Iedere hond heeft er wel eens last van: vlooien. Lees in dit artikel meer over deze lastige beestjes en hoe je vlooien bij jouw hond kunt voorkomen.
1. Beschrijving en ontwikkeling van vlooien
2. Symptomen van vlooieninfestatie
3. Diagnose van vlooieninfestatie
4. Therapie van vlooieninfestatie
5. Preventie van vlooien bij honden
1. Beschrijving en ontwikkeling van vlooien
Meer dan 2000 soorten vlooien parasiteren in zoogdieren en vogels. De hond wordt het meest gekoloniseerd door de kattenvlo (Ctenocephalides felis), in zeldzame gevallen door de hondenvlo (Ctenocephalides canis) en af en toe door de menselijke vlo (Pulex irritans en Pulex simulans), de kippenvlo (Echidnophaga galliacea) en de egelvlo (Archaeopsylla erinacei).
De vlo is ongeveer 1-6 mm lang zijdelings afgeplat, vleugelloos, heeft krachtige poten en is daarnaast uitgerust met stekende zuigende monddelen. Hij is licht tot donkerbruin gekleurd en voedt zich met het bloed van zijn gastdier.
De ontwikkeling van vlooien loopt van het ei via drie larvale stadia naar de pop en de volwassen vlo. De vlo wijfjes nemen een paar minuten na kolonisatie van het hondenbloed en beginnen ongeveer 24-48 uur daarna met het leggen van eieren. Ze legt gemiddeld 30 eieren per dag tijdens haar leven dat ongeveer 50-100 dagen duurt. Meestal worden de eieren gelegd als de hond aan het uitrusten is en vallen ze op de slaapplaats of op andere plaatsen waar de hond vaak verblijft. Binnen een paar dagen komen de eieren uit en worden ze larven, die zich in drie fasen evolueren tot poppen. De larven voeden zich met celmateriaal en vlooienuitwerpselen met onverteerd bloed dat samen met de eieren van de hond valt. Uit de pop komt een volwassen vlo die de volgende hond zo snel mogelijk bevolkt. Onder ongunstige omstandigheden, zoals koudere temperaturen, kan de pop tot 50 weken in de cocon overleven totdat hij uitkomt. Onder ideale omstandigheden duurt de cyclus van ei tot volwassen vlo ongeveer twee tot vier weken. Volwassen vlooien van C. felis en C. canis leven permanent op hun gastheer, ze gaan bij gelegenheid over op andere gastheren, maar blijven niet lang in de omgeving. De jonge stadia (eieren, larven, poppen) van de vlo leven in de omgeving. De larven kruipen in schuilplaatsen zoals onder kussens en tapijten en spleten in de vloer.
Honden kunnen vlooien mee naar huis nemen door contact met andere dieren. In de woonkamer hebben de vlooien ideale omstandigheden voor hun ontwikkeling. Hun vermenigvuldiging vordert snel onder deze omstandigheden. De kattenvlo, de meest voorkomende vlooiensoort, is niet kieskeurig over het kiezen van zijn gastheerdier: wereldwijd werd de kattenvlo ontdekt bij meer dan 50 verschillende diersoorten en ook bij mensen.
2. Symptomen van vlooieninfestatie bij honden
Bij honden veroorzaakt een vlooienbeet vooral jeuk en plaatselijke huidreacties zoals rode vlekken met een heldere omgeving. Sterkere reacties kunnen ook leiden tot puisten en korsten. Permanent krabben en knagen door de hond zelf kan haarverlies en nat of zelfs etterend eczeem veroorzaken. Favoriete plaatsen van vlooien zijn het oor- en kruisgebied, de rug- en staartbasis, de buik en de binnenkant van de dijen. Een vlooieninfestatie bij de hond kan echter ook volledig onopgemerkt blijven en zonder symptomen verlopen.
