Het hart van een hond verschilt slechts weinig van het onze en klopt bij een gezonde, volwassen hond tussen de 80 en 130 keer per minuut. Maar ook bij onze katten kan het hart van de kat uit balans raken. In het volgende artikel vind je een overzicht van de verschillende hartziekten bij honden.
Symptomen: Welke symptomen zijn typisch voor hart- en vaatziekten bij honden?
Bij de regelmatige controle van je hond let je dierenarts altijd op verdachte hartgeluiden. Veel hartziekten bij honden zijn tegenwoordig namelijk goed te behandelen als ze in een vroeg stadium worden herkend.
Als je hond een of meerdere van de volgende symptomen vertoont, moet je dit altijd tijdig laten onderzoeken door je dierenarts:
- Kortademigheid
- hoge ademhalingsfrequentie
- hoest
- flauwvallen
- blauwgekleurde slijmvliezen
- algemene slaaploosheid (prestatie-insufficiëntie).
Aangeboren hartziekten worden vaak al in de puppytijd merkbaar, maar talrijke andere symptomen vertonen pas later in het leven en in een gevorderd stadium.
Welke hartziekten zijn er bij honden?
De belangrijkste hartziekten bij honden zijn onder andere:
Aanhoudende Ductus arteriosus botalli (PDA)
Een van de meest voorkomende congenitale hartanamolen is de aanhoudende ductus arteriosus. Dit is een bloedvaat van de hoofdslag tot de longslagader. Dit bloedvat is heel handig voor de geboorte van de puppy, want de moeder voorziet de puppy nog van zuurstof. Meestal sluit deze verbinding direct na de geboorte wanneer de puppy begint te ademen.
Als dit niet het geval is, worden de longen vervolgens te veel doorbloed, terwijl dit bij de rest van het lichaam te weinig gebeurt. Als dit niet wordt ontdekt, kan dit al bij jonge honden leiden tot hartfalen. De jonge dieren vertonen echter meestal typische hartgeluiden, zodat ze bij controleafspraken al opvallend worden op puppy-leeftijd.
De misvorming kan tegenwoordig met een kleine operatie met behulp van een katheter worden verwijderd, terwijl vroeger een operatie aan de open borstkas nog nodig was. Als deze ingreep plaatsvindt voordat het hart beschadigd is geraakt, hebben de meeste honden daarna een heel normale levensverwachting.
Aortestenose
Als het hart van de hond wordt gepompt, stroomt het bloed vanuit de linker hartkamer naar de aorta en daarmee naar de lichaamscirculatie van de hond. Om een terugstroming van het bloed uit de aorta te voorkomen, bevinden zich de zogenaamde aortakleppen bij de overgang tussen de hartkamer en de aorta.
Een aorta-stenose is een aangeboren of verworven vernauwing van de aortaklep, waardoor de bloedstroom uit de linker hartkamer wordt beperkt.
Voor de dierenarts resulteert dit meestal in een typisch hartgeluid, dat leidt tot een vermoedelijke diagnose, maar dat door middel van een echografieonderzoek moet worden verduidelijkt. Bij een vroege behandeling met medicijnen kunnen dieren met een lichte tot middelgrote uitkomst vervolgens vaak nog een lang hondenleven verwachten.
Longstenose
Analoog aan de aortaklep bevindt zich de longklep bij de overgang van het rechterhartkamertje naar de longslagader.
Bij longstenose gaat het dus om een vernauwing in het gebied van de longklep door verdikte klepgel. Daarna moet het hart tegen een hogere weerstand pompen, wat op de middellange termijn kan leiden tot talrijke gevolgen, tot en met hartfalen.
De meeste dieren kunnen worden geholpen door middel van een minimaal invasieve ingreep, die echter door een hartarts moet worden uitgevoerd.
Cardiomyopathie
Bij cardiomyopathie gaat het om een zwakte van de hartspier. Bij honden komt meestal een zogenaamde dilatatieve myopathie voor. Zowel de hartkamers als de voorste kamers van het hart van de hond zijn vergroot.
Vooral honden van grote rassen kunnen in de loop van hun leven aan cardiomyopathie lijden. Deze hartziekte bij honden heeft verschillende manifestaties die kunnen leiden tot hartfalen of plotselinge dood.
Cardiomyopathieën ontstaan door genetische defecten of secundair als gevolg van een andere ziekte, bijvoorbeeld een infectie of als gevolg van tekortsymptomen.
De ziekte kan op iedere leeftijd merkbaar worden, maar leidt niet altijd tot hartgeluiden – de dieren worden door de algemene symptomen (zie hierboven) gewaarschuwd bij de dierenarts.
Een definitieve diagnose kan alleen met behulp van een echografie worden gesteld. Dankzij afgestemde medicijnen wordt de prognose in veel gevallen aanzienlijk verbeterd. Aangezien met name de rassen Dobermann en Boxer vaak lijden aan agressieve cardiomyopathie, worden regelmatige controles met behulp van een 24-uurs EKG aanbevolen.
Mitrale klepinsufficiëntie
Als de hartklep tussen het linker atrium en de hartkamer doorlaat, stroomt het bloed terug naar het atrium – hierdoor spreekt men van mitrale klepinsufficiëntie. Op lange termijn leidt deze ziekte tot hartfalen en longoedeem.
Deze hartziekte treft met name honden van kleinere rassen op oudere leeftijd. Een uitzondering is de Cavalier King Charles Spaniel, die vaak al op jonge leeftijd ziek wordt.
Afhankelijk van de ernst van de ziekte beslist de dierenarts over een eventuele medicamenteuze behandeling.
Kan je hartziekten bij honden voorkomen?
Aangeboren hartfouten maken zich vaak al op puppy-leeftijd merkbaar. Het is de beste preventie voor fokkers die hun honden regelmatig laten controleren op hun hart en nieren en die betrokken honden consequent uitsluiten.
Voor het overige geldt: Net als bij mensen belast het hart van onze honden met te veel kilo’s. Beweging in combinatie met een evenwichtige voeding levert een grote bijdrage aan de hartgezondheid tot op hoge leeftijd.
Als je een hartziekte vermoedt bij je hond, is het aan te raden om een dierenarts te raadplegen die gespecialiseerd is in cardiologie. Zo zijn er inmiddels gecertificeerde onderzoekers van het in Duitsland opgerichte Collegium cardiologicum e.V. (Veterinary Society for diagnosis of hereditary heart disease) ook in Groot-Brittannië, Nederland en Oostenrijk.
Bronnen: