Agressieve vechthond of speelse familiehond? Bij de Dogo Canario delen de geesten zich. Wat zeker is, is dat er geen één hond geboren wordt als vechthond – hij wordt zo door de mensen gemaakt. Het is dus de verantwoordelijkheid van de fokkers en houders van de Dogo Canario om de vele positieve karaktereigenschappen naar voren te brengen en te bevorderen.
Volgens de FCI, waar de Dogo canario onder het standaardnummer 346 in de sectie Molossers valt, is agressief gedrag een gediskwalificeerde fout. Agressieve of schuwe honden zijn dan ookniet toegestaan voor de fokkerij.
Over het algemeen is de Dogo Canario een zeer evenwichtige en rustige hond, hoewel het een sterk waakinstinct heeft, is hij bij het juist houden en een consequente opvoeding goed gehoorzaam. Zijn opmerkelijke lef en vertrouwen, gecombineerd met zijn aangeboren wantrouwen ten opzichte van vreemden maken hem tot een geliefde waakhond. Binnen zijn familie laat hij daarentegen zijn andere kant zien, altijd vriendelijk, volgzaam en onderdanig. Ondanks de intense loyaliteit aan zijn baasje gedraagt hij zich tegenover de andere familieleden ook loyaal en goedmoedig. Als hij in zijn familie geïntegreerd is, zal een Dogo Canario voor het leven loyaal aan hen zijn. Zijn veerkrachtige en robuuste karakter maken het een gemakkelijke en betrouwbare waakhond en metgezel. Zijn stemmingen en bedoelingen laten daarbij zien dat valsheid hem vreemd is. Met zijn typische luide en diepe stem drukt hij zijn levendige temperament graag uit.
Verschijning
Kenmerkend voor de Dogo Canario is zijn mooie, sterke lichaam en zijn massieve, brede en kubusvormige kop. Daaruit blijkt duidelijk dat hij tot de Molosser honden behoort. Met een schofthoogte van 61-66 centimeter en een maximaal gewicht van 65 kilogram hebben mannetjes een zeer imposant figuur. Maar ook vrouwtjes zijn uitgerust met een schofthoogte van 56-62 cm en een gewicht van ten minste 40 kilogram en ten hoogste 55 kilogram. Hun statige omvang en hun gespierde, sterke lichaam roept waarschijnlijk bij iedereen een zeker respect op. Hij komt zeker op veel mensen bedreigend over, vooral bij mensen die dit nogal zeldzame ras niet kennen en het vriendelijke en rustige karakter van deze honden niet zien. Ondanks zijn flinke gestalte is de Dogo Canario allesbehalve traag of onhandig. Zijn goed geproportioneerde lichaamsbouw getuigt van een buitengewone kracht en behendigheid. Zijn bewegingen zijn behendig, soepel en zelfs bijna fijntjes. Zijn lichaam is langer dan zijn schofthoogte, wat vooral duidelijk zichtbaar is bij vrouwtjes. De kop komt slechts een klein beetje boven de rughoogte uit.
Op gebied van kleur presenteert de Dogo Canario zich heel gevarieerd. De varianten van de bonte vachten lopen van een warme donkerbruine tot een lichtgrijze en lichtblonde kleur. Alle mogelijkheden van donkerbruin tot zandkleurig zijn toegestaan. Witte tekeningen mogen voorkomen op de borst, de basis van de nek en de keel, terwijl er volgens de norm in de fokkerij weinig wit te zien is. Het masker van de Dogo Canario is bij alle kleurvarianten zwart. Zijn korte, gladde vacht, zonder ondervacht, ziet er zeer rustiek uit en voelt ruw en hard. Op zijn oren, die in zijn thuisland Spanje nog steeds gecoupeerd mogen worden, is de vacht zeer kort en fijn. Op de schoft en achterkant van de dijen is de vacht echter wat langer. De staart, die breed is bij de basis en toelopend naar de punt, mag niet voorbij de enkel komen. In ruste hangt de staart recht met een lichte bocht aan het uiteinde, bij waakzaamheid wordt de staart opgericht. Het is van belang dat de vacht van deze prachtige hond goed bijgehouden wordt, regelmatig borstelen is dan ook noodzakelijk.
