De Oostenrijkse Pinscher is vriendelijk en ook geschikt voor beginnende hondeneigenaren.
De levendige Oostenrijkse Pinscher was bijna uitgestorven, maar dankzij fans van dit ras is de fok weer gestabiliseerd. Wij stellen je voor aan de hond van toen.
De Oostenrijkse Pinscher is een middelgrote hond: Reutjes hebben een schofthoogte van 44 tot 50 centimeter. Teefjes zijn iets kleiner en halen 42 tot 48 centimeter. Op het eerste gezicht vallen ze niet op. Leken denken vaak dat het om een kruising gaat.
Deze honden zijn sportief en hebben een krachtig beendergestel. Ze hebben hangoren en staart die over de rug krult. De frisse en oplettende gezichtsuitdrukking is opvallend.
Hun korte vacht bestaat uit dicht middellang haar en een dichte ondervacht. De kleuren geelbruin en rood komen vaak voor, waarbij witte vlekken voor kunnen komen. Daarnaast kan deze hond zwart zijn met een taankleur.
Als je de eigenaardigheden van de Oostenrijkse Pinscher kent en waardeert, is het een hond die voor veel plezier zorgt.
Charmant en aanhankelijk
De Oostenrijkse Pinscher is soepel en altijd in voor een spelletje. Hij observeert zijn omgeving bovendien altijd heel aandachtig.
Tegenover zijn baasje(s) gedraagt hij zich vriendelijk en lief. Hij kan niet lang alleen blijven, want het is een aanhankelijke hond. Daarom wil hij ook een – in vergelijking met andere Pinschers – nauwere band hebben met zijn baas.
Als traditionele waakhond hebben Pinschers vaak meer een band met de plaats dan met de mens. Naar vreemden is de Oostenrijkse Pinscher afstandelijk of afwijzend. Hij heeft het waakinstinct van zijn voorouders in zijn bloed. Daardoor is hij integer tegenover onbekenden. Indringers in zijn gebied kondigt hij graag aan door te blaffen. Hij is sowieso gek op zijn omgeving.
Of het nu thuis is of onderweg: hij heeft niet de behoefte om alleen op pad te gaan. Zijn wil om te jagen is niet erg uitgesproken. Kleine knaagdieren kunnen daarop echter een uitzondering vormen. Want als voormalige waakhond blijft het een muizen- en rattenjager.
Opvoeding is teamwork
De Oostenrijkse Pinscher kan ook door beginnende hondenbezitters gemakkelijk opgevoed worden. Hij vindt het namelijk leuk om met zijn baasje(s) samen te werken. Hij is leergierig en leert snel. Beginners kunnen het best met hun viervoeter een puppycursus bezoeken Dit heeft bovendien het positieve neveneffect dat hij veel soortgenoten leert kennen. Ontmoetingen met andere honden lopen dan over het algemeen ontspannender af.
Let er tijdens het blaffen op dat je het niet onbewust versterkt, bijvoorbeeld door tekeer te gaan, waarbij de hond dit kan zien als ‘meeblaffen’. Een Pinscher hoef je ook weer niet helemaal het zwijgen op te leggen: een voormalige waakhond moet geluid kunnen maken als hem iets opvalt. Met geduld en een anti-blaf-training leidt je de behoefte om te blaffen in goede banen.
Houden en verzorgen
Tips bij het houden van de Oostenrijkse Pinscher
Het liefst heeft de Oostenrijkse Pinscher een thuis met een grote tuin (en niet al te goed horende buren). Aangezien hij een nauwe band met zijn baasje wil hebben, is hij bereid compromissen te sluiten.
Weinig verzorging
De vachtverzorging van de Oostenrijkse Pinscher is heel eenvoudig. De korte vacht vervilt niet. Twee keer per jaar kan je met een massagehandschoen de rui ondersteunen.
Maar ook tussendoor kan de vachtverzorging een positief ritueel worden, dat de band versterkt en haaruitval binnen vermindert. Kijk om de paar dagen in de hangoren van je hond. Want in een warm en vochtig klimaat kunnen ontstekingen zich sneller en onopgemerkt ontwikkelen.
Bij wie past de Oostenrijkse Pinscher?
Of je nu een beginner of gevorderd eigenaar bent: deze Pinscher maakt met bijna alle hondenvrienden plezier. Hij past zowel bij families als bij alleenstaanden. Belangrijk is daarbij: hij mag niet te vaak lang alleen blijven.
De makkelijke hond redt zich in de stad, maar hij voelt zich op het land met veel ongerepte natuur beter. Wie vanuit de stad snel de natuur in kan voor avontuur, maakt de Pinscher blij. Een uurtje het park in en daarna meteen terug naar de kleine woning is echter niet genoeg.
