ouderdom te maken: de boven- en onderkaak zijn goed ontwikkeld en helpen de schildpad bij het afbijten van plantaardige voeding of bij het vangen van een prooi.
Welke soorten schildpadden zijn er?
Onder de grote noemer ‘schildpad’ worden 313 soorten en meer dan 200 ondersoorten gerekend. Leden van deze familie, die variëren van kleine waterschildpadjes, die in meertjes en plassen leven, tot gigantische land- en zeeschildpadden, bevolken al meer dan 220 miljoen jaar onze aarde.
Ondanks hun respectabele, oeroude familiegeschiedenis en de hoge leeftijden die vooral grotere schildpadden kunnen bereiken, zijn veel soorten vandaag de dag met uitsterven bedreigd. Het is daarom erg belangrijk dat iedereen die graag een schildpad als huisdier wil gaan houden zorgvuldig nagaat waar het dier vandaan komt en geen beschermde dieren uit het wild in huis haalt. Daarnaast is niet iedere schildpaddensoort geschikt als huisdier.
Tropische soorten hebben voor beginners ook bijster weinig zin, omdat het houden van deze dieren erg veel inspanning en uitdagingen met zich meebrengt. Schildpadden met minder eisen – zoals de zuidelijke sierschildpad, de muskusschildpad en de Egyptische of Tunesische landschildpad – zijn veel geschikter voor leken.
Waar leeft een schildpad?
Schildpadden hebben inheemse vertegenwoordigers op ieder continent behalve in de poolgebieden. Daar leven ze dan in tropische regenwouden, in meren en moerassen, in woestijnen en brakwatergebieden en in zeeën en oceanen. Meren, plassen en rivieren functioneren wereldwijd als woonplaatsen van waterschildpadden, terwijl landschildpadden ook prima gedijen in erg droge gebieden.
Landschildpadden
Landschildpadden mogen dan wel erg klein en langzaam zijn, toch ondernemen ze graag ontdekkingstochten en hebben daarvoor dan ook genoeg ruimte nodig. Optimaal is het daarom om deze dieren niet alleen in een terrarium te houden. Deze reptielen hebben een verblijf vol afwisseling nodig, waar ze in kunnen klauteren, graven en zich opwarmen.
Als vuistregel voor de grootte van een terrarium kun je de lengte van het schild maal vijf nemen en dit als lengte en breedte aanhouden. Hoe groter de dieren worden, hoe groter natuurlijk ook het terrarium moet zijn. Bij de inrichting van een geschikt terrarium moet er met vier punten rekening gehouden worden.
- Bodem: De bodem van het terrarium is idealiter met een substraat bedekt dat niet stoft, zodat de luchtwegen van het dier niet geïrriteerd worden. Fijn grind, rivierzand of schorssnippers zijn erg goede opties en kunnen nog aangevuld worden met wat bladeren of hooi. Hierin graven sommige soorten zich graag in.
- “Badkuip”: Schildpadden zijn dol op baden en gebruiken deze mogelijkheden tegelijkertijd om uit te drinken. Daarom is het belangrijk dat het water zonder problemen kan worden verwisseld. Een kom(metje) is bij kleinere schildpaddensoorten vaak al prima.
- Verstopplek: In hun natuurlijke leefomgeving zoeken schildpadden vaak een schuilplaats om in te overnachten en uit te rusten. Daarom moeten zulke plaatsen absoluut ieder individueel dier ter beschikking staan.
- Voerplek: Schildpadden zijn net als mensen gewoontedieren en eten het liefst altijd op dezelfde plek. Zoek daarom een geschikte plaats uit, waar je iedere dag vers voer neerlegt.
In het wild zijn schildpadden vaak einzelgänger en hebben daarom niet per se gezelschap nodig. Desondanks kunnen de reptielen ook in paren of kleine groepen worden gehouden. Houd echter in je achterhoofd dat het geslacht van schildpadden pas na een paar jaar met zekerheid vast te stellen is. Bij groepen mannetjes kan het, zodra ze geslachtsrijp zijn, namelijk tot rivaliteiten en conflicten komen. Om dit te vermijden, kun je in plaats van pasgeboren diertjes ook schildpadden in huis halen die al een aantal jaar oud zijn – schildpadden worden per slot van rekening erg oud. Groepen die uit meerdere vrouwtjes bestaan met maximaal één mannelijk exemplaar zijn ideaal voor een harmonische schildpaddensamenleving.
Verder is de zogenaamde winterrust – een iets lichtere vorm van winterslaap – niet te vergeten. Dit is echter niet op alle soorten van toepassing. Terwijl de Europese landschildpadden in de winter een schuilplaats opzoeken en daar overwinteren, kunnen Marokkaanse landschildpadden dankzij het klimaat bij hun thuis ook ’s winters actief blijven.
Europese landschildpadden gaan daarentegen – afhankelijk van de weerssituatie – eind oktober of november – in winterrust. Hier ontwaken ze pas uit wanneer het buiten weer warm wordt. Alleen als een dier ziek is, moeten houders van de meerdere maanden durende winterrust afzien of deze opschuiven. Aangezien de voorbereidingen voor de winterrust al in september beginnen, moeten deze dieren uiterlijk in augustus in huis gehaald worden.
Drie maanden voor de winterrust is het erg belangrijk om de schildpadden op parasieten en ziekten te onderzoeken. Hier helpt een monster van de uitwerpselen bij, die je aan een gespecialiseerde dierenarts overhandigt. Zieke of zwakke dieren overleven de winterrust namelijk zelden, daarom is dit onderzoek dan ook van levensbelang en indien nodig kan het overwinteren beter verlaat worden.
