Bittere kou, een ijzige wind of de brandende zon: zelfs het hardste klimaat houdt de robuuste berghond niet van zijn werk af. De uitstekende waakhond die waakt over huizen en kuddes schapen is ten slotte al lang gewend aan hoge eisen en laat zich daardoor niet uit zijn evenwicht brengen.
Eigenschappen
Hoewel de Mastín del Pirineo slechts sporadisch als berghond wordt ingezet, bezit hij de belangrijkste eigenschappen die hij toen nodig had om zijn taak uit te voeren nog steeds. De hond blinkt uit door zijn kracht, moed, uithoudingsvermogen en intelligentie aan de ene kant en tegelijk ook door zijn trouw en gelatenheid aan de andere kant.
Het is een hond met veel zelfvertouwen die zich bewust is van zijn kracht. Het is voor de hond niet nodig om zijn kracht te benadrukken. Zijn imposante verschijning, zijn krachtige diepe geblaf en zijn waakzame blik zijn al indrukwekkend genoeg. De vriendelijke reus zal zich nooit overdreven agressief gedragen en zou voor zijn taak als berghond ook niet handig zijn geweest. Een hond die zich blindelings op iedereen stort die hem in de weg loopt, zou voor een kudde en zijn herder niet alleen ongeschikt zijn, maar ook voor zichzelf een gevaar vormen. Ten slotte is het de taak van een berghond de kudde die hem is toevertrouwd ter zijde te staan. En zelfs als hij vijanden moet verslaan tijdens de vlucht, moet hij zijn kudde altijd in de gaten blijven houden. Het risico zelf tijdens een gevecht gewond te raken zou de hond alleen moeten nemen als er geen andere optie is. De intelligente Mastín del Pirineo kan erg goed inschatten of er echt gevaar dreigt of dat het genoeg is om zijn vijand duidelijk te maken wie hij tegenover zich heeft. De hond is vastbesloten en moedig tijdens een gevecht. Tegelijkertijd is hij uitermate rustig en gelaten, waardoor hij een situatie goed kan beoordelen.
Dankzij zijn vriendelijke en goedaardige instelling is de grote berghond zelfs geschikt als gezinshond. Hij is er mensvriendelijk en sociaal en is niet snel op zijn teentjes getrapt. Hij houdt van het dollen met kinderen, gaat voorzichtig met ze om en heeft altijd veel geduld met hen. Hij kan ook goed overweg met andere honden en huisdieren. Het is echter geen hond die blindelings naar alle commando’s van zijn baasje luistert en zijn baasje altijd lief en braaf aankijkt.
De Mastín del Pirineo is als berghond gewend om zelfstandig op te treden. Omdat hij vroeger vaak met de kudde schapen alleen werd gelaten, heeft hij geleerd om zelf beslissingen te nemen. Hij reageert volgens zijn instinct en luistert daardoor minder snel naar de commando’s van de herder. Absolute gehoorzaamheid gaat tegen de natuur van de Mastín del Pirineo in. Hij ziet zijn eigenaar eerder als partner dan als roedelleider.
Uiterlijk
Hoewel de Mastín del Pirineo graag als gelijkwaardig wordt beschouwd, is het toch geen partner op ooghoogte. Daar is hij met een schofthoogte van meer dan 81 cm net niet groot genoeg voor. De schofthoogte van een reutje mag niet onder de 77 cm komen. De teefjes die van nature wat kleiner zijn, moeten minstens een schofthoogte van 72 cm hebben, maar moeten volgens de standaard groter dan 75 cm zijn. De Mastín del Pirineo is – of het nou om een mannetje of vrouwtje gaat – ongetwijfeld “een grote hond van bovengemiddelde grootte” zoals het in de FCI-standaard staat. Zijn verhoudingen zijn extreem harmonisch, zijn lichaam krachtig en gespierd. Ondanks zijn lichaamsgewicht ziet de hond er niet lomp of zwaarlijvig uit. Integendeel; als berghond beschermde hij de kudde dagenlang en ging hij met de kudde mee over berg en dal. Hij beschikt dan ook over een enorm uithoudingsvermogen en gaat het liefst in draf.
