Inentingen voor honden

Hond krijgt inenting

Je dierenarts voorziet je hond van zijn periodieke inentingen.

Het lijdt geen twijfel dat inentingen het leven van je hond beschermen tegen dodelijke infectieziekten. Maar welke inentingen moeten honden absoluut krijgen? Waarom krijgen puppy’s basisvaccinaties en hoe vaak moet de dierenarts de inentingen herhalen?

Waarom moet ik mijn hond laten inenten?

Inentingen hebben de afgelopen jaren steeds meer kritiek gekregen. De verontrusting over dure inentingsstoffen, het winstbejag van sommige farmaceutische bedrijven en de zogenaamd onnodige herhalingen van de inentingen is bij sommige hondenbezitters groter dan de angst voor de ziektes zelf.

Daarbij moet echter niet worden vergeten dat men er enkel dankzij strikte vaccinaties in is geslaagd een aantal gevaarlijke infectieziekten onder controle te krijgen.

Dankzij de uitgebreide inenting tegen zeer besmettelijke bacteriën en virussen konden het risico op infectie en het aantal daarmee samenhangende sterfgevallen aanzienlijk worden verminderd. Iedere gevaccineerde hond draagt bij aan het tegengaan of voorkomen van epidemieën. Zo bescherm je met een vaccinatie niet alleen het leven van je eigen hond, maar ook dat van andere dieren.

Waartegen moet mijn hond zijn ingeënt?

Inentingen bieden de meest betrouwbare bescherming die je jouw hond kunt bieden. Zo beschermen ze onze beste vriend tegen levensgevaarlijke ziektes, zoals mazelen, het parvovirus, leptospirose, hepatitis contagiosa canis, hondsdolheid, kinkhoest, babesiose of bijvoorbeeld borreliose. In de inentingsaanbevelingen die door nationale inentingscommissies worden uitgegeven, wordt een onderscheid gemaakt tussen core-vaccins (verplichte vaccins) en non-core-vaccins (selectieve vaccins).

Core- en non-core-inentingen

De zogenaamde core-inentingen zijn vaccinaties die iedere hond moet krijgen. Ze zijn gericht tegen ziekteverwekkers die meestal dodelijk zijn en zowel het leven van de dieren zelf als dat van hun baasjes in gevaar brengen. Ook de toelating van kleine dieren is in veel landen afhankelijk van deze verplichte inentingen en staan dus altijd op het vaccinatiebewijs van je hond.

Voor de non-core-vaccinaties is de aanbeveling daarentegen minder uitgebreid. Ze zijn niet minder belangrijk, maar treden niet altijd op bij alle honden. De noodzaak van een inenting hangt af van verschillende factoren, zoals de leeftijd, bouw en leefomgeving van de hond. Of een inenting nuttig is, moet dus per geval worden vastgesteld. Samen met je dierenarts moet je de voordelen en risico’s van deze non-core-vaccinaties nauwkeurig afwegen voordat je besluit een bepaalde vaccinatie wel of niet te laten zetten.

Belangrijke inentingen: tegen deze ziektes moet je hond gevaccineerd zijn

Hondenziekte

Hondenziekte (canine distemper virus), is een zeer besmettelijke virale ziekte. Dit kan leiden tot ernstige maag-darmproblemen, ziektes aan de ademwegen (hevige hoest, geurige neus- en oogdruppels) of dodelijke krampen en verlammingsverschijnselen (dyspepsie).

Hepatitis contagiosa canis (h.c.c.)

Het canine adenovirus, de ziekteverwekker van hepatitis contagiosa canis, wordt meestal via urinehoudend water of voer opgenomen. De ziekte veroorzaakt koorts en ontstekingen aan ogen, lever en nieren. Andere symptomen zijn braken, diarree en pijn. Met name bij jonge of zwakke honden leidt h.c.c. tot de dood.