Geschiedenis van de Dogo Canario
Zoals de naam al doet vermoeden ligt de herkomst van de Dogo Canario in Spanje, preciezer gezegt op de Canarische Eilanden. Zijn voorouders vinden zich in de Spaanse Bulldog, die in de Middeleeuwen op een veelzijdige manier werd gebruikt op het Spaanse vasteland. De Spaanse Bulldog, in oude geschriften meestal ‘Alano’ genoemd, werd zowel gehouden voor de jacht op gevaarlijk wild, als herdershond voor vee en als waakhond. Zelfs aan traditionele stieren- of hondengevechten nam deze hond deel. Vooral als jachthond, die beren, herten en wilde zwijnen onbevreesd en compromisloos in de weg stond, genoot de oude Spaanse Alano in de late Middeleeuwen veel populairiteit onder de adel. Zijn reputatie als een unieke, moedige ‘jager’ leidde uiteindelijk tot het gebruiken als oorlogshond, waar hij niet alleen werd ingezet om de tenten van de soldaten in de gaten te houden. Uitgerust met een stekelig pantser moest hij in de strijd binnendringen in het vijandelijke leger en daardoor mensen en paarden ernstig letsel toebrengen. In de 16e en 17e eeuw werden deze versterkte honden meegenomen door de Spaanse veroveraars bij het veroveren van Zuid-Amerika. De geografisch gunstig gelegen Canarische Eilanden waren een tussenstop voor de veroveraars en kolonisten, waardoor er veel van deze honden naar de Canarische Eilanden kwamen. Dit legde de basis voor de genpool van de hedendaagse ‘Dogo Canario’, die waarschijnlijk het gevolg is van kruisingen tussen de eilandhond ‘Majorero’ en de Spaanse Alano. Op de Canarische Eilanden, waar weinig gejaagd of gevochten werd, werd het ras vooral als waakhond voor de boerderij en het vee gebruikt. Jachtinstinct en strijdbaarheid dreven vaker naar de achtergrond bij het fokdoel, er was nu meer vraag naar fokdieren met een gecombineerde hoge waakzaamheid en sterke zenuwen.
Fokken toen en nu
Op de Canarische Eilanden werd de Dogo Canario in eerste instantie als hof- en waakhond gehouden. Dankzij zijn uitstekende werk bij het bewaken van veel landelijk eigendom werd hij zo populair dat hij door de regering benoemd werd als natuurlijke symbool van Gran Canaria. In de jaren ’70 van de vorige eeuw begonnen de Spanjaarden met de gerichte fok van hun ‘Nationale hond’. In de jaren ’80 was het ras eindelijk zo ver ontwikkeld dat er verschillende rasverenigingen opgericht werden en een mondiale tentoonstelling werd georganiseerd. Al gauw werd het indrukwekkende ras buiten de grenzen van de Canarische Eilanden bekend. Over de naam was er lang een meningsverschil. Presa Canario, Perro de Presa Canario, Perro de Presa Español, Spaanse Bulldog, Canarische Mastiff of gewoon Alano werden de honden van dit soort genoemd. In 2001 werd het hondenras door de overkoepelende organisatie FCI officieel erkend als ‘Dogo Canario’ en probeerde hierdoor een einde te maken aan de verwarring rondom de naam – ondanks dat enkele traditionalisten onder de Spaanse fokkers ontevreden waren, omdat zij het Spaanse woord ‘presa’ (roof, buit) graag in de naam van het ras hadden gezien. Volgens de norm van de FCI, die in 2011 onder Dogo Canario eindelijk werd erkend, speelt de eigenschap als ‘jager’ geen rol meer. Deze beperking in de rasstandaard van de FCI bewoog een aantal van de oude ‘Criadores (fokkers) ertoe om met een eigen standaard onder de naam ‘Presa Canario’ verder te fokken. Het Spaanse ministerie van Landbouw erkende de Prese Canario als hondenras.
In tegenstelling tot de Presa Canario wordt bij het fokken van de Dogo Canario volgens het FCI het meeste waarde gehecht aan het evenwichtige en rustige karakter van de dieren. Hoewel het nog steeds een uitstekende waakhond kan zijn vanwege zijn zelfvertrouwen en hoge waakzaamheid, maakt de evenwichtigheid in zijn aard de Dogo Canario ook geschikt als familiehond en metgezel.
Vermoedelijk is deze combinatie van een krachtige, bijna dreigende uitstraling en een zacht karakter de reden dat mensen zo gefascineerd zijn en de vraag naar de Dogo Canario stijgt.
Houden en opvoeding
Hoewel de Dogo Canario in elk land, waar er zogenaamde vechthondenregels gelden, als zodanig geldt, moeten er bij het houden een aantal aspecten worden onderzocht. Men moet niet vergeten dat dit ras – dankzij zijn geschiedenis – een enorm waakinstinct heeft, wat met een verkeerde opleiding tot problemen kan leiden. De dominant en onafhankelijk neigende hond heeft sterk behoefte aan een ervaren en consequente hondenbezitter, die goed en verantwoord kan omgaan met de aangeboren waakeigenschappen. De opvoeding en training van de Dogo Canario moet daarom zo snel mogelijk beginnen. Al in de puppyfase moet hij een aantal commando’s leren kennen en weten wie de heer des huizes is. Door een vroege socialisatie, die al moet beginnen bij de fokker, moet hij leren om zijn fysiek te beperken in alledaagse situaties, om botsingen met mensen te voorkomen. Ook al gebeurt het in het spel of uit pure vreugde van het weerzien: door zijn omvang en enorme kracht kan een Dogo Canario een mens gemakkelijk ten val brengen.
In geen geval kan een Dogo Canario in krappe leefomstandigheden leven. Een hond van zijn grootte en temperament vereist veel ruimte en veel werk. Naast lange wandelingen moet apporteren tot het dagelijkse programma behoren.
Wanneer je overweegt om een Dogo Canario te kopen moet je zich noodzakelijkerwijs vooraf informeren over het houden, de opvoeding en de zorg van het hondenras. Een serieuze fokker zal al jouw vragen volledig kunnen beantwoorden.
Hondenvoer voor Dogo Canario is te vinden op onze webshop.
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.