De borstelige harde vacht is ongeveer 6 tot 9 cm lang. Ondanks zijn vacht is zijn gespierde lichaam nog zichtbaar. Hij heeft lange haren op zijn schouders, hals, staart en aan de achterkant van zijn voorpoten. De vacht is erg dicht en dik en daardoor erg weerbestendig. Een eigenschap die in de hoge en soms ijzige bergen van levensbelang was.
De basiskleur van de klimaat-bestendige vacht is wit. Het donkere masker vormt een duidelijk contrast. Ongelijkmatig verdeelde vlekken in dezelfde kleur als het masker zijn toegestaan. De vlekken moeten een duidelijk contrast vormen met de basiskleur. De kleuren middengrijs, intens goudgeel, bruin, zwart, grijszilver, lichtbeige, zandkleur en gemarmerd zijn toegestaan. De gewenste kleur is volgens de FCI-standaard echter puur wit (sneeuwwit). Ook moet de haarlijn zo helder mogelijk zijn, idealiter wit. Een wit-geelachtige basiskleur of roodachtige vlekken worden niet geaccepteerd. De gevlekte driehoekige oren hangen dicht langs het hoofd naar beneden. Als de honden alert zijn, spitsen ze hun oren een beetje. Ook de krachtige staart die in ruststand tot de enkel komt, krult aan het einde weer wat omhoog als de hond alert is. De amandelvormige en hazelnootbruine ogen en de rechte neusbrug maken het nobele uiterlijk van de imposante berghond compleet.
Geschiedenis en fokkerij
Oorsponkelijk woonden de honden zowel aan de Franse als aan de Spaanse kant van de Pyreneeën. Toen de eerste rassenstandaard werd opgesteld, werden Spanje en Frankrijk het niet met elkaar eens over een gemeenschappelijke versie. Daarom zijn er tegenwoordig twee standaarden: een over de Chien de Montagne des Pyrénées (Pyrenese berghond) zoals het ras aan de Franse kant van de Pyreneeën wordt genoemd en een over de hier beschreven Mastín del Pirineo. De honden lijken erg veel op elkaar en er zijn maar kleine verschillen. De voorouders van de twee rashonden leefden vermoedelijk al meer dan 3000 jaar geleden op het Iberisch schiereiland. Nomadische volkeren gebruikten de imposante reuzen als berghonden. De honden moesten hun kostbare kudde schapen beschermen tegen wolven en beren. Hun verspreidingsgebied strekte zich uit van de Golf van Biskaje tot de Golfe du Lion. Afhankelijk van de tijd van het jaar dreven de nomaden hun kuddes op hoog gelegen weides of in het dal. De honden werden blootgesteld aan extreme temperatuurverschillen en moesten bestand zijn tegen de barre weersomstandigheden.
Naast een robuuste gezondheid werd er kracht, moed, uithoudingsvermogen en waakzaamheid van de honden gevraagd. Omdat ze vooral zelfstandig moesten optreden, moesten de herders kunnen vertrouwen op de intelligentie en het instinct van de honden. Door deze eigenschappen konden de honden adequaat op verschillende situaties reageren. Een hond die meedogenloos het gevecht aan ging of zich agressief tegenover de kudde gedroeg, was niet geschikt voor deze veeleisende taak. Als goede berghond moest de Mastín del Pirineo aan de ene kant waakzaam zijn, maar aan de andere kant ook gecontroleerd en zachtaardig.
In de loop der jaren, toen de nomaden zich geleidelijk vestigden en het houden van schapen niet meer als de belangrijkste bron van inkomsten fungeerde, nam het interesse in deze grote berghond af. Daarnaast nam ook het aantal beren en wolven af, waardoor zo’n krachtige berghond, die veel voer nodig had, niet meer nodig was. Vooral tijdens de Spaanse Burgeroorlog, waarin de financiële situatie van veel mensen (en fokkers) extreem verslechterde, ging het slecht met dit ras.
Gelukkig overleefde een klein aantal van hen het, waardoor Kynologen in het midden van de 20ste eeuw het ras weer konden gaan fokken. In 1977 werd de spaanse Club del Mastín del Pirineo opgericht, wiens leden in de Pyreneeën intensief hebben gezocht naar resterende exemplaren die geschikt waren voor de fokkerij. Het werk van de fokkers worp zijn vruchten af: in de jaren 70 waren er slechts 24 geregistreerde rashonden, maar het aantal steeg in de komende jaren voortdurend. Ook het interesse in deze honden steeg. Zweden was het eerste land buiten Spanje dat in de jaren tachtig een gericht fokprogramma opstartte. Finland, Noorwegen en Frankrijk volgden en later ook andere Europese landen. Binnen de FCI wordt dit ras onderverdeeld onder nummer 92. Het ras hoort bij groep 2 2 (Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden) en sectie 2.2 (Berghonden). Sinds april 2014 is de Mastín del Pirineo ook geregistreerd bij de Foundation Stock Service van de American Kennel Club (AKC).