Parvovirus

Het parvovirus wordt veroorzaakt door het zeer besmettelijke en enorm resistente DNA-virus CPV (canine parvovirus). Vooral jonge honden sterven aan de gevolgen van uitdroging of vergiftiging door hevig braken, hoge koorts (tot 41,5°C) en bloedige diarree. Maar zelfs als een dier de ziekte schijnbaar heeft overwonnen, kan het een paar jaar later aan de latere gevolgen van het parvovirus overlijden door een immuundeficiëntie of hartproblemen.

Leptospirose

Leptospirose, ook wel Stuttgarter-hondenziekte genoemd, wordt veroorzaakt door de bacterie Leptospira. Knaagdieren dienen als overdrager. De via de urine uitgescheiden ziekteverwekkers verzamelen en vermenigvuldigen zich in plassen water en worden zo op de hond overgedragenovergedragen. Vooral bij jonge honden en honden met een zwak immuunsysteem kan de zeer besmettelijke ziekte ernstige schade aan de organen veroorzaken, die in veel gevallen zelfs tot de dood leidt. Leptospirose heeft zich de afgelopen jaren sterk verspreid. Aangezien de ziekte ook op mensen overdraagbaar is en gevaarlijk kan worden, wordt het dringend aangeraden om je hond te vaccineren.

Hondsdolheid

Net als leptospirose kan ook hondsdolheid op mensen worden overgedragen. Aangezien het verloop van hondsdolheid bij mensen na het uitbreken van de ziekte altijd tot de dood leidt, moet je het vermoeden van een infectie bij honden verplicht melden. Bij honden wordt hondsdolheid overgedragen door het lyssa-virus. Dit leidt tot de typische symptomen zoals sterke speekselvorming en verhoogde agressiviteit. Een besmetting is hoe dan ook fataal.

Puppy krijgt vaccinatie © lalalululala / stock.adobe.com
Inentingen beschermen puppy’s tegen ernstige ziektes.

Optionele inentingen: bij deze ziektes kan een inenting nuttig zijn

Kennelhoest

Met name dieren in grotere groepen, zoals honden op tentoonstellingen of bijeenkomsten, lopen risico op kinkhoest of para-influenza. Afhankelijk van het seizoen kunnen er echter ook lokale uitbraken optreden in kleine hondengroepen, zoals hondensportgroepen of wandelgroepen. De zeer besmettelijke virale ziekte leidt tot ernstige ademhalingsproblemen (meestal een onaangename, droge hoest). Vooral bij dieren met een zwak immuunsysteem kan dit leiden tot een ernstige longontsteking, die een fatale afloop kan hebben. Daarom wordt het ten zeerste aangeraden je hond hiertegen te laten inenten.

Borreliose

Deze bacteriële ziekte wordt door een tekenbeet overgedragen. De ziekte verloopt meestal onschuldig, maar kan ook koorts, vermoeidheid, gezwollen lymfeklieren en kreupelheid veroorzaken. Als het niet wordt behandeld, ontstaat er een chronische ontsteking aan meerdere gewrichten. Alleen in gebieden met een hoog infectierisico wordt de vaccinatie aangeraden. Voor alle andere delen is een goede & regelmatige tekenbescherming zinvoller.

Babesiose

Via een tekenbeet kan ook babesiose worden overgedragen. De agressieve infectieziekte, die gepaard gaat met hoge koorts, leidt bij niet-behandeling binnen een paar dagen tot vernietiging van de rode bloedcellen. De hond komt daardoor te overlijden. In landen waar tekenbesmettingen met babesiose vaker voorkomen bestaat er een actief vaccin. Dit dient als extra bescherming in combinatie emt beschermingsmaatregelen, zoals het testen van de hond op teken en voorkoming. Dit beschermt echter alleen tegen een ernstig verloop van de ziekte en niet tegen de infectie zelf.

