Degoes zijn knaagdieren die hun weg naar Nederland oorspronkelijk vanuit Chili hebben gevonden. Daar leven ze in open gebieden en leggen kleine tunnelsystemen aan in ondergrondse holletjes. Qua uiterlijk lijken ze op een mix van de rat en de chinchilla. Ze gebruiken, net als chinchilla’s (en muizen), ook hun voorpoten en zetten deze handig als een paar handen in. Dankzij de nagels aan hun voetjes kunnen ze rotsen en takken beklimmen.
De overdag actieve degoe kan ongeveer vier jaar oud worden. Deze dieren vinden het geweldig om actief mee te doen en contact met mensen te hebben, daarom kan de kooi makkelijk op een drukkere plaats staan. Maar er is één haak (of oog) aan het houden van degoes: Het zijn knaagdieren, en dat niet alleen naar de biologische indeling, maar in de ware zin van het woord. Daarom moet er ook met wat meer rekening worden gehouden.
Degoe kooi
Een kooi met een plastic bak zal tegen de drang van de degoe – alles beknagen! – niet lang stand kunnen houden. De knaagdrift is zo hevig, dat ze zelfs door plexiglas en dun blik heen knagen. Daarom moet er bij de keuze voor een bak op gelet worden dat deze en de bevestigingsklemmen indien mogelijk van metaal zijn.
Het best is echter een terrarium. Het houdt zonder problemen stand bij de schraaporgies, die degoes levenslustig houden, kan niet kapot geknaagd worden en heeft een speciaal beluchtingssysteem, waardoor bacteriën of onaangename luchtjes geen kans krijgen. Bovendien hebben veel terraria een voorkant die opengeschoven kan worden, waardoor het makkelijker is om in het verblijf te werken (voeren, schoonmaken etc.). Een aquarium is nauwelijks als alternatief te gebruiken. Het zou boven met glas afgedekt moeten worden en dan is er al gauw geen luchtstroom meer, waardoor er vocht ontstaat. Zuurstoftekort bij de dieren en de groei van bacteriën zijn het gevolg.
Het interieur van de kooi
Het is nodig om de kooi al voordat de degoe in het huis trekt in te richten, om onnodige overlast na het transport te voorkomen. Een terrarium voor twee degoes zou minstens 80 x 40 x 40 cm moeten zijn. Bij de inrichting is het nodig je creatieve linkerhersenhelft aan te zwengelen, zodat de diertjes genoeg verstop- en klimmogelijkheden hebben. Wees dus niet al te voorzichtig met het gebruiken van “speeltuig” van stenen en takken. Je hoeft er alleen op te letten dat alles zo stevig in de kooi staat, dat er ook bij wat ruigere spelletjes niets in elkaar stort en zo eventueel een van jouw degoes zich verwondt.
Slaaphuisjes als uitkijkplaats: houten huisjes zijn vanwege de hevige knaagdrift van de degoe onbruikbaar. Beter zijn over elkaar gelegde bakstenen, die boven met een grote stenen plaat (bijv. leisteen) afgedekt worden. Let er echter op dat het veilig blijft, want als het instort kan jouw degoe zich verwonden.
Voerbak: Het beste is een zware porseleinen bak, die niet verschoven of omgestoten kan worden. Hij mag echter niet te klein zijn, zodat de degoes zich met een paar groepsgenoten tegelijk aan het voer kunnen vergrijpen. De bak op de bodem zetten is wat minder handig, omdat degoes graag graven en woelen. Zet hem het liefst op het dak van het slaaphuisje, zodat er niet zo snel viezigheid in terechtkomt.
Zandbad: Net als een chinchilla heeft ook een degoe regelmatig een zandbad nodig om zijn vacht schoon te houden. Geef ze hier één keer per dag ca. 15 minuten de gelegenheid voor. Laat hiervoor een plaats in het terrarium vrij, waar je het bad neer kunt zetten. De ‘badkuip’ niet in het verblijf laten staan, omdat hij anders veel te snel vuil wordt. Als je toch een traliekooi gebruikt, kun je een chinchilla-bad om op te hangen op de kop tikken, omdat deze met een deksel af te sluiten is.
Waterbak: Drinknippels zijn niet bijzonder goed geschikt omdat ze van plastic zijn. In de aanwezigheid van een degoe gaan ze erg snel lekken. Ook de zeer stabiele drinknippels van hard plastic zijn niet erg geschikt voor degoes. Bovendien zijn ze erg moeilijk in een terrarium te bevestigen. Dus het is het beste om ook hier weer een stenen bak te gebruiken. Het water regelmatig verversen en de bak heet uitwassen (zonder wasmiddel), omdat ook hier snel vuil in terechtkomt.
Hooiruif: Hetzelfde probleem als met de drinknippel: Waar past dit in een terrarium? Eventueel kun je een klein hoekje met stammetjes afbakenen, waar je het hooi dan inlegt. Zo blijft het ten minste wat langer enigszins schoon.