Voor wie is de Mastín del Pirineo geschikt?
Terwijl de Mastín del Pirineo in zijn land van herkomst nog steeds wordt ingezet als berghond, wordt hij buiten de bergachtige gebieden vooral als waak- en gezinshond gehouden.
Als je ook interesse heeft in een Mastín del Pirineo moet je voorafgaan aan de zoektocht naar een puppy nagaan of je dit grote dier wel op de juiste manier kunt houden. Er moet aan een aantal eisen worden voldaan om ervoor te vorgen dat de voormalige berghond in zijn element is. Een hond van dit formaat heeft zonder twijfel een groot huis met een tuin nodig, zodat hij altijd naar buiten kan. De hond is niet geschikt voor het leven in een appartement. Ook moet je ervan bewust zijn dat het luide diepe geblaf van de hond ver buiten jouw eigen tuin te horen is. Het is zeker een voordeel als je veel ruimte om jouw grondgebied heeft en buren die van dieren houden. Vooral als het gaat schemeren is het waakinstinct van de hond erg sterk. Als er mensen in de buurt van jouw grond komen zullen ze met een luidde blaf worden „begroet“. De mensvriendelijke rashond wil graag een centrale plek in je familie innemen: een partner die deel mag nemen aan het dagelijkse leven en die men ook tijdens de vakantie niet bij de hondenoppas achterlaat. Het houden in een hok is uitgesloten.
Tijdens dagelijkse wandelingen komt de sociale hond graag in contact met andere honden. En misschien hebt je thuis zelfs plaats voor een tweede hond? Dat zou nog beter zijn!
Bovendien moet je er bewust van zijn dat je een hond in huis haalt die niet van strenge commando’s houdt. Een liefdevolle consequente opvoeding met veel geduld en inlevingsvermogen zijn van belang omdat de hond dan eerder geneigd is te luisteren. Er is ervaring voor nodig om deze eigenwijze hond op de juiste manier op te voeden.
Een serieuze fokker zal voordat hij de pup aan je verkoopt eerst duidelijk maken aan welke eisen je moet voldoen en je helpen als je nog onzeker bent. De aankoopprijs van dit imposante ras ligt tussen de 1000 en 1200 euro.
Voeding en verzorging
Naast ruimte, tijd en ervaring hebt je als bezitter van een Mastín del Pirineo natuurlijk ook het nodige „kleingeld“ nodig. Naast de aankoopprijs, dierenartsbezoek en benodigdheden, moet je vooral de grote hoeveelheid voer die deze honden verslinden niet onderschatten. De kwaliteit van het voer is daarbij van groter belang dan de hoeveelheid. Bespaar dus vooral niet op de kwaliteit. Afhankelijk van het geslacht en de grootte moet je rekening houden met 1-2 kg voer per dag, waarvan ten minste de helft uit vlees en ingewanden zou moeten bestaan. Hoewel de berghond in het begin genoeg had aan melk en kaaskorsten, draagt een afwisselend en voedzaam voer zeker aan de gezondheid van het dier bij. De dagelijkse hoeveelheid moet ten minste op twee maaltijden per dag worden verdeeld. Kleinere porties kunnen niet alleen beter verteerd worden, maar kunnen ook de kans op ziektes verkleinen. Experts zijn van mening dat de kans op gewrichtsproblemen (bijv. heupdysplasie / HD), vaak als gevolg van te snelle groei en ook een maagtorsie met behulp van de juiste voeding kan worden verminderd.
Ook de verzorging van de hond draagt aan een goede gezondheid bij. Het is voldoende de vacht regelmatig (ongeveer twee keer per week) te borstelen, zodat alle losse haren worden verwijderd en er geen vilt ontstaat. De hond is twee keer per jaar in de rui. Tijdens deze periode is het nodig om de hond vaker te borstelen.