© Irina K. / stock.adobe.com
De spijsvertering van een konijn verwerkt het voedsel.
Alle baasjes van een konijn moeten vertrouwd zijn met de spijsvertering van hun huisdier. Konijnen hebben namelijk speciale voeding nodig dat rijk is aan ruwe celstoffen (bijvoorbeeld hooi), aangezien voedingstransport alleen door permanente voedingsopname kan plaatsvinden. De ononderbroken voedingsopname zorgt ervoor dat het spijsverteringsstelsel continu werkt. Anders kan een konijn gevaarlijke verteringsproblemen krijgen.
De functie van de tanden voor de vertering
De stifttanden
Achter de bovenste snijtanden bevinden zich de stifttanden. Ze hebben vrijwel geen functie. Het is echter wel wat de haasachtigen (wetenschappelijke naam: Lagomorpha) onderscheidt van andere knaagdieren. Onder de haasachtigen vallen ook konijnen.
De snijtanden
Een konijn heeft scherpe, bijtelachtige snijtanden. Ze kunnen stukjes of stroachtige voeding opdelen. Deze tanden blijven groeien en moeten constant gebruikt worden, het liefst door het voer eerst in kleine stukjes te verdelen. Dit vormt het begin van het verteringsstelsel en het in stand houden van hun gezondheid door het juiste voedsel is een belangrijk aandachtspuntje.
De kiezen
Verder achterin de mond vind je de kiezen. Ze vermalen keer op keer de stukjes voer. Tussen de kiezen komt er ook veel speeksel bij het voer en daardoor wordt het goed vochtig gemaakt. Hier beginnen de eerste enzymen (fermenten, biokatalysators) uit het speeksel met de voorvertering.
De rol van de slokdarm in de vertering
De slokdarm fungeert enkel als transportorgaan. Vanuit de mond belandt het gekauwde voedsel verder in de spijsvertering van het konijn.
De maag
In de maag begint de voorbereiding van de vertering. Het voer wordt sterk aangezuurd door speciale cellen met zoutzuur. In deze zure omstandigheden beginnen eiwitsplitsende enzymen aan de eiwitwinning. Daarnaast komen er maaghormonen vrij als signaal (interne transmitters).
De maag van het konijn bevat in tegenstelling tot de meeste zoogdieren nauwelijks spieren. Daarom kan het dier niet zelf voor actief voedingstransport zorgen. De zogenoemde ‘stopmaag’ geeft de zure, geweekte inhoud alleen door aan de dunne darm als er iets van bovenaf uit de mond, keel of slokdarm ‘nageduwd’ wordt.
Juist daarom zijn konijnen bijna continu aan het eten, moet hun maag altijd gevuld zijn en moeten ze 70-80 keer per dag heel kleine maaltijden eten, soms zelfs tot 120 keer per dag. Er moet daarom altijd voldoende kwalitatief hoogwaardig hooi beschikbaar zijn. Het is gewoon noodzakelijk voor de stopmaag dat het konijn het hooi vrijuit kan eten.
De alvleesklier en de lever
Direct daarna monden ook de alvleesklier en de lever uit waar het voedsel langskomt. De lever kan een overschot aan bloedsuiker voor korte tijd opslaan (in de vorm van glycogeen). Verder is de lever verantwoordelijk voor de centrale ‘ontgifting’.
De alvleesklier reguleert het bloedsuikergehalte en staat zowel vet- alsook koolhydraatsplitsende fermenten af.
De dunne darm
Daarna komt de dunne darm, waar het zware werk van de vertering plaatsvindt. Het uiterst actieve weefsel van de darmvlokken draagt de afgebroken stukjes uit het voer over aan de bloed. Enkel bestanddelen van de voeding die zo veel mogelijk zijn opgedeeld, kunnen door de darmwand en kunnen zo gewonnen worden door de overige doelorganen in de spijsvertering van het konijn.
De dunne darm is de plek waar alle voedings- en werkzame stoffen die tot daar toe verteerd zijn, worden opgenomen door het lichaam. Voor konijnen is een preventieve gezondheidsverzorging door een optimale voedselvoorziening van. In de voedselbrij vind je hier bijna alleen nog zogenoemde ruwe celstoffen, oftewel plantaardige celwandbestanddelen uit de voeding.
De blindedarm: belangrijk onderdeel voor de spijsvertering van een konijn
Bij de aansluiting van de dunne darm naar de dikke darm vertakt ook de blindedarm. Het is een soort grote gistkamer met een grote hoeveelheid gespecialiseerde bacteriën. Hier wordt de overgebleven energie uit plantendelen die rijk zijn aan ruwe vezels en voedingsvezels gehaald en bouwstenen van de plantaardige celwand (vooral glucose uit cellulose) worden gewonnen.
Snelle veranderingen van de substraatsamenstelling in de blindedarm verdraagt de flora van de gistkamer sowieso niet. Overstappen op ander voer moet daarom (maar ook wegens dunne darmproblemen) ook altijd langzaam en stapsgewijs gebeuren. Alleen op die manier gebeurt de gisting in de blindedarm op goede wijze en zonder sterke gasvorming.
Aan het eind van het proces worden de feces van de blindedarm aangemaakt. Dit is een eigen, zachte vorm van feces die anders is dan de droge ontlasting van de endeldarm. Een beschermende slijmlaag zorgt ervoor dat dit speciale materiaal snel en zonder verdere aantasting direct via de dikke darm naar de endeldarm gevoerd wordt.
Daarna eet je konijn het meestal direct op om het nog een keer helemaal te verteren. Daardoor worden er vitamines (vooral B-complex) en waardevolle bacteriën en veel werkzame stoffen gewonnen. Daarnaast zorgt het opnieuw verteren ervoor dat de stopmaag gevuld wordt als er tijdelijk geen ander voer voorhanden is. Soms kan je tussen het stro de donkere, zachte, glanzende, onregelmatige balletjes ontdekken die uit de blindedarm zijn gekomen.
De dikke darm
Na de overgang tussen de dunne en blindedarm heeft de rest van de dikke darm als taak vocht te winnen uit de inmiddels verteerde, maar nog vochtige voedselbrij. Maar overal in de dikke darm leven meer bacteriën die net als hun soortgenoten in de blindedarm soortgelijke stofwisselingsprocessen en speciale gisting kunnen veroorzaken. Die zorgen ervoor dat de darmwand korte-keten vetzuren ter beschikking heeft.
Verderop in de dikke darm wordt de ontlasting gevormd.
De endeldarm maakt ten slotte de droge, balachtige uitwerpselen helemaal af en onttrekt daarbij zo veel mogelijk vocht. Diarree of verstopping zijn tekenen dat dit proces in eerdere stappen verstoord is geraakt.
De anus
De anus is de uitgang voor de ontlasting. Deze vaste ontlasting bevat afvalstoffen die niet door de nieren als urine uitgescheiden kan worden en onverteerde voedingsresten of een eventueel enkel of tijdelijk overschot aan voedingsstoffen. De kringspier is het laatste onderdeel van de spijsvertering van een konijn.
In de webshop van zooplus vind je allerlei producten voor konijnen, knaagdieren en andere diersoorten.