Levend vissenvoer… ook in de herfst en ’s winters
Wie ’s zomers regelmatig door de natuur gebanjerd is, om de beschubde vrienden met vers levend voer zoals muggenlarven of watervlooien te verwennen, vraagt zich waarschijnlijk af of zijn of haar vissen ook in de koudere maanden van vers voer kunnen genieten. Maar veel aquariumhouders schrikken ervoor terug om wormen, larven of watervlooien in de vriezer te bewaren. Bovendien is levend voer natuurlijk niet hetzelfde als vers. Wat nu? In dit artikel lees je alles over, levend vissenvoer.
Levend vissenvoer, goede alternatieven
Natuurlijk zijn er simpele alternatieven, waarmee je jouw vissen het hele jaar door goed en eenvoudig kunt voeren. Twee van de populairste wormsoorten die buitengewoon makkelijk gekweekt kunnen worden, zullen wij je hier voorstellen.
Azijnaaltjes
Met een doorsnede van 1 – 2 mm zijn azijnaaltjes relatief kleine voerdiertjes en daardoor uitzonderlijk geschikt voor het opvoeden van verschillende soorten jonge vissen. De diertjes zwemmen vrij rond in het water. Neem, om ze te houden en te vermenigvuldigen, een bak en vul deze met huishoudazijn van 5 – 6 %, dat je ook kunt vermengen met water (verhouding maximaal 1 : 1). Voeg per liter azijn 1 theelepeltje suiker en een snufje gist toe. Het mengsel moet regelmatig doorgeroerd worden en mag niet luchtdicht afgesloten zijn.
Reiniging van de azijnaaltjes voor het voeren
Levend vissenvoer het gehele jaar, klinkt aantrekkelijk. Maar voordat je deze azijnaaltjes officieel tot visvoer gepromoveerd kunnen worden, moeten de azijnaaltjes gereinigd worden, aangezien het zure kweekwater anders het aquariumwater verontreinigd. Stop een deel van de aaltjes met het kweekwater in een klein glas of reageerbuisje. Sluit het oppervlak van de vloeistof met een watje af en giet daar aquariumwater overheen. In het onderste deel van het glas ontstaat als snel een zuurstoftekort en de diertjes worstelen door het watje naar boven, het frisse aquariumwater in. Hier kun je ze zonder problemen uithalen en aan de vissen voeren.
Grindalwormen
Grindalwormen horen, net als hun grotere familieleden, de regenwormen, bij de ringwormen. Ze worden door de vissen erg graag en probleemloos gegeten en kunnen met de juiste zorg langdurig als voedselbron dienen. De kleine witte wormpjes, ongeveer 1 cm lang, zijn erg rijk aan vetten en eiwitten en daardoor erg goed geschikt om grotere jonge vissen mee op te laten groeien.
Grindalkweek
Er zijn verschillende manieren om grindalwormen te kweken. Wij zullen er hier maar een aantal bewezen methoden beschrijven.
Gebruik bij voorkeur een afsluitbare kunststoffen box met luchtgaatjes in de deksel als kweekbox, die op een temperatuur van 22 – 27°C gehouden moet worden. Bijzonder geschikt substraat voor de kweek zijn schuimplaten van ca. 1 – 1,5 cm dik. Snij hier geultjes in, om ervoor te zorgen dat de wormpjes optimaal van zuurstof worden voorzien. Maak de schuimlagen vervolgens vochtig en leg ze op elkaar.
Voeren van de grindalwormen
Het best geschikt voor het voeren van grindalwormen is aanmaakpoeder voor babygriesmeelpap. Dit poeder kun je gewoon op en tussen de schuimplaten strooien. Bijvoeren mag pas weer wanneer de vorige portie in zijn geheel opgegeten is. Bovendien mag er absoluut niet te veel gevoerd worden, om te voorkomen dat het gaat rotten. Stem de hoeveelheid voer af op de vermenigvuldigingssnelheid en de grootte van de groep waarmee je bent begonnen. Na wat proberen is het echter niet moeilijk om de ideale hoeveelheid voer te vinden. Draai de platen telkens bij het voeren om, steeds de onderste bovenop, omdat deze het meeste vocht bevat. Als je dit niet doet zullen de wormen in de onderste laag na verloop van tijd verdrinken. Ongeveer iedere 2 – 3 dagen, maar minstens een keer per week, moeten de schuimplaten met warm water worden uitgespoeld om de afvalstoffen die de wormpjes hebben geproduceerd te verwijderen.
Uitnemen van de grindalworpmjes
De grindal zijn erg makkelijk uit te nemen. Ze zitten vaak op de deksel of op de rand van de box en kunnen vanaf daar eenvoudig met een wattenstaafje, kwastje of gewoon met de vinger worden losgemaakt en direct aan de vissen gevoerd worden.