De Brandlbracke wordt door de vlekken boven de ogen ook wel ´vieroog´ genoemd.
Brakhonden zijn van vroeger uit jachthonden. Vooral in Oostenrijk zijn ze erg populair onder jagers. De vriendelijke honden houden van bossen en velden. Daarom zijn ze heel geschikt om als gezin te hebben. De vier Oostenrijkse Brak-rassen zijn bovendien zeer geschikt voor de jacht in het hooggebergte.
We stellen aan je voor: De Brandlbracke, de Tiroler Brak, de Steirische Rauhaarbracke en de Alpenländische Dachsbracke. Deze Brakhonden uit Oostenrijk zijn op een uitzondering na middelgroot en hebben een sportief uiterlijk. Dat is niet gek, want het zijn typische ´Brakken´.
De Tiroler Bracke en de Brandlbracke doen door de korte vacht denken aan andere beroemde Brakhonden, zoals de Engelse Foxhound of de Duitse Brak.
Alle brakken hebben hangoren en een lange staart. De vachtkleuren verschillen echter per ras.
Zo zien de Oostenrijkse Brakhonden eruit:
De Tiroler Brak
De Tiroler Brak is de bekendste Oostenrijkse Brakhond. Hij heeft een schofthoogte van 42 tot 50 centimeter. De korte, grove vacht kan qua kleur rood, zwart-rood of driekleurig zijn.
De Brandlbracke
Met ongeveer 48 tot 55 centimeter schofthoogte is de Brandlbracke iets groter dan zijn Tiroolse familielid. Dit elegante beest heeft altijd een zwarte kleur en tawnykleurige vlekken.
De gele vlekken boven de ogen zijn kenmerkend en deze hebben de kortharige Brandlbracke de bijnaam ´vieroog´ bezorgd. Op de borst en keel zit een witte vlek, die voor een ´brakster´ zorgt.
De Steirische Rauhaarbracke
Een Steirische Brakhond onderscheidt zich van zijn familieleden op het eerste gezicht door de ruwe vacht. Zijn vacht is rood of vaal-geel en de schofthoogte bedraagt 45 tot 53 centimeter.
De Alpenländische Dachsbracke
Dit ras wordt door leken vaak met een teckel-mix verward. Met een ideale schofthoogte van maximaal 38 centimeter is de Alpenländische Dachsbracke het kleinste brakras.
De vacht heeft een rode kleur met zwarte delen of een zwarte kleur met tawnykleurige vlekken. Anders dan zijn soortgenoten, die onder de loophonden vallen, is deze soort een zogenaamde zweethond.
Karakter: geboren om te jagen
Brakken behoren tot de oudste jachthondenrassen. Wie met de gedachte speelt om een brak in huis te nemen, moet daarom rekening houden met het karakter en de benodigdheden van deze jachthond.
Gepassioneerde leider met familiegevoel
Alle Oostenrijkse Brakhonden hebben één ding gemeen: het zijn geboren jagers. In tegenstelling tot honden die in een groep jagen, jagen brakken meestal alleen. Ook de perfecte oriëntatie is opvallend: De Brandlbracke en Steirische Rauhaarbracke zullen altijd de weg terug naar hun startpunt vinden.
Bovendien kenmerken Brakken zich door het vriendelijke en rustige karakter, waardoor ze vooral bij jages met een gezin populair zijn. Deze viervoeters zijn bescheiden en pretentieloos van aard.
Training voor jachthonden noodzakelijk
Eigenaren van Oostenrijkse Brakken kunnen al beginnen met de training tot jachthond als de honden nog puppy‘s zijn. Alle Brakken staan graag onder iemand en ze zijn gemakkelijk te leiden. Dat is een absolute must om in het bos en op het veld samen te kunnen werken.
Aangezien de Brandlbracke, de Steirische Rauhaarbracke en de Tiroler Brak opgehitst kan raken van wilde dieren, moeten eigenaren de controle in een bos van klein af trainen. Ook socialisatie met andere honden is belangrijk, omdat de einzelgänger dan soortgenoten onderweg beter kan accepteren.
Als eigenaar: waar moet je met de Brandlbracke op letten?
Over het algemeen geldt: Alle Brakken uit Oostenrijk horen bij een eigenaar die jaagt. De hond wordt namelijk ongelukkig als hij niet kan jagen.
De meeste fokkers geven de Oostenrijkse Brakken daarom uitsluitend mee aan andere jagers. Aangezien de viervoeters gemakkelijk gehoorzamen, zijn ze geschikt voor beginnende hondeneigenaren, die voor het eerst willen gaan trainen om met een hond te jagen.
Gemakkelijk te verzorgen
Wie graag met zijn hond door wind en weer wil gaan jagen, heeft een hond nodig waarvan de vacht gemakkelijk schoon te maken is. Ook de langere vacht van de Steirische Rauhaarbracke is gemakkelijk schoon te maken. Tijdens de rui kan je jouw viervoeter hierin ondersteunen met borstels.
Controleer daarnaast de oren van je Brakhond regelmatig. Onder de flaporen is het warm en vochtig, waardoor ontstekingen snel kunnen ontstaan. Maak de oren daarom regelmatig schoon met een oorreiniger om dit te voorkomen.
Brakhonden zijn zeer geschikt voor jagers met een gezin. Alpenländische Dachsbracken, Brandlbracken, Steirische Bracken en de Tiroler Brakken kunnen goed met kinderen omgaan en zijn niet graag alleen. Een leven in een kooitje is niks voor hen!
Een Brakhond past het best bij mensen die een huis met een tuin hebben. Ook al kan je hond een sierlijke metgezel in de stad zijn – natuurlijk vooropgesteld dat het een jachthond is -, hij voelt zich voornamelijk in het bos of in de velden het fijnst. Zorg er daarom voor dat je bij ieder weertype veel naar buiten gaat met de hond. Ook de kleinere Dachsbracke is een natuurliefhebber.
