Ragdoll
Een kat die lijkt op een lappenpop? Niet bepaald! De Ragdoll is een echt ras voor liefhebbers van Siamese Katten en andere Point-katten. De zachtaardige reuzen hebben een prachtige vacht, unieke kleuren en lichtblauwe ogen.
© HBK / stock.adobe.com
Of het nu gaat om een Siberische tijger of huiskat: kattenvrienden houden van de sierlijkheid die alle fluwelen poten uitstralen. Bij de Serval gaat het niet over een huisdier, maar om een wilde kat die zijn oorsprong vindt in de Afrikaanse savanne. Wij stellen je hieronder voor aan de Serval als voorvader van een zeer modern maar primitief kattenras: de Savannah.
De Afrikaanse Savanne
Bij de Serval praten we niet over een kattenras, maar over een afzonderlijke soort: de leptailurus Serval. De benaming ‘Serval’ komt vermoedelijk van het Portugese woord voor ‘lynx’. Voor kattenvrienden is deze roofkat niet alleen een indrukwekkend wild dier: er stamt namelijk ook een modern kattenras vanaf dat vernoemd is naar waar het vandaan komt, namelijk de Savannah. Dit ras is eind jaren ’80 uit een kruising tussen de Siamese kat en de Serval ontstaan. Daarbij is het niet vanzelfsprekend dat beide rassen zich kunnen voortplanten. Hybriden komen in het dierenrijk vaak met beperkingen ter wereld. Denk bijvoorbeeld aan de kruising tussen een paard en een ezel: de muilezel. Net zoals bij deze kruising zijn ook de nakomelingen van katten en Servals niet allemaal vruchtbaar. Vrouwelijke nakomelingen kunnen kittens krijgen, maar de katers zijn in de eerste generaties onvruchtbaar. De Savannah heeft zich ontwikkeld als bijzonder exotisch, wild lijkend kattenras en wordt inmiddels erkend. Helaas is het ras als ‘roofdiermachine’ voor sommigen een prestigeobject geworden.
Voor de fokkerij was het noodzakelijk om Servalkatten te houden, ze te domesticeren en met hun kleinere verwanten te laten omgaan. De oorspronkelijke Serval voelt zich daarentegen op de eindeloze weides van zijn Afrikaanse thuis op zijn best. Hij is vooral ten zuiden van de Sahara aan te treffen. Hier leeft hij buiten de paartijd als einzelgänger. De populatie Servals wordt niet met uitsterven bedreigd, maar toch is hun verspreidingsgebied de laatste tien jaar sterk verkleind.
Typische wilde kat
Wie een blik op de Serval werpt ziet meteen dat het geen huiskat is. De grote kat doet veel meer denken aan een cheeta of kleinere verwanten van de kattenfamilie zoals de ocelot. Met een schouderhoogte van 54 tot 62 cm en een lengte van tot wel 1 meter wegen de vrouwtjes tussen de negen en twaalf kilogram. De mannetjes kunnen tot achttien kilo zwaar worden. De Serval heeft in verhouding tot de rest van het lichaam de langste benen in het kattenrijk. Net zoals de andere gestipte roofkatten heeft de vacht van de Serval een vlekkenpatroon dat hem camouflage biedt. Per kat verschilt het patroon echter wel en het kan uit grote of kleine vlekken bestaan. De kop is opvallend klein waardoor de oren nog groter lijken. Bij sommige exemplaren doen de oren zelfs aan vleermuisoren denken. Alles bij elkaar straalt het hele lijf de typische roofdier-elegantie en kracht uit die we ook van grotere verwanten van de Servals kennen.
Zoals je al dacht: de Serval is wild! Zo wild zelfs, dat hij meestal niet te domesticeren is. Daarom zal een Serval in gevangenschap altijd enigszins schuw blijven naar mensen toe. Per Serval verschilt het hoe tam ze gedomesticeerd kunnen worden. Ook al leven ze van kleins af aan onder menselijke voogdij en spelen en knuffelen ze veel met de voor hun bekende tweebeners in huis, ze zijn qua gedrag van oorsprong wilder dan ‘normale’ katten. Daarbij staan ze altijd op scherp en zijn ze in alles om hen heen geïnteresseerd. Als ze als kitten gelijkmatig gesocialiseerd worden leven Servals vaak vreedzaam met soortgenoten samen. Om samen met huiskatten te leven zijn ze echter vaak nog te groot en ze kunnen deze onbedoeld pijn doen. Daarnaast gebruiken de dieren gedeeltelijk driemaal hun lichaamsgewicht wanneer ze bijvoorbeeld speels willen vechten.
In zijn Afrikaanse gebied sluipt de Serval tot op een paar meter van zijn prooi af en overvalt hem dan met grote behendigheid. Hij kan niet alleen ver maar ook nog hoog springen en daarbij opvliegende vogels met zijn klauwen grijpen. Deze horen samen met kleine knaagdieren en hazen tot zijn lievelingsvoedsel. Als hij de mogelijkheid heeft, slaat hij ook bij zeer jonge antilopen toe. In gevangenschap moet een Serval met vers vlees gevoerd worden. Hiervoor is een uitgebreide uitleg rondom BARF nodig. Veel fokkers bevelen overigens aan ook de Savannah die van de Serval afstamt, met rood vlees te voeren. Het pure vleesdieet is echter niet voldoende: het kattenlichaam heeft daarnaast vitaminen en mineralen nodig, waarvoor speciale voedingssupplementen toegevoegd moeten worden. Kortom, er is enige knowhow nodig om een Serval te voeden. Ook de gezondheidszorg moet in handen van een dierenarts liggen die kennis over wilde dieren heeft.
