{"url":"https://www.zooplus.nl/magazine/kat/kattengezondheid/castratie-en-sterilisatie-bij-katten","title":"Moet ik mijn kat laten castreren?","mag_id":9738,"is_single":true,"cat_name":"Kat","sub_cat_id":787,"sub_cat_name":"Kattengezondheid","cat_id":728}
Het onderwerp castratie roept bij veel katteneigenaren nogal eens vragen op.
Er is bijna niets schattigers dan kittens. Maar helaas vinden niet alle kittens direct een nieuw huisje. Als katten ongecontroleerd paren en zich verspreiden is voor hun nakomelingen vaak al een ellendig leven voorbestemd. Door je kat te laten castreren, voorkom je dus onnodig leed. In dit artikel hebben we samengevat hoe een castratie bij katten in zijn werk gaat, waar je op moet letten en wat het verschil is met sterilisatie.
De voornaamste reden waarom je je kat moet laten castreren is natuurlijk het verhinderen van de voortplanting. De meeste katten zijn al geslachtsrijp voordat ze een jaar oud zijn. Alleen bij sommige rassen duurt het wat langer.
Maar waarom vormt het voortplanten überhaupt een probleem? Dat is omdat het bij katten heel snel gaat. Een poes kan gemiddeld twee keer per jaar een nestje werpen. Per worp worden er gemiddeld twee tot zes kittens op de wereld gezet.
Bijvoorbeeld: een kat werpt twee keer per jaar zes katten. Dat betekent dat ze binnen vijf jaar al 30 kittens heeft gebaard. Als we ervan uitgaan dat alle katten het overleven en zich verder voortplanten, wordt dat getal nog hoger. Theoretisch gezien zijn er na 3 jaar bijna 500 katten bijgekomen en na 5 jaar zelfs ca. 20.000! Deze getallen te hoog. Het is helaas onmogelijk om voor alle kittens een thuis te vinden.
Ongewenste katten worden vaak uitgezet, gedood of in het beste geval in een dierenasiel gestopt, die meestal al overvol zitten. Poezen en katers castreren of steriliseren is dus geen inbreuk op hun rechten, maar een belangrijke vorm van dierenbescherming.
Wanneer moet ik mijn kat laten castreren?
Helaas is daar geen standaard antwoord op. Het juiste moment om je kat te laten castreren is afhankelijk van verschillende factoren. In principe zijn de individuele ontwikkeling en het ras bepalend. Je dierenarts bepaalt met jou het juiste moment voor jouw kat.
Normaal gesproken mogen katten niet later dan met het bereiken van de geslachtsrijpheid worden gecastreerd. Dit valt meestal tussen de zesde en achtste maand. Er bestaan echter kattenrassen die vroeger of later geslachtsrijp zijn.
In principe geldt: wacht niet te lang! Een ontmoeting tussen een zwerfkat en jouw niet-gecastreerde kat kan ervoor zorgen dat je je handen vol hebt aan een nestje kittens. Daarom moet je je kat tot de castratie alleen onder toezicht naar buiten laten, als je dat überhaupt doet.
Is een vroege castratie nuttig?
Vaak wordt er tussen 8 en 14 weken ook een vroege castratie uitgevoerd. Dit wordt echter door lang niet iedereen geaccepteerd. Mogelijke negatieve effecten op de gezondheid van vroeg gecastreerde katten worden nog onderzocht.
Samenvatting
Uit diergeneeskundig opzicht spreekt er niets tegen een vroege castratie in gebieden met grote kattenpopulaties, dus voor dierenbescherming. In dergelijke gevallen is het voorkomen van ongecontroleerde voortplanting het belangrijkst. In normale huishoudens is dit echter niet per se nodig.
Wat gebeurt er bij een castratie?
Bij een castratie verwijdert de dierenarts de hormoonproducerende organen of klieren van een kat. Bovendien wordt er bij katers de balzak met kleine incisies geopend. De zaadleiders en bloedvaten worden dan afgebonden en vervolgens de ballen eruit genomen.
Bij een poes duurt de ingreep wat langer dan bij een kater. Bij poezen wordt namelijk de buikwand geopend om de eierstokken te kunnen verwijderen.
Vaak haalt de dierenarts ook de baarmoeder weg. Dat wordt met name gedaan als de castratie relatief laat plaatsvindt. De ingreep is niet ingewikkeld, maar toch invasiever (en duurder) dan bij katers.
Als je je kat wilt laten castreren, ga dan naar de dierenarts. Meestal is het een standaard ingreep die de meeste dierenartsen uitvoeren.
Welke complicaties kunnen optreden?
