De Frans-Belgische Bichon frisé is een ongecompliceerde charmeur die veel hondenvrienden binnen no time betovert met zijn vriendelijke wezen. Kom hier meer te weten over dit geliefde ras.
Op het eerste gezicht doet de Bichon frisé denken aan een donzig pluizenbolletje op vier poten. Het ras weegt maximaal 6 kg en heeft een schofthoogte van ongeveer 30 cm. De uitsluitende witte vacht kan maximaal 10 cm lang worden en moet volgens de rassenstandaard herinneren aan de Mongoolse geit. Het is zijde-dun en ziet er erg zacht uit dankzij de kurkentrekker-krullen. Het dekhaar is iets harder. De lokken zijn ook verantwoordelijk voor de naam van het ras: vertaald betekent Bichon frisé zoiets als “schoothondje met krullend haar”. De Bichon frisé kijkt nieuwsgierig uit zijn donkere ogen de wereld in en heeft hangoren die bedekt zijn met krullen. De staart is over de rug heen gebogen, maar zou niet moeten worden opgerold.
Honden waar al eeuwenlang van wordt gehouden
Zelfs in de oudheid waren er kleine poedelachtige honden die later vooral populair waren bij de Franse en Spaanse adel. Van oudsher hebben deze “schoothondjes” vooral een taak: het waren honden om “van te houden”. Door hun aanwezigheid verblijden ze vooral rijke mensen zonder een andere taak te moeten vervullen. Daarom worden ze tot de gezelschapshonden gerekend. Vermoedelijk ligt de oorsprong van het zijdezachte ras op de Canarische eilanden, wat leidde tot de naam “Tenerife Hond”. Welke rassen een rol hebben gespeeld in het ontstaan is niet duidelijk – deskundige meningen variëren van waterspaniels tot dwergpoedels. Vanaf Tenerife bereikten de schoothondjes het Europese vasteland in de 14e eeuw. De voorouders van de Bichon frisé werden aan het begin van de 16e eeuw voorgesteld aan de Franse herenhuizen waar zij, vaak geparfumeerd en versierd door nobele dames tot salonleeuwen van de adel werden. Vanaf de jaren ’30 van de 20e eeuw beleefden ze een grote bloei, vooral in Frankrijk en België. In 1928 werden ze als “gekrulde zijdepoedel” tentoongesteld in Duisburg. In 1933 kreeg de Bichon frisé zijn officiële naam en werd er een standaard vastgelegd. Het eerste Bichon frisé nest in Duitsland werd pas in 1956 geboren. In hetzelfde jaar kwam de eerste vertegenwoordiger van het ras in de VS terecht. Via deze omweg kwam de Bichon frisé uiteindelijk in Groot-Brittannië terecht, waar in 1974 de eerste pups van het Frans-Belgische ras het levenslicht zagen. Vooral in de Verenigde Staten is het ras sindsdien erg populair. Naast de Bichon frisé behoren vijf rassen tot de “Bichons”: Maltees, Bolognese, Havanezer en het leeuwhondje.
Everybody’s Darling
Een Bichon frisé weet door zijn charme te overtuigen: het is een levendige open hond die graag overal mee naartoe gaat. Het gekrulde hondje heeft altijd goede zin en is daardoor het zonnetje in huis. Zo kan de mooie viervoeter de meeste mensen zonder moeite om de poot wikkelen. Hij houdt bovendien van knuffelmomenten – ook graag op schoot met lichaamscontact. De ongecompliceerde metgezel is bijna nooit hectisch, kan goed met andere dieren overweg en is vriendelijk tegenover vreemden. De temperamentvolle Bichon frisé heeft weliswaar de neiging om waakzaam te zijn en kan bijvoorbeeld blaffen naar de postboden, maar hij is niet agressief en het is geen typisch keffertje. Vertroetel de temperamentvolle Bichon frisé niet meteen tijdens ontmoetingen met vreemden of als je naar de dierenarts gaat. Sommige eigenaren maken de fout hun kleine viervoeter meteen gerust te stellen of te troosten, waardoor ze hun hond juist eerder onzeker maken en de hond leert dat het om uitzonderlijke situaties gaat. Als je juist zelfverzekerd en ontspannen bent, zal uw viervoeter dat ook blijven!
