Konijn inenten, wanneer en waarvoor heeft het zin?
Vaccins zijn niet alleen voor mensen erg nuttig, maar ook voor konijnen, als ze een deel van het jaar in een martervrij buitenverblijf mogen genieten. Omdat andere huisgenoten, zoals katten en honden, regelmatig ingeënt worden, kun je jezelf natuurlijk afvragen of er ook konijnenvaccins zijn.
Welke ziekten zijn voor konijnen bijzonder gevaarlijk?
Naast tandproblemen, verteringsstoornissen en verkoudheden is het belangrijk om bij konijnen vooral op drie infectieziekten te letten, die erg moeilijk te behandelen zijn. Dit zijn de volgende:
Myxomatose
Een myxomatose-infectie wordt door virussen veroorzaakt en komt meestal in eerste instantie tot uiting door het opzwellen van de oogleden. Deze ziekteverwekkers komen namelijk onder andere via de slijmhuid in het dier. In een later stadium komt er slijmerig-etterige afscheiding uit de ogen en neus, en later zwelt de hele kop op. De verwekkers van myxomatose worden door bloedzuigende insecten als konijnenvlooien, mijten en luizen overgedragen, maar kunnen ook door besmet groenvoer, vliegen en zelfs door uzelf worden opgelopen. Ongeveer twintig procent van de geïnfecteerde dieren sterft.
Konijnenverkoudheid
Veroorzakers van de zogenaamde konijnenverkoudheid zijn meerdere verschillende ziektekiemen. De verkoudheid blijft vooral bij dieren met verzwakte immuunsystemen als chronische aandoening bestaan en kan zo de vatbaarheid voor andere ziekten verhogen.
Hemorragische ziekte
Het viraal hemorragisch syndroom (VHS), ook wel VHD (viral haemorrhagic disease) of RHD (rabbit heamorrhagic disease) wordt eveneens door virussen verspreid. In enkele gevallen treedt de dood twee tot drie dagen na het begin van de eerste symptomen in. Deze ziekte kan door andere konijnen, contactpersonen, voer en strooisel, insecten en door de lucht overgedragen worden.
Kun je jouw konijn inenten tegen deze drie ziekten?
Tegen alle 3 deze ziekten kun jij jouw konijn inenten. De dierenarts zal in elk geval vaststellen hoe hoog het besmettingsgevaar is en de bijbehorende inentingen doorvoeren. Net als bij honden en katten zijn voor een zekere bescherming regelmatige na-vaccinaties nodig.