Sport en activiteiten: de buit staat centraal
Je kunt het al raden: deze sportieve jachthond is het liefst bezig met prooien opsporen. Ze kunnen veelzijdig worden ingezet bij de jacht.
De Brakken uit Oostenrijk zoeken met hun fijne neus met bravoure, ook in het hooggebergte. Ze zijn luide speurders. Daarmee wordt bedoeld dat ze blaffen om aan te geven wanneer ze iets op het spoor zijn. Dit geblaf drijft de prooi – meestal een haas of vos – in de richting van de jager.
Ook bij lastige klusjes, zoals bij het zoeken naar gewonde prooien, zijn ze op ieder terrein betrouwbaar. Vooral de Tiroler Brak en de Steirische Rauhaarbracke zijn meesters in dat soort klusjes in het hooggebergte.
Een Alpenländische Dachsbracke is op zijn beurt weer een specialist in het zoeken en blijft hard blaffen bij de gewonde prooi totdat de jager er is. Hij drijft onverschrokken – net als zijn grote bloedverwant – het wild naar de jager toe. Bovendien apporteert hij graag op land en rondom het water. De prooi kan dan tot de grootte van een vos zijn.
Kan je de Oostenrijkse Brakhonden ook bezig houden zonder te jagen?
Over het algemeen geldt: Brakhonden horen bij jagers. Ze moeten getraind worden om te jagen en dan ook voor de jacht ingezet worden. Jagers die in de vrije tijd jagen, doen dit echter niet het hele jaar door. Ook Brakhonden uit een asiel of honden die niet geschikt zijn voor de jacht hebben alternatieve bezigheid nodig.
Voor deze honden zijn vooral apporteertraining en sporenwerk met een dummy een uitkomst. Breng bovendien veel tijd buiten door met je Brakhond. Als de impulsen onder controle zijn bij je hond, dan kan hij los rondlopen. Dat kan je bijvoorbeeld met een hengel met draad of met anti-jaag-training oefenen.
Gezondheid van de Oostenrijkse Brakhond
Alle Brakken uit Oostenrijk zijn honden die gebruikt worden voor de jacht, wat inhoudt dat de gezondheid tijdens het fokken van oudsher een zeer grote rol speelt en belangrijker is dan het uiterlijk. Daarom zijn Brakken vandaag de dag onvermoeibaar, sterk en robuust.
Gezondheidsproblemen komen na het kopen via een serieuze fokker nauwelijks voor. De Brandlbracke, de Tiroler Brak, de Steirische Rauhaarbracke en de Alpenländische Dachsbracke kunnen een leeftijd van 14 jaar bereiken. De viervoeters blijven tot op hoge leeftijd actief.
Kopen: alleen voor jagers?
De meeste Brakken worden op goede gronden van jager op jager overgegeven. Neem geen Brakhond zonder stamboom.
Voor de Tiroler Brak is bijvoorbeeld de club Tirolerbracke uit Oostenrijk bevoegd. De viervoeters gaan uitsluitend naar jagers, waarbij beroepsjagers wat wachttijd betreft de voorkeur krijgen. De honden worden ingedeeld door de club nadat deze is besteld. Over het algemeen wachter geïnteresseerde drie tot vijf maanden op hun Tiroler Brak.
Er zijn verschillende tarieven en met inschrijving in het fokregister en een chip erbij kost de Tiroler Brak rond de 1000 euro. De andere drie Oostenrijkse Brakrassen zijn vooral – maar niet alleen – in Oostenrijk te vinden.
Alternatieven voor de Oostenrijkse Brakhond
Wie op zoek is naar een jachthond heeft bij Brakhonden ruime keuze. Naast de Oostenrijkse Brakhonden zijn er bijvoorbeeld nog Duitse Brakken of Poolse Brakken. Ook de Schweizer Laufhund hoort tot de gelijkaardige rassen.
Wie zonder te jagen een brak wil, moet bij de dierenbescherming gaan zoeken. Hier vind je gemengde honden die deels Brakhond zijn, maar niet per se hoeven te jagen. Ze hebben echter veel beweging nodig.
Je kunt terecht bij de regionale dierenbescherming of verenigingen die zich hebben gespecialiseerd in jachthonden in nood.
Geschiedenis van de Brakhond in Oostenrijk
Alle Brakhonden kunnen terugkijken op een lange geschiedenis. Van sommige wordt zelfs gezegd dat ze bovennatuurlijke gaven hebben. Zo zou de Brandlbracke met de gele punten boven de ogen als ´vieroog´ beschermen tegen geesten. Zoals de Tiroler Bracke stamt hij af van de oude Keltische Brak en de Wildbodenhund die in de Alpen voorkomt.
Vanaf 1860 zijn jager begonnen met de zuivere teelt van de typische Brakken in de regio: de Tiroler Bracke.
Ongeveer tien jaar later, in 1870, begon Carl Peintinger met het fokken van extreem robuuste en weerbestendige Rauhaarbracken. Daarvoor kruiste hij de Hannoveraanse Zweethond met een Istarski Kratkodlaki Gonic. Het resultaat is de Steirische Rauhaarbracke, die ook wel Peintinger Rauhaarbracke genoemd wordt.
Samenvatting van de Oostenrijkse Brakhond
Wie op zoek is naar een vriendelijke, gehoorzame en veelzijdige, getalenteerde jachthond, zit met een van de vier Oostenrijkse Brakhonden goed. Hondenvrienden die niet jagen zouden echter beter naar familiehonden kunnen zoeken die wat minder met de jacht bezig willen zijn.
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.