De hond kan ook allergische vlooiendermatitis (FAD) ontwikkelen, een overgevoeligheidsreactie veroorzaakt door vlooienspeeksel. De FAD is een van de belangrijkste en meest voorkomende allergische huidziekten bij honden. Een enkele vlooienbeet is voldoende om zeer intense jeuk te veroorzaken bij de hond.
Grote aantallen vlooien kunnen leiden tot bloedarmoede bij honden of puppy’s die ook lijden aan andere ziekten. Dit treedt op als gevolg van het zuigen van bloed door de vlooien en het daaruit voortvloeiende bloedverlies. Vlooien kunnen ook de lintworm Dipylidium caninum doorgeven aan honden.
3. Diagnose van vlooieninfestatie
In geval van zware vlooieninfestatie zijn de vlooien op de hond al zichtbaar voor het blote oog. Ook kunnen de klinische symptomen zoals steken en roodheid op de plaatsen waar vlooien graag zitten een aanwijzing zijn voor vlooieninfestatie. Met een vlooienkam kun je op zoek gaan naar vlooien of vlooienuitwerpselen. Om vlooienuitwerpselen van viezigheid in de vacht te onderscheiden, zorg je dat het materiaal in de vlooienkam op een stuk wit papier of keukenrol terechtkomt en bevochtig je het met water. Als het materiaal roodachtig wordt, zijn het vlooienuitwerpselen die opgezogen bloed bevatten. Soms bevat de vacht ook eieren of larven die aan het haar hechten. Ze kunnen onder de microscoop worden gezien.
De allergie voor vlooienspeeksel is moeilijker om te diagnosticeren, omdat alleen in zeldzame gevallen een vlo of vlooienuitwerpselen te vinden zijn. Aanwijzingen zijn symptomen die typisch zijn voor FAD en gebieden met huidveranderingen. Bij de diagnose moeten echter andere allergieën of parasieten worden overwogen. Dermatologen gebruiken als er een verdenking is van FAD de diagnostische therapie met medicijnen of een Intradermaltest.
4. Therapie van vlooieninfestatie
Bij de behandeling van vlooien bij honden zijn verschillende maatregelen noodzakelijk. Eerst moeten de volwassen vlooien op de hond worden bestreden. Dit kan gedaan worden met geschikte medicijnen zoals spot-on preparaten, tabletten of sprays die verkrijgbaar zijn bij de dierenarts. Bovendien moeten de jonge stadia worden gedood. Dit betekent dat de hele omgeving waarin de hond verblijft moet worden behandeld. In het bijzonder moet men denken aan gaten in de vloer, onderkanten van tapijten en andere donkere gebieden waar de larven zich terugtrekken. Dekens en kussens moeten worden gewassen, vloeren en zelfs de auto moet grondig worden gestofzuigd. De stofzuigerzak moet direct na gebruik worden weggegooid of ingevroren. Na het schoonmaken, is het raadzaam om de omgeving te behandelen met een insecticide, zoals omgevingssprays of vernevelaars van speciaalzaken of dierenartsen.
Omdat vlooien kunnen overspringen op andere dieren die in huis leven, is het aan te raden deze dieren ook te behandelen. Daarnaast zijn vlooien dragers van de hondenlintworm Dipylidium caninum. Daarom moet na een vlooieninfestatie ook gedacht worden aan ontworming.
5. Preventie van vlooien bij honden
Om besmetting met vlooien te voorkomen, kun je de hond profylactisch behandelen met verschillende medicijnen van de dierenarts. Hiervoor zijn verschillende vormen beschikbaar, zoals spot-on preparaten, tabletten en halsbanden, elk met verschillende werkingsmodi en duur.
Vooral honden met allergie voor vlooienspeeksel moeten regelmatig worden behandeld tegen vlooien, omdat zelfs een enkele vlooienbeet enorme symptomen kan veroorzaken.
In onze webshop vind je alle producten voor ongediertebestrijding, zoals spot-on preparaten en een vlooienhalsband voor vlooienbeschrijding. Ook een vlooienkam bestel je voordelig bij zooplus!