Net als bij iedere operatie kan het ook na een castratie tot complicaties komen. De drie belangrijkste risico’s zijn:
Narcose: een narcose gaat altijd gepaard met een bepaald risico. Daarom onderzoekt de dierenarts jouw kat grondig voorafgaand aan de ingreep en controleert of een narcose mogelijk is.
Bloedingen: de bloedvaten van de eierstokken en ballen worden tijdens de ingreep afgebonden met behulp van zogenaamde ligaturen. In theorie kan zo’n ligatuur ongemerkt loskomen en tot bloedingen leiden. Ook daarom moet je je kat goed in de gaten houden na de operatie. Als ze zich apathisch gedraagt, kun je het beste naar de dierenarts gaan.
Wonden likken: katten hebben van nature de behoefte om letterlijk hun wonden te likken. Om dit te vermijden krijgt jouw kat van de dierenarts een kraag of een body. Door de weerhaken op de kattentong kan je kat de hechting anders scheuren en moet de wond nog een keer worden gehecht. Bovendien leiden de bacteriën in de mond van de kat tot geïnfecteerde wonden. Laat de body of kraag dus aan totdat de hechtingen worden verwijderd.
Waar moet ik voor de ingreep op letten?
De operatie wordt onder narcose gedaan. Daarom moet je kat nuchter naar de dierenarts. Je kat mag dus negen tot twaalf voorafgaand aan de castratie niet meer eten. Ze mag wel gewoon water drinken.
Bovendien moet je erop letten dat je kat op het moment van de operatie niet krols is. Anders is het risico op post-operatieve bloedingen groter.
Voordelen vs. nadelen: Wat verandert er als ik mijn kat laat castreren?
Als je je kat laat castreren, gaat dat gepaard met hormonale veranderingen. Dat kan wederom effect hebben op het gedrag van jouw kat. Of en hoe het gedrag na de castratie verandert en of deze veranderingen door het baasje als positief of negatief worden gevonden, verschilt per geval.
De een is blij als zijn kat niet meer zo’n spring-in-‘t-veld is. De ander vindt zijn dier na de operatie wat aan de trage kant. Bovendien reageert niet iedere kat hetzelfde op de hormonale verandering.
Een van de meest voorkomende negatieve effecten is het verlaagde activiteitsniveau: sommige katten worden na een castratie lui en traag.
Positieve bijwerkingen van een castratie voor katten
Daarnaast bestaan er een paar positieve effecten na een castratie.
Gecastreerde katten hebben meestal meer vertrouwen en zijn evenwichtiger. Gemiddeld hebben ze zelfs een hogere levensverwachting dan niet gecastreerde katten.
In vergelijking met andere soortgenoten zijn ze meestal minder agressief en hebben een kleiner territorium. Bij buitenkatten is het gevaar op ongevallen kleiner en het aantal gevechten met andere katten lager.
Na een castratie worden poezen niet meer krols.
Ze zijn niet meer continu krols, wat bij ongecastreerde katten kan optreden als ze niet paren. Dat leidt tot permanente stress en een verhoogd risico op aandoeningen aan de geslachtsorganen.
Katers zullen de woning in principe niet markeren.
Geslachtsziektes zijn zeldzamer of zelfs geheel uitgesloten (zoals aandoeningen aan de baarmoeder als die tegelijkertijd wordt verwijderd).
Waar moet ik na de castratie van een kat op letten?
Als je kat in de ochtend wordt gecastreerd, kun je haar meestal weer in de avond ophalen bij de dierenarts. Zorg voor een rustige, warme plek waarop het dier na de narcose wakker kan worden en ongestoord bij kan komen.
De meeste katten zijn nog onder invloed van de narcose. Leg je kat daarom op een deken of in een kattenbed op de vloer. De rustplaats mag geen stoel of bank zijn. Anders kan je kat eraf vallen als ze probeert te bewegen.
Pijn als bijwerking
Met name bij poezen kan het een aantal dagen duren voordat ze geen pijn meer voelen. Katers voelen zich meestal na een tot twee dagen weer beter.
Let in deze fase goed op je kat om bij complicaties de dierenarts op tijd te kunnen informeren. Bovendien moet je na op de tweede dag na de ingreep waarschijnlijk weer naar de dierenarts voor een controle.
Kat castreren: het juiste voer voor na de operatie
Een ingreep als een castratie heeft effect op de energiebehoefte van jouw kat. Al twee dagen na de castratie neemt de behoefte aan calorieën met 30% af. In combinatie met minder beweging ontstaat zo snel het risico op overgewicht. Om ervoor te zorgen dat je kat niet aankomt, moet je na de operatie nauwkeurig op de juiste voeding voor je gecastreerde kat letten.