Schimmelinfecties

Dit zijn hoofdzakelijk huidschimmelziekten die veel voorkomen bij honden. De meest voorkomende ziekteverwekker bij honden is dermatophyt microsporum canis. Deze leidt tot schilfering en korstvorming op de vacht en vaak tot haaruitval op de getroffen plekken. De schimmel kan zowel door andere geïnfecteerde dieren als door uit de omgeving (mandjes, tapijten of kammen) worden overgedragen. Bij dieren met een bestaande infectie kan een vaccinatie in combinatie met een behandeling nuttig zijn.

Leishmaniose

Leishmaniose wordt overgedragen door de in Zuid-Europa voorkomende zandvliegen of motmug. De bloedparasieten vallen de cellen en organen van de hond aan. Als er niet tegen wordt behandeld kan een besmetting een fatale afloop voor het dier (meestal de dood als gevolg van nierfalen) hebben. Het pas ontwikkelde vaccin kan een infectie niet voorkomen, maar versterkt wel de immuunrespons van de hond op de gevaarlijke ziekteverwekkers.

Wanneer en hoe vaak moet ik mijn hond laten inenten?

Hoewel er niet altijd eensgezindheid heerst over de frequentie en intervallen van de inentingen bij honden, zijn dierenartsen en hondenbezitters het er in ieder geval over eens dat puppy’s een basisvaccinatie nodig hebben. Vanaf 8 weken hebben puppy’s steeds minder en minder antilichamen uit de moedermelk in hun systeem. Begin dan ook met de basisvaccinatie, in overeenstemming met je dierenarts.

Bij een vaccinatie krijgt de hond levende of verzwakte bacteriën/virussen of delen daarvan binnen. Het lichaam reageert op deze stoffen door antilichamen aan te maken die bij een latere infectie de gevaarlijke kiemen en ziekteverwekkers kunnen bestrijden.

Een hond krijgt in de regel echter pas met de tweede of derde injectie een volledige immuniteit tegen een van de ingeënte ziektes. De eerste vaccinatie op de achtste of twaalfde week activeert enkel het immuunsysteem. Het zou dus zinloos zijn als je deze vaccinatie niet herhaalt.

Afronding van de basisvaccinatie

Als de derde vaccinatie is gedaan (op de leeftijd van 16 weken of 15 maanden, afhankelijk van het vaccin), is de basisvaccinatie voltooid. Na verloop van tijd neemt de sterkte van de immuunrespons van het lichaam echter weer af. Om de hoge bescherming tegen de gevaarlijke infectieziekten een leven lang te behouden, moeten de inentingen met bepaalde tussenpozen worden bijgehouden.

Van het idee van een jaarlijkse herhaling, wat tot enkele jaren geleden gangbaar was, kan inmiddels echter afstand worden genomen. Ook de World Small Animal Veterinary Association (WSAVA) beschouwt een herhaling om de drie jaar voor de meeste inentingen (bijv. tegen hondsdolheid) als absoluut voldoende. Bij kinkhoest en leptospirose is een jaarlijkse herhaling van de vaccinatie daarentegen wel noodzakelijk.

Aanbevolen inentingen in één oogopslag

Om altijd volledig beschermd te zijn tegen de genoemde ziektes, is het belangrijk dat hondenbaasjes zich strikt aan het vaccinatieschema van hun dierenarts houden. Het onderstaande vaccinatieschema is gebaseerd op de algemeen aanvaarde aanbevelingen. Het mag echter nooit een gesprek met de dierenarts vervangen. Hij kan je ook precieze aanbevelingen geven over mogelijke inentingen voor je hond.

Inentingen tegen Basisvaccinatie Herhaling
8 weken 12 weken 16 weken 15 maanden Jaarlijks Om de 3 jaar
Hondenziekte (distemper)
Hepatitis (H.c.c.)
Parvovirus (P)
Leptospirose (L)
Hondsdolheid (H)
Kennelhoest

Waar moet ik op letten bij zieke of bijzonder kwetsbare honden?