De witte vrolijke wezentjes hebben nauwelijks rassenziekten. Tranende ogen kunnen alleen iets vaker voorkomen, waardoor bruinachtige tranensporen in sneeuwwitte vacht kunnen ontstaan. Het is altijd belangrijk om ervoor te zorgen dat de ogen vrij zijn van lang haar om irritatie te voorkomen. Sommige Bichon frisés hebben een kans op ontsteking van de ademhalingsorganen. Het ras wordt als robuust beschouwd en ze hebben een hoge levensverwachting: een goed verzorgde Bichon frisé die wordt gevoerd met voer dat op het dier is afgestemd kan 15 jaar oud worden. Sommige dieren worden zelfs 17 jaar oud.
De juiste voeding
Een Bichon frisé heeft net als elke andere hond voeding nodig die is afgestemd op zijn behoeftes. Omdat de meeste charmeurtjes niet erg kieskeurig zijn – uitzonderingen daargelaten – heb je de keuze uit verschillende soorten voer. Let bij de keus van hondenvoer op een hoog vleesaandeel, zowel bij nat- als droogvoer. In de lijst met ingrediënten moet vlees het eerst worden vermeld. Het eiwitgehalte mag maximaal 30 procent zijn. Bij normaal actieve honden die niet aan hondensport doen en niet dagelijks erg lange afstanden afleggen is 25 procent voldoende. Suiker heeft niets in hondenvoer te zoeken – het komt echter soms voor onder aliassen zoals “melasse van suikerbieten”. Vermijd ook producten die plantaardige bijproducten bevatten, zoals graan van lage kwaliteit. Als je jouw viervoeter uitsluitend droogvoer aanbiedt, moet je erop letten dat hij voldoende drinkt. Voor jouw lichte Bichon frisé tot 6 kg is er ook speciaal droogvoer voor kleine honden, dat bestaat uit brokjes van de juiste grootte. Het is geschikter voor de nauwsluitende tanden van mini-viervoeters. Daarnaast bestaat er speciaal speelgoed voor gebitsverzorging en snacks om tandsteen te voorkomen. Een goede tip voor gezonde tanden is ook het regelmatig voeren van rauwe stukjes rundvlees omdat het intensieve kauwen ook een reinigende werking heeft.
Het dekhaar met onderwol is relatief makkelijk te verzorgen en beschermt de Bichon frisé in de winter optimaal tegen vocht en kou, terwijl het in de zomer de hitte tegenhoudt. Een groot voordeel voor Bichon-eigenaren en hun woninginrichting is dat het ras niet ruit. Een puppy moet elke twee dagen worden geborsteld om te voorkomen dat de krullende vacht in de war raakt en om vuil weg te borstelen. De volwassen Bichon frisé heeft eens per week een uitgebreide vachtverzorging nodig. Vooral wanneer je natvoer geeft moet de “baard” van jouw trouwe viervoeter regelmatig worden gereinigd. De krullende vacht van de levendige Bichon moet regelmatig in vorm worden geknipt. Het kan bij gezelschapshonden die niet naar tentoonstellingen gaan een beetje korter zijn dan de rassenstandaard eist omdat daardoor de verzorging makkelijker wordt. Vooral rond de ogen moet het haar niet te lang zijn om een helder zicht mogelijk te maken en oogirritatie te voorkomen
Bereidwillige scholier
Als je niet bezwijkt voor de charme van de kleine Fransman, is de opvoeding van de Bichon frisé goed te doen: de hond is leergierig, slim en daardoor ook een geschikte hond voor beginners op voorwaarde dat de eigenaars zich vertrouwd maken met de basisprincipes van de hondentraining. Blijf tijdens de opvoeding altijd vriendelijk en consequent – zodat je snel succes kunt boeken met de slimme hond. Het is ook aan te raden om een hondenschool te bezoeken, waar de Bichon frisé van pup af aan in contact komt met andere viervoeters. De opgewekte dwerghond leert bovendien graag een paar kunstjes.
Voor de Bichon frisé is vooral aansluiting bij zijn roedel belangrijk. Het is overigens niet nodig dat hij de hele dag wordt beziggehouden. Desalniettemin waardeert hij lange wandelingen en gaat hij graag met je mee. Het “schoothondje” is ook een echte natuurliefhebber die graag een frisse neus haalt. Als je fietst kan de Bichon frisé met je mee: het is het beste om hem in een speciale hondenmand te doen. Tussendoor kan de volwassen hond ook een stukje naast de fiets lopen in een geschikt tempo zodat hij zich tijdens de fietstocht ook kan uitleven. Omdat hij over het algemeen niet de neiging heeft om te jagen – een goede opvoeding is wel een vereiste – kun je hem altijd roepen en kan hij in geschikte gebieden prima loslopen. En niet te vergeten: na jullie gemeenschappelijke avonturen houdt de kleine wildebras van uitvoerige knuffelmomenten.