Strooisel: Het strooisel voor kleine dieren dat je in iedere dierenwinkel vindt is hier de beste optie. Degoes gebruiken het materiaal tegelijkertijd om kleine ‘nestjes’ in te bouwen en maken het zo echt gezellig.
Een goede plek voor de kooi
In tegenstelling tot de meeste knaagdieren vindt een degoe direct zonlicht af en toe wel prettig. Ze genieten er zelfs van en gaan er uitgebreid in liggen zonnen. Tocht, harde muziek en te veel drukte bevalt hun daarentegen helemaal niet. Toch kan de kooi zonder problemen op een iets drukkere plek staan, de woonkamer lijkt hier een erg goede optie.
Verzorging en reiniging van de kooi
Om de groei van bacteriën en het beschimmelen van ongemerkt begraven voervoorraden tegen te gaan, moet het strooisel één keer per week compleet ververst worden. Was de kooi regelmatig met heet water en bestrijd bacteriekoloniën die al ontstaan zijn indien nodig met wat azijn. Bijtende schoonmaakmiddelen of desinfectiemiddelen mogen niet gebruikt worden. Gebruik de kooischoonmaak ook meteen om nieuw takkenmateriaal in te bouwen of oud geworden hooi te verwijderen.
Degoevoer
Bij het kopen van het voer geldt voornamelijk dat je hoogstens voor 2 tot 3 maanden in moet kopen, omdat het voer anders heel snel zijn vitaminen verliest. Wen jezelf een regelmatig ritme voor het voeren aan. Het dier went hier op zijn plaats erg snel aan en zal je al snel ongeduldig opwachten.
Basisvoer
In de zooplus-shop vindt je speciale degoe-voersoorten, die speciaal zijn afgestemd op de behoeften van de degoe. Wie het voer echter liever zelf samenstelt kan caviavoer en goudhamstervoer mengen in de verhouding 2:1. Degoes hebben erg gevoelige magen, ze verdragen andere voersoorten dus niet goed. Let er ook op dat het voer geen ‘lekkernij’ is.
Ruw voer
Hooi: zorg ervoor dat de dieren altijd genoeg hooi in de kooi hebben. In het wild voeden ze zich voornamelijk met sobere kost als grassen of boomschors. Vandaar lijkt hooi eigenlijk het meest op hun natuurlijke dieet. Degoes verorberen hier dan ook grote hoeveelheden van. Bovendien kan het ook nog als nestmateriaal gebruikt worden.
Groenvoer
In principe moet groenvoer altijd grondig gewassen en daarna zorgvuldig gedroogd worden. Fruit: appels, bananen en verschillende bessenvruchten. Degoes zijn echter erg kwetsbaar voor suikerziekte en omdat fruit natuurlijk erg zoet is (fruitsuiker), moet je er heel goed op letten dat je alleen ongevaarlijke hoeveelheden geeft. Gebruik in plaats daarvan liever wat meer groenten, dat voor degoes niet zo gevaarlijk is. Groenten: wortels, bloemkool, komkommer, sla (niet per se kropsla, deze zit vol nitraat!) “natuur” kost: in de vorm van takken (alleen hardhout zoals van fruitbomen, beuken, berken of hazelnoot), niet in de buurt van drukke wegen verzamelen.
Lekkere hapjes
Om de knaagdrift van de degoe te beteugelen zijn knaagstangen en droog, hard brood perfect. Een ander alternatief zijn verse twijgen, die met liefde worden aangenomen. Boomschors is voor iedere degoe een welkome en smakelijke afwisseling. Ook in de dierhandel is er een enorme hoeveelheid dingen te vinden die voor lekkernijen doorgaan. Zo zijn er bijvoorbeeld knabbelstangen voor knaagdieren als konijnen of cavia’s (niet zo vaak gebruiken, houd in de gaten hoe goed jouw degoe deze verdraagt, dit kan per dier verschillen). Je kunt ook rozijnen (niet meer dan een paar!) en gedroogde rozenbottel (dierenwinkels) als voer gebruiken.
Goudhamsters, dwerghamsters, Chinese dwerghamsters en nog meer – hamsters zijn er in verschillende groottes en kleuren. Hun schattige uiterlijk en compacte grootte zorgen ervoor dat ze vooral populaire huisdieren zijn bij gezinnen met kinderen. Echter, hamsters zijn lang niet zo knuffelbaar als ze eruit zien. De kleine knaagdieren zijn heel gevoelig en hebben veeleisende behoeftes waar rekening mee gehouden moet worden.
Op het eerste gezicht lijken hazen en konijnen behoorlijk op elkaar: lange oren, ronde kraalogen en een zachte vacht. Ondanks de vele overeenkomsten zijn het wel echt twee verschillende soorten. Dit artikel gaat over de belangrijkste verschillen tussen hazen en konijnen.
Qua ratten lopen de meningen uiteen: de een vindt ze verschrikkelijk, de ander waardeert hun intelligentie en enthousiasme. Wie een Tamme Rat als huisdier wil, vindt hier de belangrijkste informatie.