Je moet de normale manier van voeren echter niet ineens omgooien. Geef gewoonweg kleinere porties en weeg je kat regelmatig. Als je in de weken of maanden na de castratie ziet dat je kat aankomt, geef je nog te veel voer.
Je kunt dan overstappen naar een voer met minder calorieën. Er is zelf speciaal voer voor gecastreerde katten verkrijgbaar. Het voedingsstofprofiel is bij dit kattenvoer speciaal afgestemd op de individuele behoeften.
Het speciale voer kan in dit geval “voer voor gesteriliseerde katten” worden genoemd. Sterilisatie wordt hier gebruikt als overkoepelende term; het voer is dus ook geschikt voor gecastreerde katten.
Opmerking: door een geschikt dieetvoer te kiezen kun je de natuurlijke lichamelijke functies van jouw huisdier ondersteunen. Let echter wel dat dieetvoer geen ziektes kan voorkomen noch genezen. Win altijd het advies van jouw dierenarts in over het juiste dieetvoer voor jouw huisdier. Op zooplus kun speciale dieetvoeding vinden.
Hoe veel kost het om mijn kat te laten castreren?
Een castratie kost gemiddeld tussen de 50 en 75 euro voor katers en voor poezen rond de 115 tot 150 euro. Kijk goed naar wat er per prijs wordt aangeboden. Meestal moet je kosten voor nazorg en medicatie ernaast nog betalen. In sommige gevallen moet je ook de narcose betalen.
De grote prijsverschillen ontstaan deels doordat dierenartsen, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de individuele operatie, een hoger tarief rekenen. Ook de tijdsduur, het benodigde personeel en de apparatuur vallen hier ook onder.
Wat is het verschillen tussen castratie en sterilisatie voor katten?
Bij veel kattenbaasjes heerst er verwarring als het over de castratie en sterilisatie van hun kat gaat. Beteken beide begrippen hetzelfde? Is castratie voor katers en sterilisatie voor poezen? En in hoeverre zijn de ingrepen verschillend?
In principe luidt dat zowel katers als poezen gecastreerd of gesteriliseerd kunnen worden. Beide ingrepen hebben als doel de dieren onvruchtbaar te maken en dus ongewenste nakomelingen te voorkomen. Daarnaast zijn de mogelijke risico’s en kosten bij iedere ingreep hetzelfde.
Sterilisatie beïnvloedt de hormoonproductie niet
Maar wat is dan precies het verschil? Een sterilisatie maakt katten onvruchtbaar door de zaadleiders bij katers en de eileiders bij poezen door te snijden of af te binden. Bevruchting kan daardoor niet meer plaatsvinden.
Verder verandert er niets voor de dieren. De hormoonproductie en dus ook de drang om zich voort te planten blijft behouden. Natuurlijk verandert het gedrag dus ook niet. Katers blijven hun territorium markeren en poezen worden nog steeds krols.
Samenvatting
Om te voorkomen dat katten kittens krijgen en die opgroeien, zijn castratie en sterilisatie even effectief. Een castratie heeft echter grotere invloed op het dier en dus ook op het baasje. Aangezien de hormoonproductie wordt afgeremd, verliezen katten de drang zich voort te planten. Dat leidt er in de regel toe dat ze minder gestrest en agressief zijn.
Over het algemeen wordt castratie aangeraden door dierenartsen, dierenwelzijnsorganisaties en ervaren katteneigenaren omdat het een “totaaloplossing” vormt. Het voor mens en dier nadelige gedrag wordt hiermee geëlimineerd.
Het is algemeen bekend dat de leeftijd van een hond gemakkelijk kan worden afgeleid: één hondenjaar staat gelijk aan zeven mensenjaren, waarbij ook hier het ras en het gewicht van de hond belangrijk zijn. Hoe oud kunnen katten nou worden? Vanaf welke leeftijd worden katten beschouwd als oudere katten? In dit artikel lees je alles over kattenleeftijd.
Wormen bij katten zijn een akelig hoofdstuk in het leven van een kat, en van zijn of haar baasje. Helaas komen de meeste kattenvrienden (figuurlijk) met wormen in aanraking – vooral als jouw kat vrij door de buurt mag dwalen. Maar ook binnenkatten kunnen wormen oplopen door verontreinigd voer.
Vraag je jezelf af waarom je oude knuffelkat niet meer naar zijn naam luistert en maak je je zorgen? Of vraag je je af waarom je pluizige bolletje haar voerbakje niet meer kan vinden? We leggen uit hoe verschillende ouderdomsverschijnselen bij katten in een vroeg stadium kunt herkennen en wat je kan doen om je kat een lang en gezond leven te bieden.