Serval en Savannah
Bij het fokken van de Savannah zorgt de uiteenlopende lichaamsbouw voor gevaren voor de kat en worden fokkers voor uitdagingen gezet. Dit komt omdat de Serval en de gedomesticeerde katten niet ‘voor elkaar gemaakt’ zijn, ondanks het feit dat de dieren zich gekruisd kunnen voortplanten. Bij het dekken kan een lichamelijk grotere Servalkater de kleinere kat gevaarlijk verwonden. En waar een ‘normale’ kat ongeveer 63 dagen drachtig is, draagt de Serval haar kitten tien dagen langer bij zich. Bij een kruising kunnen de kitten dus te vroeg geboren worden en als ze überhaupt nog leven, hebben ze hulp van mensen nodig. Bevalt daarentegen een Servalkat na het paren met een kleinere kater, dan bestaat het gevaar dat ze de kleine kittens verstoot. Tenslotte wegen gezonde Servalkittens bij de geboorte rond de 250 gram, katten gemiddeld maar 90 à 110 gram. Overigens blijven de mannelijke nakomelingen drie generaties lang steriel.
De schoonheid van dit elegante, wilde dier veroorzaakt hebzucht, waardoor sommige liefhebbers van exotische prestige-objecten op vier poten graag hun thuis delen met een Serval. Toch vereist het houden van een Serval nogal wat. Zelfs als je hieraan kan voldoen, rest nog de vraag waarom een dier van de Afrikaanse Savanne op een Europese plek zou moeten leven – want een Serval is niet geschikt voor in huis. Hetzelfde geldt voor de directe nakomelingen. Daarbij is ook voor het nageslacht van een kruising tussen Serval en huiskat in de meeste landen generaties lang een vergunning verplicht.
Wie nu op de exotische katten verliefd geworden is, wil misschien dan geen Serval maar wel een Savannah nemen. Dan kan je er vanaf de vierde of vijfde generatie vanop aan dat het een geheel gesocialiseerde huiskat is die geen beperkingen heeft. Dit ras is geschikt voor mensen die graag een energieke kat om zich heen willen hebben en aan hun hoge eisen kunnen voldoen. De kosten voor deze exotisch ogende dieren komen dan wel op vier cijfers uit, maar daarmee zijn ze altijd nog betaalbaarder dan de eerste generatie. Deze kosten ongeveer evenveel als een kleine auto. Het houden van deze gekruisde wilde katten of een Serval vraagt niet alleen om geld maar ook om een portie kennis. Een andere hybride kattenras die uit wildkatten i.c.m. Abessijnkatten is ontstaan, is de Caracat: een kruising tussen een huiskat en een caracal. Deze is echter nog zeldzamer dan de Savannah. Wie voor iets minder exclusief wil gaan, kan informatie over de Bengaal raadplegen.
Terug naar de Savannah als Serval in mini-formaat: in hoeverre de volgende generaties van het nageslacht op de hoogbenige Serval lijken, is verschillend. Wie eraan denkt om een Serval in huis te nemen, moet zo veel mogelijk plaats bieden. Een grote woning of nog beter: een huis met een veilige tuin. Veel Savannahkatten hebben een nauwe band met hun baasje en blijven graag in de buurt van het baasje. Bij het spelen kunnen ze zich iets lomper en ruiger gedragen dan andere katten. Daarom is het ’t makkelijkst om meteen twee Savannahkatten te nemen omdat ze dan op dezelfde manier met elkaar om kunnen gaan. Het is minder raadzaam om ze samen te zetten met gezellige kattenrassen, zoals de Britse korthaar of de Perzische kat, waarbij ervaren kattenhouders uitzonderingen zullen herkennen. Ervaring met katten zul je zeker nodig hebben als je een Savannahkat een huis wilt geven. Een Savannah moet je uitsluitend bij een fokker kopen die deze met stamboom verkoopt. Het fokken van gekruisde wilde katten is zeer veeleisend en behoort alleen de kenners toe.
We wensen je veel plezier met de nakomelingen van de Serval, zoals de Savannah of met het bekijken van foto’s van de Serval.
Een kat die lijkt op een lappenpop? Niet bepaald! De Ragdoll is een echt ras voor liefhebbers van Siamese Katten en andere Point-katten. De zachtaardige reuzen hebben een prachtige vacht, unieke kleuren en lichtblauwe ogen.
Op het eerste gezicht toont de Blauwe Rus gelijkenissen met de Kartuizer of de blauw-grijze Britse Korthaar. Wie goed kijkt ziet echter dat deze rassen onder geen beding te verwarren zijn!
Ben je op zoek naar een kat, die uw familie met zijn rustige en evenwichtige karakter perfect aanvult en die geschikt is voor het leven in huis? Dan is de kans aanwezig dat je het ras ‘Brits Korthaar’ aanbevolen krijgt. De pluche vacht en de grote ogen van de Brits Korthaar kan bijna geen kattenvriend weerstaan. Daarnaast is ook het karakter van de Brits Korthaar makkelijk lief te hebben. Maar wat moet je nog meer weten? Ons rasrapport stelt je gedetailleerd voor aan de Brits Korthaar en biedt je tips voor de aankoop, de voeding en de verzorging.