In tegenstelling tot konijnen of papegaaien benodigen honden niet per se een andere soortgenoot, omdat je als houder de belangrijkste verzorger bent. Echter flirten veel hondenliefhebbers met een tweede of derde hond. De voordelen zijn vanzelfsprekend: De viervoeter heeft immers altijd iemand om mee te spelen, bij een wandeling door de duinen kan men op zijn minst twee goed opgevoede honden gemakkelijk los laten en ook zorg en voeren zijn vrijwel probleemloos.
Risico’s voor een huishouden met meerdere honden
Maar er zijn nogal wat risico’s die het houden van een extra hond met zich meebrengt. Hiertoe behoort bijvoorbeeld dat eventuele voor handen zijnde bindingsproblemen versterkt kunnen worden. Daarnaast vormen twee honden hun roedel voortaan met 8 of meer voeten, waardoor ze zich eerst oriënteren op waar ze elkaar versterken. Natuurlijk leren ze ook van elkaar – en niet alleen op een goede manier. Wie zijn hond niet helemaal goed heeft opgevoed bijvoorbeeld en hoopt dat een eventuele tweede hond de eerste hond wat meer zal uitlaten en daarom de opvoeding vergemakkelijkt, wees gewaarschuwd: deze hoop zal waarschijnlijk niet uitkomen. Integendeel: in de toekomst zou de dierlijke ondeugendheid verdubbelen in jouw huishouden. Je moet niet over een tweede hond nadenken, wanneer jouw eerste hond nog geen goede basis qua gehoorzaamheid en socialisatie toont. Niet alleen op het gebied van opvoeding kan een tweede hond voor opschudding zorgen: hoe verzorg je de tweede hond en kan je hem mee op reis nemen? Heb je genoeg plaats in de auto? En niet in de laatste plaats betekent een hond van dezelfde grootte meestal dubbele kosten voor voeding, controle en dierenarts.
Vergelijkbaar en verenigd vergelijkbaarheid?
Bij het zoeken naar het juiste maatje voor jouw hond geldt hetzelfde als bij de mens: het belangrijkste is dat er een chemie is. Je kunt echter het kans op een goede match verhogen door een verstandige keuze. Denk eraan: een nieuwe, onzekere hond zal zich sterk vastklampen aan jouw eerste hond. Dat wil zeggen dat wanneer je eerste hond angstig is, dit overgedragen kan worden op de tweede hond. In sommige gevallen kan de eerste hond echter leren van de nieuwe huisgenoot, bijvoorbeeld wanneer een zeer sociale en zelfbewuste viervoeter de reeds gevestigde zekerheid toont. In principe moeten de twee honden qua temperament gelijk zijn – zodat ze de best mogelijke interactie hebben. Sommige dierenwelzijnorganisaties bieden bij het bemiddelen van volwassen ‘tweede honden’ om de potentiële tweede hond tijdelijk ‘op proef’ te nemen. Wanneer de chemie tussen de viervoetige vrienden juist is, heeft de hond zijn definitieve nieuwe thuis gevonden. Ook bij het toevoegen van een pup aan het gezin moet inensief met de fokker besproken worden of het ras en de karakter van de viervoeters bij elkaar passen. Jonge puppies maken zich meestal ondergeschikt – kies bij twijfel niet voor de grootste raddraaier van het nest bij het kiezen voor je tweede hond.
Wanneer je een tweede hond wil speelt geslacht natuurlijk ook een rol: kies je voor een mannetje en vrouwtje dan moet je ze twee keer per jaar voor een paar dagen volledig scheiden tijdens de loopsheid of moet één van hen gecastreerd worden. Gemakkelijker is het in dit geval om sociaal verdraagbare dieren van hetzelfde geslacht te houden, echter wordt opgemerkt dat de mannetjes en vrouwtjes elkaar beter spontaan begrijpen. Zo zal bijvoorbeeld een nieuwe, onzekere, jonge hond zich ondergeschikt maken aan een langer in huis zijnde, oudere, vrouwelijke hond, dus de rangorde is vanaf het begin duidelijk.
De tweede hond komt in huis: een groot welkom?
Niet alle viervoeters ontvangen een nieuwe viervoetige huisgenoot kwispelend: vele zien hem als een indringer in hun vertrouwde omgeving en lijken te hopen dat de ongenode gast snel weer vertrekt. Daarom moet de reeds gevestigde viervoeter in het middelpunt van de aandacht blijven: begroet hem eerst, voedt hem als eerste en toon zijn ligplaats en speelgoed. Zo voelt hij zich niet bedreigd in zijn positie. Wijs bezoekers die nieuwsgierig zijn naar je nieuwe dier eerst op het begroeten van de oudere hond, voordat ze de puppies mogen knuffelen. In ieder geval moet je de bestaande hiërarchie tussen honden accepteren, want als je de voorkeur geeft aan de ondergeschikte hond zal dit leiden tot conflicten.
De opvoeding is tijdrovend in het begin. Je moet nooit direct met beide honden samen gaan wandelen. Je nieuwe huisgenoot mag alleen met jou op weg zijn om een basis te leggen voor gehoorzaamheid en loyaliteit. Pas wanneer hierin vooruitgang is geboekt kun je ze samen mee op pad nemen. Bij alle trainingen mag de eerste hond natuurlijk niet achterblijven, dus het tijdschema moet aan het begin verdubbeld worden. Bij het opvoeden van de honden kun je gemakkelijk dezelfde signalen gebruiken voor bijvoorbeeld ‘zit’ en ‘blijf’ gebruiken. De praktijk leert dat dit in het begin het beste is om het slechts met één hond te doen en wanneer hij deze vertrouwd uitvoert om ze samen uit te voeren, om ze te onderscheiden kun je namen en oogcontact gebruiken. Je kunt vervolgens de oefeningen uitbreiden naar twee of drie honden.
Wij wensen je veel gemeenschappelijk plezier met jouw dierlijke roedel!