Doseringsinstructies met type en duur van aanbrengen:
Wijze van toediening: uitwendig, op de huid te druppelen. Het diergeneesmiddel mag alleen op de (intacte) kattenhuid worden aangebracht.
Gebruik alleen een druppelaar voor toepassing op een kat. Toepassing op katten jonger dan 7 weken of lichter dan 0,6 kg wordt afgeraden. Na een eenmalige toepassing voorkomt het diergeneesmiddel een vlooienbesmetting van de kat gedurende een maand en de voortplanting van vlooien gedurende drie maanden door de ontwikkeling van vlooien in de omgeving van de kat te remmen. Als er een grote kans is op een nieuwe vlooienplaag, moeten herhalingsbehandelingen en hun intervallen worden besloten op basis van de beoordeling van de behandelend dierenarts.
Instructies voor correct gebruik:
- Haal de applicator uit de verpakking.
- Houd de applicator rechtop en pak hem met twee vingers vast onder de grotere schijf.
- Druk met de andere hand de kleinere schijf naar beneden totdat de twee schijven elkaar raken. Hierdoor wordt de verzegeling geopend.
- De kat moet staan of in een comfortabele houding zitten om het gemakkelijk te kunnen aanbrengen. Deel de vacht van de kat bij de basis van de kop. Plaats de punt van de applicator op de huid en dien het diergeneesmiddel langzaam toe met de punt nog op zijn plaats. Vermijd oppervlakkige toediening op het haar van de kat.
Speciale waarschuwingen voor elke doelsoort:
Alle katten binnen een huishouden moeten worden behandeld. Honden in dit huishouden mogen alleen worden behandeld met een diergeneesmiddel dat is toegelaten voor deze diersoort. Vlooien kunnen de mand van de kat, de slaapplaats en rustplaatsen zoals tapijten en gestoffeerde meubelen aantasten. In het geval van een massale vlooienplaag, moeten deze gebieden worden behandeld met een geschikt bestrijdingsmiddel aan het begin van de vlooienbehandeling en vervolgens regelmatig worden gestofzuigd. Het is niet onderzocht of het wassen van de vacht de werkzaamheid van het diergeneesmiddel beïnvloedt. Raadpleeg een dierenarts als dermatitis (jeuk en huidirritatie) wordt vermoed.
Om bijwerkingen te voorkomen:
- Was de handen onmiddellijk na gebruik grondig.
- Vermijd contact met de huid, ogen of mond.
- Was accidentele spatten op de huid onmiddellijk af met water en zeep.
- Als het diergeneesmiddel per ongeluk in de ogen komt, moeten deze onmiddellijk met open ooglid en voldoende lang grondig met water worden gespoeld.
Behandelde dieren mogen ten minste acht uur na het aanbrengen van het diergeneesmiddel niet worden aangeraakt. Behandeling in de avond wordt daarom aanbevolen. Op de dag van de behandeling mogen honden niet bij hun baasjes slapen, vooral kinderen niet. Gebruikte applicators moeten onmiddellijk worden weggegooid en buiten het bereik van kinderen worden gehouden. Als huid- of oogirritatie aanhoudt of als het diergeneesmiddel per ongeluk is ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts en toon de bijsluiter of het etiket.