“Neem de bal mee!” Apporteren is een van de klassieke bezigheden waar hond en baasje samen plezier van hebben. Veel honden apporteren instinctief en hebben een sterk ‘apporteerinstinct’. Nog leuker is het spelen van het heen- en weer, als je de basis al goed hebt geleerd. We geven je tips over apporteren met je hond.
Als honden apporteren, jagen ze niet alleen op voorwerpen zoals ballen of ander speelgoed, maar brengen ze ze na het vangen terug naar hun baasje of vrouwtje. Er is dus een verschil tussen het oppakken van sticks en het juiste apporteren.
Oorspronkelijk is de term afkomstig van de jacht. Honden met een uitgesproken jachtinstinct werden zo getraind dat ze het wild niet alleen jagen en vermoorden, maar hun buit ook achteraf afleveren bij de jager.
Waarom moeten honden leren apporteren?
Veel mens-hond-teams vinden apporteren erg leuk. De honden bewegen daarnaast uitgebreid en kunnen hun natuurlijke behoeften nastreven – rennen, prooi dragen.
De gezamenlijke training versterkt de band tussen hond en baasje. Tweevoeters leren hun eigen lichaamstaal te verbeteren en zo de communicatie tussen zichzelf en de hond te verbeteren.
Honden kunnen apporteren, zowel in huis als tijdens het uitlaten. Afhankelijk van de training kun je de concentratie van je hond verhogen met de oefeningen en hem tegelijkertijd lichamelijk en mentaal stimuleren. Apporteren behoort bovendien tot de basis van de dummytraining.
Wat heb je nodig om te apporteren?
Een voorwerp dat je wilt apporteren heet ‘apportel’. Bij professionele hondensporten en bij de jacht worden speciale apporteers met het voorgeschreven materiaal en gewicht gebruikt. Ze worden ook wel ‘borrelhout’ genoemd. Tijdens de dummytraining apporteren de honden ‘dummys’, dat zijn gestandaardiseerde jachttrappen.
Houd rekening met de volgende punten voordat je apporteertraining doet met je hond:
Als je voor plezier apporteert, kan je je hond bijna alles laten apporteren wat in zijn bek past. Bijpassend speelgoed voor honden is het meest geschikt.
Voorwerpen uit het dagelijks leven brengen vaak problemen met zich mee: Een stokje uit het bos kan splinteren en de hond verwonden. Tennisballen vallen na verloop van tijd het tandglazuur aan.
Kies een speelgoed dat spannend is voor je hond – bijvoorbeeld een stofdier of een
Ballen zijn minder geschikt voor het trainen van gecontroleerd apporteren.
Als je hond de neiging heeft om weg te rennen, is het verstandig om buiten alleen met een sleeplijn te laten apporteren.
In principe is apporteren geschikt voor alle hondenrassen. Desalniettemin zijn er ‘apporteertypes’ en soorten die daar minder voor zijn bestemd. Dit is een overzicht van de belangrijkste:
Retriever en Co
In het Nederlands betekent “to retrieve” net zoveel als “terugbrengen”. Daarmee wordt het ook wel een van de typische talenten van retrievers genoemd. Of het nu gaat om een Labrador Retriever of Flat Coated Retriever: Alle retrieverrassen zijn dol op apporteren.
Deze honden werden gefokt om gedroogde vogels tot jagers te maken. Als je ze graag wilt verwennen, houd je je intensiever bezig met het apporteren en ga je mee trainen met de dummy. Natuurlijk zijn er ook geïsoleerde apporteermuffels onder retrievers.
Ball-Junkies
Ziet je hond een bal en weet hij het niet meer goed vast te houden? Wacht hij tijdens het uitlaten gewoon op de volgende gooi? Waarschijnlijk is je hond een ball-junkie. Balspelletjes en dus ook het gooien en terugbrengen van ballen bevredigen het jachtinstinct van honden.
Bij ball-junkies kan een apporterend voorwerp snel de rol van de geliefde bal op zich nemen. Leg bijzonder veel waarde bij aan gecontroleerd apporteren. Wilde en vermoeiende spelletjes zijn taboe.
Ongeïnteresseerde honden
Train met veel positieve versterking in de vorm van snoepjes of meteen met het voerzakje. Maar accepteer het als je metgezel ook na een paar weken geen interesse meer heeft in het apporteren.