Als je een Oostenrijkse Pinscher in huis wilt halen, moet je ook graag veel buiten bewegen en hem (bijna) overal mee naartoe willen en kunnen nemen.
Sport en activiteit
Een Oostenrijkse Pinscher bezighouden
Deze slimme Pinscher uit Oostenrijk heeft een gemiddeld energieniveau. Hij heeft dagelijks veel beweging nodig, of het nu regent of mooi weer is. Als volwassen hond gaat hij graag mee als je gaat rennen, paardrijden en fietsen, wel op zijn tempo afgestemd. Hij is vooral heel goed in het maken van lange wandelingen.
Wat hondensport betreft: (bijna) alles kan, niets moet! Zoek uit welke hondensport het best werkt. Aangezien de Pinscher ook een eigen wil heeft, kan het helpen om soms geduldig te zijn. Plezier moet sowieso vooropstaan. Wedstrijdsporten zijn meesten niet zo geschikt voor ze.
Bovendien leert de slimme Pinscher graag samen met jou de trucjes. Ook als therapiehond kan de Oostenrijkse Pinscher worden ingezet.
Oostenrijkse Pinschers zijn actief en hebben altijd zin om te spelen.
Gezondheid en levensverwachting
Als waakhond waren de voorouders van de Oostenrijkse Pinscher robuust en niet heel vatbaar voor ziektes. Tegenwoordig kan de Oostenrijkse Pinscher last hebben van heupdysplasie, elleboogdysplasie of ontwrichte knieschijven, zoals het merendeel van de hondenrassen. Daarom gebruiken serieuze fokkers alleen volwassen honden die een röntgenonderzoek goed afgesloten hebben.
Aan het fokken van het ras gebaseerd op een enkele fokreu (hierover later meer) kleefden inteeltproblemen. Een te hoge inteeltwaarde kan zorgen voor meer vatbaarheid voor ziektes. Onderzoeken hebben echter aangetoond dat de inteeltcoëfficiënt met de tijd significant gedaald is.
Het ras heeft een gemiddelde levensverwachting van 12 tot 14 jaar.
Fokken en kopen
Tips: fok van het ras, toen en nu
Een Oostenrijkse Pinscher bezighouden
Deze rashonden en de fokkers vind je niet overal. De meeste Oostenrijkse Pinschers zijn natuurlijk te vinden waar ze vandaan komen: Oostenrijk. Het Alpenland is natuurlijk de beste plek als je op zoek bent naar een puppy van dit ras.
De Oostenrijkse Pinscher gaat terug naar de Oudoostenrijkse Landpinscher. Het is een typische boerenhond uit het Alpenland. Hij past al eeuwenlang in het dagelijks leven en is ook vaak op oude schilderijen te zien die het dagelijks leven in boerendorpjes beschrijven.
Sinds 1921 fokken hondenvrienden ze als officieel ras, toen nog als ‘Oostenrijkse Kortharige Pinscher’.
In de jaren 70 was het sympathieke ras bijna uitgestorven. Er was nog maar 1 reu over: Diokles von Angern. Liefhebbers van het ras lieten hem doelbewust met honden paren die qua uiterlijk en innerlijk leken op de Oostenrijkse Pinscher, maar geen stamboom hadden. Deze ‘Landpinscher’ vergroot de genenpoel.
Sinds het jaar 2000 heeft het ras de naam Oostenrijkse Pinscher en is daarmee door de FCI erkend.
Wat zijn alternatieve hondenrassen voor de Oostenrijkse Pinscher?
Het meest vergelijkbare alternatief voor dit ras is de Duitse Pinscher. Die is echter wel wat eigenzinniger dan zijn familielid uit de Alpen. De Dwergpinscher en de Affenpinscher zijn kleiner en hebben meer opvoeding en beweging nodig. De Schnauzers zijn traditioneel als stalhond gebruikt en nauw verwant aan de Pinscher.
Hoeft het geen rashond te zijn? Natuurlijk vind je bij de dierenbescherming veel kruisingen die qua uiterlijk en innerlijk lijken op de Pinscher en zoeken naar een nieuw thuis.
Samenvatting: nieuwe ontdekking van een oud ras
De Oostenrijkse Pinscher is een sympatieke viervoeter voor mensen, die een pretentieloze, opgewekte vriend zoeken voor hun sportieve dagelijks leven. Als deze hond genoeg te doen heeft, je graag in de natuur bent en accepteert dat het een voormalige waakhond is, heb je er een vriend voor het leven bij.
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.