De hier gepresenteerde aanbevelingen zijn van toepassing op gezonde honden zonder bijzonder risico op infecties. Bij bijzonder kwetsbare puppy’s of honden met risico op infectie, bijvoorbeeld voor kinkhoest, kan een uitgebreidere vaccinatie zinvol zijn. Praat met je dierenarts over de actieve bestanddelen die aan te raden zijn voor jouw hond.

Zieke honden kunnen in principe niet worden ingeënt. Om het risico op mogelijke bijwerkingen zo laag mogelijk te houden, moet je hond op het moment van vaccinatie gezond, ontwormd en vrij van parasieten zijn. Als je hond koorts, diarree of andere symptomen vertoont, moeten dat eerst worden behandeld.

Welke bijwerkingen kunnen de inentingen hebben?

In de regel worden de goedgekeurde vaccins goed verdragen. Het is belangrijk dat de puppy gezond is en een bepaalde leeftijd (minstens acht weken) heeft bereikt om gepast op de werkzame stoffen te kunnen reageren. De kans op ernstige bijwerkingen is in dit geval tot een minimum beperkt. Mogelijke bijwerkingen die meestal na twee tot drie dagen, uiterlijk na een week, weer verdwijnen, zijn:

  • Koorts;
  • (Pijnlijke) zwelling van de injectieplaats;
  • Vermoeidheid;
  • Gebrek aan eetlust.

Als je deze of andere symptomen bij je hond vaststelt en deze langer dan twee dagen aanhouden, moet je zeker contact opnemen met je dierenarts.

Hoeveel kosten de inentingen?

Dierenartsen geven meestal combinatievaccins. Vaak is één spuit voldoende voor de inenting tegen meerdere hondenziektes (bijvoorbeeld zesvoudige inenting voor mazelen, het parvovirus, h.c.c., leptospirose, kinkhoest en hondsdolheid). De kosten voor dergelijke combinatievaccinaties liggen over het algemeen tussen de 45 en 75 euro. Afhankelijk van de dierenarts en de producent van het gebruikte vaccin kunnen de prijzen variëren. Ga daarom van te voren na welke precieze kosten je bij de dierenarts voor de benodigde diensten moet betalen.

In principe moet je er rekening mee houden dat de kosten voor een inenting veel lager zijn dan wat je zou moeten betalen als je hond wordt getroffen door een infectie met deze gevaarlijke ziekteverwekkers.

De gezondheid van je hond moet hoe dan ook altijd de hoogste prioriteit hebben.

Wij wensen jou en je hond het allerbeste!

Onze meest behulpzame artikelen
9 min

Loopsheid van het teefje

De loopsheid bij teefjes is een heel normaal, natuurlijk verschijnsel. Toch maken veel hondenbezitters zich zorgen over het vreemde gedrag van het teefje. Ze ergeren ze zich aan vlekken op het nieuwe tapijt en zijn bang voor een ongewenst nestje. Hier lees je wat je over de loopsheid van jouw hond moet weten en hoe je de periode waarin de hond loops is zonder stress kunt doorstaan. Lees hier meer over de loopsheid van het teefje.

6 min

Giardia bij honden

Heeft jouw hond last van terugkerende problemen met maag en darmen? De oorzaak zou Giardia kunnen zijn, die de dunne darm van jouw viervoeter koloniseert. Lees in het volgende artikel alles wat je moet weten over deze eencellige parasieten.

5 min

Atopische dermatitis bij de hond

Atopische dermatitis bij de hond wordt ook wel contactdermatitis en omgevingsallergie genoemd. Het gaat om een chronische ontsteking van de huid (dermatitis), die door contact met bepaalde allergenen (allergie-veroorzakende eiwitten) ontstaat. De allergische ziekte treedt meestal al op vroege leeftijd op, tussen ongeveer 8 maanden en 3 jaar.