Bij het houden in de buitenlucht hoeven er geen grotere voorbereidingen voor de winterrust worden getroffen. In een terrarium is het daarentegen belangrijk om de duur dat het terrarium verlicht wordt al een maand van tevoren terug te schroeven naar vier uur per dag. Tegelijkertijd moet het ’s nachts koel zijn, omdat de dieren zo langzaamaan minder eten en hier op den duur helemaal mee stoppen. Dit klinkt misschien wat eng, maar dit is zelfs noodzakelijk voor de winterrust.
Afhankelijk van de soort zijn er specifieke temperaturen en tijden met verlichting aan te houden, voordat de schildpadden in een geschikte omgeving kunnen overwinteren. Tijdens de drie tot vijf maanden durende winterrust mogen de dieren maximaal twee keer gestoord en gewogen worden, om er zeker van te zijn dat ze in orde zijn.
Waterschildpadden
Vanwege hun kleinere lijf zijn waterschildpadden wél prima in een terrarium of aquarium te houden. Deze moet natuurlijk wel groot genoeg zijn. In de zomermaanden kunnen een aantal soorten ook buiten in de tuinvijver worden gehouden en dan in het huis overwinteren.
Voor de zuidelijke sierschildpad, die maar een lengte van tien tot vijftien centimeter kan bereiken, is een aquarium van 80 cm al groot genoeg, veel andere soorten hebben echter grotere aquaria nodig. De schildpadhandelaar kan je hier preciezer advies over geven.
Ter afwisseling en om verstop- en zonmogelijkheden te bieden, is het het beste om een aquarium voor waterschildpadden uit te rusten met (drijvende) eilanden, stenen en/of, stukken hout en niet-giftige planten. Waterfilters en zuurstofpompen zorgen voor een passende waterkwaliteit, terwijl speciale tl-buizen voor goede verlichting en optimale verwarming van de dieren zorgen.
Hoe ziet het dieet van een schildpad eruit?
Landschildpadden zijn vegetariërs en op hun menu staan wilde kruiden, groenten en fruit. Ontelbare planten die in de tuin of op de wei groeien zijn geschikt voor een schildpaddendieet en de aloude uitspraak ‘verandering van spijs doet eten’ geldt ook voor deze reptielen – variatie is graag gezien. Daarnaast kun je schildpadden ook wat groenten geven, wees bij het geven van fruit echter spaarzaam: vanwege de fruitsuikers mag dit maar af en toe als lekker tussendoortje worden gegeven.
Een schildpad smaakt hooi dan wel prima, maar ze vinden vooral vers voer heerlijk. Geef ze daarom ook ’s winters altijd verse kruiden of sla. Omdat veel supermarktsla met pesticiden is bespoten, raden wij je aan zelf gegroeide sla te gebruiken.
Opdat de schildpad genoeg calcium binnenkrijgt, is het belangrijk dat de schildpad eierschalen, kalkpoeder of onbehandelde sepiaschelpen ter beschikking heeft.
Waterschildpadden hebben een onmiskenbaar ander dieet. Deze dieren worden voornamelijk met levend voer of bevroren voer uit slakken, waterslakken, regenwormen, sprinkhanen en krekels gevoerd. Op hun menu misstaan echter ook hele zoetwatervissen (bijv. spiering), babymuisjes of -ratten, kakkerlakken, pissebedden of mosselvlees niet. Daarnaast worden de maaltijden nog aangevuld met eendenkroos, waterpest, hoornbloem en waterleliebladeren. Sepiaschelpen functioneren ook bij waterschildpadden als goede kalkbron voor een gezond schild.
Zorg er voor dat je geen calcium(poeder) over het voer heen strooit, maar dit los aanbiedt. Door het bestrooien van het voer kunnen schildpadden makkelijk te veel calcium binnenkrijgen, wat ziektes tot gevolg kan hebben. In de regel is het genoeg om hele vissen, dus inclusief schubben, graten en ingewanden te geven, om de schildpadden van genoeg vitaminen en kalk te voorzien. Omdat de dieren het zelf doorhebben als ze extra kalk nodig hebben, moeten sepiaschelpen toch aangeboden worden. Hier knabbelen ze zelfstandig aan als ze dit nodig vinden. In de zooplus shop vind je verschillende soorten schildpaddenvoer.
Hoe lang leven schildpadden en wat voor zorg hebben ze nodig?
Wie een schildpad als huisdier wil aanschaffen, moet altijd in het achterhoofd houden dat landschildpadden tot 70 jaar, en middelgrote exemplaren zelfs tot wel 120 jaar oud kunnen worden. Waterschildpadden worden, afhankelijk van de soort, niet zó oud, maar ook zij zijn erg langlevende dieren en niet maar een aanschaf voor “een paar jaar”.
Waar kan ik een schildpad als huisdier kopen?
Om alleen schildpadden uit eigen kweek te kopen en zo het wildbestand te ontzien, is het belangrijk om jouw schildpadden uitsluitend bij een serieuze schildpaddenfokker of een opvang vandaan te halen. Hier kun je dan meteen informatie over de verzorging krijgen en bekijken hoe de dieren precies worden gehouden. Daarnaast staat de fokker naderhand ook bij vragen en problemen ter beschikking.
Aangezien de dieren erg oud worden, is er niets mis mee om een oudere schildpad in huis te nemen. Dit heeft zelfs een aantal voordelen, omdat het geslacht van het dier nu vastgesteld is en het gedrag beter kan inschatten. Volwassen schildpadden uit het dierenasiel zijn daarom een goede optie als je een schildpad zoekt of meerdere dieren wilt houden.
Als je van plan bent een schildpad in huis te nemen, moet je er ook rekening mee houden dat sommige soorten in de koudere periode van het jaar zich in winterrust terugtrekken. Om deze reden is het het beste om schildpadden in de lente en op zijn laatst in augustus aan te schaffen.