Met name zelfstandige hondenrassen hebben de neiging weinig zin om te apporteren. Daaronder vallen bijvoorbeeld schapenbeschermerhonden zoals de Bergamasker of de Windhond. Natuurlijk zijn er ook altijd uitzonderingen, zoals een greyhound die graag apporteert.
Puppy
In principe kun je ook een jonge hond leren apporteren als je het rustig aanpakt. Laat je jonge hond maar twee tot drie minuten apporteren en verhoog de speeltijd langzaam. Hierbij geldt: Het is beter om vijf keer per dag twee minuten te laten apporteren dan één keer per tien minuten.
Vermoeiend rennen met veel stops of springen is taboe voor honden met gewrichtsproblemen zoals artrose. Als je wilt apporteren, beperk je jezelf tot een kleine straal.
Rustig apporteren, waarbij het voorwerp op slechts een paar meter afstand ligt en het vooral belangrijk is om geconcentreerd te werken, is geschikt voor oudere of zieke honden.
Daarnaast kun je apporteren combineren met zoekspelletjes. Daarbij snuffelt je hond in zijn eigen tempo aan het voorwerp in de woning of tuin en brengt het naar jou toe. Vraag bij twijfel aan de dierenarts welke apporteringsoefeningen geschikt zijn voor je hond.
Hoe leer ik mijn hond apporteren?
Veel honden hebben een natuurlijk draaginstinct. Puppy’s apporteren al zonder training. Maar ook ‘natuurtalenten’ hebben baat bij een goede apporteertraining.
Tip voor apporteermuffels
Je kunt ongeïnteresseerde honden leren apporteren door ze te motiveren met voerzakjestraining. De apporteermuffel krijgt vervolgens de beloning direct uit de voer dummy.
Laat je hond in het begin rustig proberen om alleen bij de snacks te komen. Hij zal het snel begrijpen: Aan de binnenkant van het zakje kom ik alleen met de hulp van mijn viervoeter!
Maar hoe begin je? Hieronder lees je een van de verschillende mogelijke varianten om je hond te leren apporteren:
Stap 1: Het voorwerp dragen
Geef je hond het voorwerp op een speelse manier aan, bijvoorbeeld door het voor zijn neus te houden en daarmee achteruit te lopen. Zodra je hond het voorwerp op wil pakken, prees je hem uitgebreid en beloon je hem met een snack of speelgoed.
De volgende stap is om je hond te prijzen zodra hij in het voorwerp bijt en het vast vasthoudt. Als dit lukt, moet de hond met het voorwerp in zijn bek meegaan. je blijft het voorwerp vasthouden.
Dit draagje breid je met kleine stappen uit. Laat het voorwerp tenslotte helemaal over aan je hond en prees hem als hij ermee doorgaat.
Stap 2: Het voorwerp oppakken en brengen
Als je hond enthousiast is over het voorwerp in je hand, zet je de hand langzaam steeds verder naar beneden, zodat je hond naar beneden moet bukken. Prijs hem als hij met het voorwerp weer opstaart in zijn bek.
Je kunt dit ondersteunen door het voorwerp naar boven te leiden zodra hij het met zijn bek grijpt. Verwijder de volgende keren je hand steeds verder van de touwtje aan de onderkant.
Ga een beetje verder weg en leg het voorwerp tussen jou en de hond. Je hand ligt op de vloer. Als je hond samen met een ‘prooi’ bij je komt, beloon je hem. Nogmaals, de apporteerbak moet in je geplaatste hand vallen.
Verhoog je hand in de volgende ronden stapsgewijs naar boven totdat je het voorwerp staand kunt ontvangen.
Stap 3: Voer een woordje in voor apporteren en afgeven
Pas als deze stappen werken, moet je woordtekens introduceren. Om dit te doen, leg het voorwerp op de vloer zonder dat je hond de mogelijkheid heeft om er tegenaan te komen.
Nu geef je een woordje als ‘breng’ of ‘haal!’ Laat het voorwerp zoals voorheen in je handen vallen en prees je hond met veel plezier.
Het is nu mogelijk om een tweede woordensignaal in te voeren voor het afgeven. Geef het afgifte-signaal zoals ‘uit’ of ‘geef’ net voordat de hond het voorwerp in je handen laat vallen.