Past een Bichon frisé bij mij?
Een Bichon frisé is een echte allrounder: hij past zich meestal goed aan zijn omgeving aan en is daardoor ook geschikt voor een stadswoning. Hij houdt van kinderen en is – als ze leren om op een respectvolle manier met dieren om te gaan – ook een leuk speelkameraadje voor hen. Vooral bij Bichon frisé-puppy’s moet je erop letten dat de kinderen er voorzichtig mee omgaan omdat de hondjes dan nog erg klein zijn. Het ras kan meestal erg goed met andere huisdieren overweg zoals honden en katten – bij kleinere dieren moet je altijd een oogje in het zeil houden zodat de speelse hond ze niet als “levend speelgoed” ziet. Als je de dieren van jongs af aan al aan elkaar laat wennen kan dit uitstekend lukken. Een Bichon frisé kan voor korte tijd alleen worden gelaten en past zich – als aan zijn behoeften wordt voldaan – aan het dagelijks leven van het gezin aan. Kortom: het is een optimale hond zowel voor gezinnen als singles en ook voor oudere mensen die vaak met hun viervoeter naar buiten willen.
Voordat jouw Bichon frisé bij je intrekt, moet je je op verschillende gebieden indekken omdat een viervoetig familielid verantwoordelijkheid betekent voor de komende jaren. Als je in een huurhuis woont, moet je er zeker van zijn dat honden zijn toegestaan. Zorg dat dit zwart op wit staat als het niet in de huurovereenkomst staat. Hoewel het ras niet ruit, moet je voordat de hond bij jou intrekt controleren of er familieleden zijn die allergisch zijn voor honden. Zorg ook voor oppas voor als je op vakantie gaat of ziek wordt. Veel hotels laten intussen ook viervoeters toe dus dit zou ook een optie kunnen zijn. Naast de verplichting om de hond dagelijks te verzorgen de komende jaren, moet je ook rekening houden met de financiële kosten naast de basisbenodigdheden (borstel, lijn, mandje, deken of kussen, voerbak). Denk aan regelmatige kosten (hoogwaardig voer en snacks, dierenartskosten, hondenbelasting). Bovendien kunnen er onvoorziene kosten voorkomen in het geval van ziekte.
Zo kunt u uw droom-Bichon frisé vinden
Als je er zeker van bent dat je een Bichon frisé wilt, kun je op zoek gaan naar een serieuze fokker van dit witte charmante ras. Let erop dat de fokker lid is van een vereniging en dat hij zijn dieren alleen met stamboekcertificaat, vaccinatiebewijs en gezondheidscertificaat en chip aan jou geeft. Neem de tijd om een fokker te vinden die je vertrouwd en die vriendelijk met zijn dieren omgaat. Een fokker die de moeder van de puppy’s tussen twee worpen voldoende tijd geeft om te herstellen, die geduldig met vragen omgaat en ook kritische vragen stelt over het toekomstige huis van zijn pup. Tijdens een bezoek kunt je niet alleen de puppy’s leren kennen, maar ook hun ouders. Een verantwoordde fokker is meestal ook een aanspreekpartner waar je terecht kunt met vragen over jouw viervoetige familielid. Koop niet van vermeende “fokkers” die dieren verkopen zonder stamboom en die geen lid zijn van een vereniging. Ze zijn meestal alleen uit op het geld en hechten geen waarde aan de gezondheid en het sociale gedrag van de puppy’s en ouders. In eerste instantie lijkt het aanbod voordeliger, maar in veel gevallen blijkt dat niet zo te zijn door hoge kosten bij de dierenarts. Bovendien heb je geen garantie over de afkomst van de viervoeter.
Als het een ouder hond mag zijn, is een bezoek aan het dierenasiel bij jou in de buurt de moeite waard. Er zijn ook speciale dierenwelzijnsorganisaties die zich inzetten voor de bemiddeling van Bichons. Een voordeel van een oudere hond kan zijn dat hij al goed is opgevoed. Natuurlijk zijn er ook honden die door hun eigenaren werden afgegeven omdat ze overweldigd waren door hun opvoeding. De dierenbescherming kan tijdens een gesprek met jou er al snel achter komen of je een dreamteam zou kunnen vormen met de desbetreffende Bichon frisé. Als het om een privébemiddeling gaat moet je de hond van tevoren leren kennen en bijvoorbeeld met hem gaan wandelen. Het kan in elk geval een verrijkende ervaring zijn een oudere Bichon frisé een nieuw thuis te geven!
Wij wensen u een fijne tijd met uw charmante Bichon frisé!
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.
