De neus is een van de meest ontwikkelde zintuigen van de hond.
Wat ons mensen altijd weer fascineert, zijn de zintuigen van de hond. Het vermogen om zich te oriënteren, alles en iedereen aan de geur te herkennen en luide geluiden en lawaai te horen, is bij honden veel beter ontwikkeld dan bij mensen.
De zintuigen van de hond: de reuk
Voor mensen is het oog het belangrijkste zintuiglijk orgaan, voor honden is dat de neus. Daardoor ontdekt en beleeft hij zijn omgeving. Het dient als informatiecentrum, blikvanger en waarschuwingssysteem in één. Een hond kan echter niet alleen aanzienlijk beter ruiken dan een mens, maar interpreteert de geuren ook veel genuanceerder.
Een hond ruikt of we boos of bang zijn, hoe oud een hond is, welke boodschappen andere honden hem achterlaten en of er onder de sneeuw nog mensen begraven zijn. Daarbij maakt het voor hem niet uit of hij de geur op de grond of in de lucht waarneemt. Wat reukzin betreft is hij een meester in zijn vak. Daarom is de reukzin van honden echt indrukwekkend.
Hondenoren zijn ongelooflijk!
Ook het gehoor is een van de zintuigen van de hond die bij honden veel beter functioneren. Alleen al voor het bewegen van de oren beschikken ze over 17 spieren. Honden met natuurlijke staande oren kunnen hun oren gebruiken om geluiden op te sporen.
Maar honden zijn niet alleen qua anatomische eigenschappen van de oren beter. Ze kunnen trillingen ook veel beter opnemen. Terwijl het menselijk oor bij een frequentie van ca. 20.000 hertz niets meer waarneemt, kunnen hondenoren het dubbele van de frequentie aan. De hoogfrequente hondenfluit werkt vanwege dit verschil.
Honden kunnen ook veel beter horen dan mensen. Een hond onderscheidt geluiden van de motor zoals een auto-expert, herkent stappen van verre afstanden en weet of de postbode of kruidenier het huis nadert. Het is dus geen wonder dat de mens honden als bewaker benutten.
De zintuigen van honden: de smaak
Het gevoel voor de smaak speelt bij de zintuigen van de hond een minder belangrijke rol. De tong van een hond heeft twee belangrijke extra functies. Ten eerste dient het voor de opname van vocht vanwege zijn bijzondere beweeglijkheid. Ten tweede zorgt een hond door hijgen voor afkoeling, omdat hij verdampt water via zijn tong afgeeft.
Natuurlijk proeft een hond ook, want hij houdt niet van ieder hondenvoer. Dit hangt echter nauw samen met het reukvermogen. Als het eten niet lekker ruikt, komt het gevoel voor smaak meestal helemaal niet meer tot zijn recht.
Tastzin: hondenzintuig met een ondergeschikte rol
Ook de snorharen vervullen bij honden lang niet dezelfde functie als bijvoorbeeld de snorharen bij katten. Hij kan er weliswaar mee “voelen”, aangezien ze verbonden zijn aan gevoelige zenuwcellen in de huid, maar dit is niet van groot belang.
Het gezichtsvermogen is minder uitgesproken
Wat het gezichtsvermogen betreft zijn honden in het nadeel ten opzichte van mensen. Ze zien niet goed op een afstand en kunnen ook niet snel scherp voorwerpen in de buurt zien. Windhonden daarentegen hebben dankzij hun smalle kop een bijzonder grote blikhoek (tot 270°) en kunnen zelfs naar achteren kijken. Dit bijzondere gezichtsvermogen is echter een uitzondering onder honden.
Over het algemeen is de visuele waarneming van honden afgestemd op beweging, waarop ze snel en bijna automatisch reageren. Daarom zijn de meeste hondenrassen goed als geleidehonden. Het gebrek aan verzicht van de ogen wordt bij een goed zuchtje wind makkelijk gecompenseerd door hun belangrijkste hondenzintuig: hun neus.
De zintuigen van de hond: een boeiend samenspel
Wat ons echter steeds weer verbaast zijn niet alleen de zintuigen van de hond, maar vooral hoe deze onderling samenwerken. Voor ons lijkt het vaak alsof dieren nog over een zevende zintuig beschikken. Hoe weet een hond dat we binnenkort het huis verlaten? Hoe vinden vogels hun weg terug uit hun winterverblijfplaats? En hoe weet een gans dat er brand uitbreekt ergens in de buurt? Wat voor dieren vanzelfsprekend is, grenst voor mensen bijna aan magie.