Gooien en apporteren
Na verloop van tijd kun je de periode verlengen waarin de hond de apporteerder in zijn bek houdt. Dit werkt met een afgifte-signaal dat je seconde voor seconde uitstelt. Veel geduld en de juiste timing zijn hierbij belangrijk.
Bij het juiste apporteren zit het succes in het apporteren – niet in het wild achtervolgen na het gooien! Daarom moet je pas overgaan tot het gooien van het voorwerp als het gecontroleerde apporteren lukt. Als je hond betrouwbaar kan ‘zitten’ of ‘blijven’, los dit commando pas op na het gooien.
Wat moet ik doen als mijn hond niet apporteert?
Ieder begin is moeilijk – hier zijn een paar tips voor je hond bij aanvangsmoeilijkheden rondom het apporteren.
De hond brengt de dummy niet terug
Sommige honden stoeien met het speelgoed voor hun baasje, maar willen het niet teruggeven. Ze zouden het een stuk liever vinden als hun hond er door achter te jagen op probeert te komen.
Laat jezelf echter niet aanzetten tot achtervolgingen! Je hond moet zich concentreren op een betrouwbare terugkeer tijdens het apporteren.
Loop hem nooit achter de rug, maar wees geduldig: Op een gegeven moment zal je hond naar je toe komen. Beloon hem hiervoor met een snack. Als alternatief kun je de sleeplijn gebruiken.
Aanvullende tips:
Sta niet aan de voorkant, maar aan de zijkant van de apporterende hond.
Let altijd op een positieve lichaamstaal.
Grijp de dummy niet te vroeg op.
Lof je hond uitgebreid bij het overhandigen.
Gebruik indien nodig een recall-signaal zodra de hond het voorwerp heeft opgepakt.
Train met veel kleine stappen.
De hond draait te veel op
Vooral jonge honden kunnen tijdens het spelen snel spelen. Ze zijn nauwelijks uit te rusten en zijn na de oefening enthousiaster dan voorheen. Als je hond de neiging heeft om dit te doen, zorg dan voor korte trainingssessies. Twee tot drie minuten apporteren is voldoende.
Leg de nadruk op het geconcentreerd teruggeven in plaats van op het achtervolgen. Train zo dat de hond pas na het commando ‘Breng!’ loslaat.
De hond zwaait
Ook knabbelen is een teken dat de opwinding van de hond te hoog is. Zorg ervoor dat je de oefeningen op een ontspannen manier begint en beëindigt. Traineer in het begin niet samen met andere honden. Het uitstrekken van de voorwerpen in plaats van ze te gooien draagt ook bij aan een rustigere sfeer.
Opwinding is altijd stress voor de hond, wat vermeden moet worden. Ook bij het apporteren is onopvallend gedrag en “steadiness”, wat een voorwaarde is voor de dummy-training, wenselijk.
Apporteer – met kleine stappen oefenen voor een hondenleven
We geven het toe: De kleine apporteertraining vereist wat geduld. Maar wie hier precies aan werkt, kan een heel leven lang blij zijn met een betrouwbare apporterende hond.
Terwijl sommige honden de bal bijna voor de pootjes van hun baasje spuwen, zal je hond het voorwerp dat je wilt apporteren schoon in je handen leggen – een heerlijk gevoel. Apporteren is een uitstekende vrijetijdsbesteding en misschien is het je eerste stap in de dummy-training – veel plezier!
Veel honden reageren overal op door hard te blaffen. Natuurlijk hoort dit gedrag bij honden. Het is hun manier om zich uit te drukken. Maar als je hond onbeheerst blaft, moet je er iets aan doen. Wij geven je hier tips over hoe je je hond kan afleren te blaffen.
Hoe vroeger, des te beter! Voor de hondenopvoeding klopt dit motto gegarandeerd. Jonge honden zijn erg nieuwsgierig en willen alles ontdekken. Hier kun je gebruik van maken. Je kunt de hond op een speelse maar consequente manier leren wat er van hem verwacht wordt en welk gedrag gewenst is. In dit artikel lees je alles wat je moet weten over puppy opvoeding!
Help! Mijn hond maakt alles kapot, schoenen, kabels, telefoon, filtstiften, vloerbedekking of afvalbak – alles gaat eraan bij sommige honden. Binnen korte tijd kunnen de wilde viervoeters de woning inclusief meubels op zijn kop zetten. Maar waarom maken sommige honden alles kapot en hoe kun je dit gedrag afleren?